Intuïtieve kennis heeft de meeste zekerheid. Dit is kennis die aangeduid wordt als: 'de intellectuele liefde voor god' Monisme.
Plato's ideale staat
Volgens Plato zijn filosofen in staat om de Idee “Rechtvaardigheid” te kennen. Hierdoor zijn zij de ideale leiders van een maatschappij. In Plato's ideale staat zijn er een aantal filosoof-koningen die de leiding hebben en hierin ook getraind worden.
Rationalisme: alleen het verstand is de basis voor betrouwbare kennis.
Aristoteles noemt die kennis sof ia, ' wijsheid', het ware inzicht in de eerste beginselen van al het bestaande. Het zou ongerijmd zijn, schrijft hij, om politieke wetenschap of praktisch bruikbare kennis als de voortreffelijkste te beschouwen, want de mens is niet het beste wat de kosmos te bieden heeft.
Volgens Plato is de mens in staat deze Ideeën te kennen. In de Meno geeft hij hiervoor als verklaring dat onze ziel in een eerder leven de Ideeën heeft aanschouwd, en zich deze weer herinnert (anamnese) als ze, in ons lichaam verblijvend, de flauwe afschaduwingen ervan in de voorwerpen om ons heen ziet.
De Ideeënleer (ook wel Vormenleer) is een bekende theorie van Plato. Plato stelt dat de realiteit bestaat uit twee niveaus, namelijk de waarneembare, zintuiglijke wereld waarin alles veranderlijk is en de eeuwige, onveranderlijke wereld die alleen toegankelijk is voor het denken.
De Staat (Oudgrieks: Πολιτεία Politeia) is een van de bekendste en invloedrijkste dialogen van de Griekse filosoof Plato, geschreven omstreeks 380 v. Chr. Hij legde er de fundamenten van zijn politieke filosofie, maar ook zijn ethiek en zijn Ideeënleer komen aan bod.
Een belangrijk onderdeel van Aristoteles' kennisleer is zijn uitgangspunt: datgene wat we in de werkelijkheid zien, kan op een bepaalde manier in ons hoofd terecht komen, waardoor het kennis wordt. Natuurlijk komt de steen die we zien niet als zodanig in ons hoofd, maar wel z'n 'idee', of 'vorm'.
Aristoteles was de eerste filosoof die op systematische wijze een volledige deugdethiek ontwikkelde. Vanuit zijn interesse in de biologie schetste hij de mens als een biologisch wezen dat een bepaalde taak of functie heeft. Volgens de filosoof heeft alles in de natuur een eigen doel of functie.
Definitie van kennis
Kennis omvat informatie, beschrijvingen hiervan of vaardigheden die door ervaring of opleiding zijn verkregen.” Kennis heeft meestal een theoretisch karakter en wordt aan volgende generaties doorgegeven via informatiebronnen als boeken, tijdschriften, archieven en onderwijsinstellingen.
Plato's ideale staat is een driestandenmaatschappij. Zij is gebaseerd op de driedeling van de ziel. De drie standen zijn: de werkers, de wachters en de bestuurders. Zij zijn het politieke equivalent van achtereenvolgens het begerende, het moedige en het redelijke deel van de ziel.
Hij vond dat echte inzichten alleen van binnenuit kunnen komen. Die kunnen niet door anderen worden (aan)geleerd of opgelegd. Daarnaast was Socrates een man die zich niets aantrok van wat anderen van hem vonden. Hij ging staan voor wat hij belangrijk vond, zoals rechtvaardigheid en vrijheid van meningsuiting.
De ziel is bij Aristoteles als onderdeel van het lichaam ook sterfelijk en op dit vlak zou het aristotelisme later botsen met het christendom, waar de onsterfelijke ziel wel verbonden is met het lichaam, maar onafhankelijk kan bestaan.
Vooral de oude Griekse filosofen hebben heel veel ideeën over hoe je gelukkig wordt, of zoals zij zeggen: 'wat het goede leven is'. Epicurus zegt bijvoorbeeld dat je het beste alleen maar leuke dingen kunt gaan doen en je niet te veel zorgen maken. Volgens Aristoteles ben je het meest gelukkig als je veel nadenkt.
In de Ethica Nicomachea en de bijbehorende Politica, zet Aristoteles zijn ideeën over opvoeding uiteen. Een mens is, aldus de filosoof, niet zomaar een dier, dat zijn leven, zijn zoè, door instinct en toeval laat leiden. Een mens heeft daarentegen een bios, hij organiseert en maakt plannen; hij leidt zijn leven.
Plato (Grieks: Πλάτων/Pláton, Athene, ca. 427 – 347 v. Chr.) is een van de bekendste, meest gelezen en bestudeerde filosofen ter wereld. Hij was de leerling van Socrates en de leraar van Aristoteles, en hij schreef in het midden van de vierde eeuw voor Christus in het oude Griekenland.
De ontologie (van het Grieks ὀν = zijnde en λόγος = woord, leer) of zijnsleer is de filosofische tak die het wezen onderzoekt dat achter de waargenomen werkelijkheid schuilgaat.
Aristoteles geloofde dat, door middel van logica, mensen alles over de wereld te weten konden komen. Moderne wetenschappers hebben veel aan Aristoteles te danken. Hij leerde dat mensen de natuur moeten observeren (aandachtig bestuderen) en dat onze zintuigen ons kennis geven.
Hij ging o.a. naar Egypte waar hij geometrie en astronomie leerde en naar Kyrene waar hij wiskunde leerde. Ook reisde naar Zuid-Italië en Sicilië (deze plaatsen hoorden toen tot Groot Griekenland) en leerde hoe filosofie te combineren was met politieke macht.
In Plato's republiek is weinig ruimte voor persoonlijke vrijheid. De filosoof geloofde dat zijn methode om een stad te leiden de beste was, omdat iedereen een duidelijke taak had en zo het beste uit zichzelf en de maatschappij kon halen.
Aristoteles' leermeester Plato had daar echter een andere opvatting over. Hij vond ambachtslieden die gebruiksvoorwerpen maakten veel nuttiger, zij hadden immers de vormen bedacht en kunstenaars deden niets anders dan de voorwerpen namaken. De inspiratie en het creatieve proces begint dus bij het ambacht.