“Eiken, lindes, essen en sommige esdoorns zijn geschikt voor verkoeling en doen het goed op droge plekken.
Staan in de top 10: vlinderstruik (Buddleja davidii), gelderse roos (Viburnum opulus), haagbeuk (Carpinus betulus), steeneik (Quercus ilex), wollige sneeuwbal (Viburnum lantana), Japanse bottelroos (Rosa rugosa), meelbes (Sorbus aria), witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), douglasspar (Pseudotsuga menziesii) ...
Bomen die het meeste CO2 opnemen uit de lucht
Zoals iedereen wel weet zijn er loof- en naaldbomen. Het voordeel van naaldbomen is dat ze het gehele jaar groen zijn en relatief weinig groen verliezen. Groen verliezen is uiteraard goed voor de bodemkwaliteit maar zorgt wel ook voor uitstoot van CO2.
Denk dan aan een krentenboom. Deze boom heeft alles in één, van een schitterende bloei in het voorjaar tot prachtige herfstkleuren. Deze boom is onderhoudsarm en staat het liefst op een droge tot licht vochtige plek. Deze boom bieden wij aan in verschillende soorten en maten, van meerstammige boom tot leiboom.
Kies de juiste planten
Plaats dan vooral planten die goed tegen hitte en droogte kunnen. Bijvoorbeeld lavendel, klimop, vlinderstruik, wolfsmelk of de blauwe spirea. Ook sommige bomen doen het goed bij warme omstandigheden.
De acacia boom kan vrij goed tegen droogte en is een klimaatbestendige boom. Maar we raden je wel aan om in een lange, droge periode in de zomer extra water te geven. Een jonge boom heeft na het planten twee jaar lang nog regelmatig extra water nodig in droge perioden.
Het liefst staan coniferen in een goed doorlatende grond die niet te nat, maar ook zeker niet te droog is. Echter is de Thuja bijvoorbeeld vrij gevoelig voor droogte. Ook de taxus is een haagconifeer die niet goed tegen aanhoudende droogte kan.
'Eiken hebben vooral last van droogte in de winter en het voorjaar', vertelt Paul Copini, boomonderzoeker aan de Wageningen Universiteit. 'Al kunnen ze wel beter tegen een gebrek aan water dan sommige andere soorten, zoals fijnspar en lariks. Dat komt doordat ze dikke bladeren hebben en relatief diep wortelen.
Schietwilg, grauwe wilg en hazelaar zullen het ook goed doen en lopen ook goed uit na de kap. Gebruik van streekeigen soorten is voordelig naar groeisnelheid, ze zijn minder gevoelig voor ziektes en je brengt er meer fauna mee naar je tuin.
Veel gebruikte soorten groenblijvende bomen zijn onder andere: steeneiken (Quercus ilex), kurkeiken (Quercus suber), glansmispels (Photinia), groenblijvende tulpenbomen (Magnolia grandiflora), olijfwilgen (Elaeagnus ebbingei), schijnhulst (Osmanthus heterophyllus) en Portugese laurier (Prunus lusitanica).
Veel bomen planten in een tuin met droge grond raden we dan ook niet aan. Toch zijn er ook bomen die goed in een tuin op droge zandgrond groeien. Dit zijn bijvoorbeeld de Grove Den (Pinus sylvestris), Haagbeuk (Carpinus betulus), Valse Acacia (Robinia pseudoacacia) en Veldesdoorn (Acer campestre).
Kastanjebomen: Kastanjebomen zijn een type boom dat sterk en duurzaam is. Hierdoor hebben ze een lange levensduur. Kastanjebomen zijn ook goed voor het milieu omdat ze kleine deeltjes in de buitenlucht goed op kunnen nemen (fijnstof). Esdoorns: Esdoorns zijn een ander type boom dat milieuvriendelijk is.
Als je een persoonlijk zuurstofbos aanplant, is de eik een goede keuze. Deze snelgroeier slaat in zijn eerste zestig levensjaren elk jaar gemiddeld 31 kilogram koolstof op. Dat staat gelijk aan de productie van zo'n 83 kilo zuurstof. Vier eiken produceren jaarlijks dus genoeg zuurstof om jou te laten ademen.
Voor het wegvangen van gasvormige verontreinigingen, zoals stikstof (NOx) en ozon (O3) zijn juist loofbomen het meest geschikt. De gassen worden via de huidmondjes in het blad opgenomen, om door stofwisselingsprocessen in het blad te worden verwerkt. Door het bredere bladoppervlak zijn loofbomen hiervoor effectiever.