Het rabiësvirus komt vooral voor bij honden, vleermuizen, vossen en katten. Het virus kan via het speeksel van een dier in het lichaam komen door een beet, krab of lik. Er is geen kans om rabiës op te lopen door contact met urine, ontlasting of bloed van een mens of dier die met rabiës besmet is.
Ieder warmbloedig dier kan rabiës oplopen, zowel wilde dieren als huisdieren zoals honden en katten.
Alle zoogdieren kunnen deze aandoening krijgen. Bij ons gaat het vooral om vossen, ratten, veldmuizen, vleermuizen en bunzings. Ook huisdieren zoals honden en katten kunnen de ziekte krijgen.
Rabiës komt in de meeste delen van de wereld voor en met name veel in Afrika, India, Zuidoost-Azië, China, en Zuid- en Centraal-Amerika (vooral Brazilië, Peru en Mexico). In enkele landen komt het rabiësvirus niet voor (bijvoorbeeld Engeland, Ierland, Australië, Noorwegen, Zweden en Japan).
U kunt rabiës krijgen als u gebeten, gelikt of gekrabd bent door een besmet dier. Of als speeksel van het dier op het slijmvlies van bijvoorbeeld uw ogen of mond komt. Vooral vleermuizen, apen, honden en katten kunnen rabiës overdragen.
Rabiës komt wereldwijd voor. Alleen Nieuw Zeeland, Antarctica, delen van Oceanië, Japan en een aantal Europese landen zijn vrij van het klassieke rabiësvirus.
De kans dat je hondsdolheid in Nederland en West-Europa op loopt is klein. Daar dragen alleen sommige vleermuizen het virus bij zich. Besmettingen vinden vaak buiten Europa plaats, meestal door een krab of beet van een hond, kat of aap. Klachten treden meestal 20 tot 90 dagen na de infectie op.
Hondsdolheid is een virusinfectie van de hersenen die als ze eenmaal is uitgebroken, dat wil zeggen als de patiënt eenmaal symptomen van infectie vertoont, vrijwel altijd dodelijk afloopt. Er zijn wereldwijd in de medische literatuur slechts 6 mensen bij wie genezing optrad.
Van dier op dier of van dier op mens
Rabiës is een zoönose. Dat betekent dat de ziekte kan overgaan van dier op mens. Dieren kunnen elkaar ook besmetten. Besmetting van mens op mens komt niet of nauwelijks voor.
Veel voorkomende symptomen zijn gedragsveranderingen, agressie, speekselen, moeite met slikken en verlammingsverschijnselen beginnend aan de achterhand. Als eenmaal de symptomen zich voordoen is het verloop erg progressief en volgt de dood meestal binnen 7 dagen.
Bij dieren herkent u rabiës aan agressie of plotseling veranderend gedrag. Agressieve dieren proberen te bijten en krabben. Andere symptomen zijn spierkrampen en kwijlen. Kijk voor ziekteverschijnselen bij mensen op de website van het RIVM.
Ook door zeer kleine verwondingen, bijvoorbeeld wanneer een vleermuis tegen iemand aanvliegt, kan rabiës worden overgedragen. Er zijn tot op heden geen menselijke rabiësgevallen veroorzaakt door beten van knaagdieren, zoals konijnen, hazen of muizen.
Het is een misvatting dat de meeste vleermuizen rabiës hebben. In Nederland komen 21 verschillende soorten vleermuizen voor. Daarvan zijn er 7 soorten algemeen of redelijk algemeen voorkomend. Bij 2 soorten is vastgesteld dat ze met rabiës besmet kunnen zijn.
Klinische rabiës leidt vrijwel altijd tot de dood. Voor zover bekend zijn er 13 personen beschreven met klinische verschijnselen passend bij rabiësinfectie die de ziekte overleefd hebben [De Souza 2014]. Zij waren allen vooraf niet of onvoldoende gevaccineerd.
Verlamming: sterfte binnen 2 tot 3 dagen. Het dier wordt prikkelbaar en vertoont agressief bijtgedrag. Ontwikkeling van verlamming en encefalitis. Sterfte binnen 3 dagen na de eerste ziekteverschijnselen.
Het is belangrijk om in landen waar rabiës veel voorkomt bij huisdieren uit de buurt te blijven van honden of katten en deze dus niet te aaien. Daarnaast bestaat er een vaccinatie tegen rabiës. Na 2 vaccinaties met een tussentijd van minimaal 1 week ben je levenslang beschermd.
Hondsdolheid of rabiës is een virale infectie die het centraal zenuwstelsel van zoogdieren aantast. Mensen worden meestal besmet na een beet, een krab of via speeksel van geïnfecteerde honden, katten, vossen, vleermuizen of apen.
Wat is de bloedtest? De bloedtest meet de hoeveelheid antistoffen tegen rabiës in het bloed. De bloedtest wordt ook wel titerbepaling genoemd. De test toont aan of het dier voldoende tegen rabiës is beschermd.
Een typisch verschijnsel bij Rabiës is watervrees; het dier heeft dorst, maar tijdens het slikken een enorm pijnlijke kramp in de slokdarm en keel. Om deze reden mijden ze water.
Als je gekrabd of gebeten wordt door een vleermuis, moet je de wond langdurig wassen onder stromend water. Daarna moet je zo snel mogelijk medische hulp zoeken. Je krijgt dan, afhankelijk van de wond, vaccinaties en/of antistoffen toegediend. De antistoffen zijn niet verkrijgbaar bij de apotheek.
De rabiësvaccinatie is in geen enkel land verplicht voor mensen. Het vaccin wordt vooral aanbevolen als u langere tijd in een risicogebied verblijft. Rabiës komt vaak voor in Afrika, Oost-Europa, Azië, Zuid- en Midden-Amerika.
In de richtlijn Rabiës van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)) van het RIVM staat dat wereldwijd 7 mensen rabiës hebben overleefd.
Alle honden, katten en fretten moeten minstens 21 dagen voor vertrek ingeënt zijn tegen rabiës (hondsdolheid). De dierenarts moet dit aantekenen in het paspoort. Een rabiësvaccinatie is geldig voor 1 tot 3 jaar, afhankelijk van het gebruikte vaccin. Informatie hierover kunt u krijgen via uw dierenarts.