Bij CLL wordt een sterke toename van één type (kwaadaardige) rijpe witte bloedcellen in het bloed gezien: de zogenaamde lymfocyten. Deze abnormale lymfocyten hopen zich niet alleen op in het bloed, maar ook in het beenmerg, de lymfeklieren, milt en lever.
Bij het bloedonderzoek telt de arts de aantallen van de verschillende soorten bloedcellen. Ook bekijkt hij of zij je bloedcellen onder de microscoop. Als je leukemie hebt, zitten er meestal ook leukemiecellen in het bloed. Vaak is daarom alleen door bloedonderzoek al vast te stellen dat je leukemie hebt.
Als u leukemie heeft, dan maakt uw beenmerg te veel afwijkende witte bloedcellen aan. Deze worden ongeremd geproduceerd en nemen te veel ruimte in het beenmerg in. De aanmaak van normale bloedcellen komt hierdoor in de verdringing. Hierdoor veranderen uw bloedwaarden.
Dit uit zich bijvoorbeeld in bloedarmoede (wat leidt tot vermoeidheid), een laag aantal normale witte bloedcellen (wat zorgt voor een verhoogde kans op infecties) of een laag aantal bloedplaatjes (wat een verhoogde kans geeft op bloedingen of onverklaarbare blauwe plekken).
Bij acute lymfatische leukemie (ALL) is er een overproductie van onrijpe B- en T-lymfocyten die de normale bloedaanmaak in het beenmerg verdringen. Bij een myeloïde leukemie wordt de abnormale celgroei gevonden in de stamcellen die zich ontwikkelen tot rode bloedcellen, granulocyten, monocyten en bloedplaatjes.
Klachten. Kinderen met leukemie kunnen last hebben van steeds terugkerende infecties en koorts, bloedarmoede, bloedneuzen, snel optredende blauwe plekken, kleine puntvormige paarsrode plekjes, lang nabloedende wondjes en botpijnen. Het is vooral de combinatie van deze klachten die op leukemie wijst.
De artsen kunnen in je bloed onder andere tumormarkers of tumormerkers meten. Dat zijn stoffen, meestal eiwitten, die je lichaam maakt als reactie op kanker of die door de kanker zelf gemaakt worden. Voorbeelden zijn CEA (bij dikkedarmkanker, maagkanker en pancreaskanker) en PSA (bij prostaatkanker).
Uw arts zal een volledig bloedbeeld (CBC) uitvoeren om te bepalen of u leukemie heeft. Deze test kan uitwijzen of u leukemische cellen heeft. Abnormale niveaus van witte bloedcellen en abnormaal lage aantallen rode bloedcellen of bloedplaatjes kunnen ook op leukemie duiden.
De diagnose acute leukemie wordt gesteld door bloedonderzoek en een beenmergpunctie (of biopt). Vanzelfsprekend is ook lichamelijk onderzoek vereist. Met de beenmergpunctie wordt eveneens onderzoek gedaan naar chromosomale afwijkingen van leukemiecellen.
Nadat het bloed is afgenomen, worden de buisjes met bloed in een laboratorium onderzocht en vergeleken met een aantal standaard bloedwaarden. Dit houdt in dat er gekeken wordt of bestanddelen in je bloed binnen vastgestelde grenzen vallen. Als dit niet zo is, dan spreek je van afwijkende bloedwaarden.
Klachten bij acute leukemie
Door het tekort aan witte bloedcellen kunnen infecties en koorts ontstaan. Door het tekort aan bloedplaatjes ontstaan blauwe plekken en bloedingen, zoals neusbloedingen, tandvleesbloedingen of kleine puntvormige bloedinkjes in de huid.
Leukemie ontstaat meestal door een fout in het DNA van de stamcellen in het beenmerg. Deze stamcellen worden later bloedcellen. Soms leidt zo'n fout in het DNA tot leukemie. De witte bloedcellen kunnen daarna ongeremd gaan delen waardoor er veel te veel abnormale witte bloedcellen ontstaan.
De incidentie van acute myeloïde leukemie (AML) en chronische myeloïde leukemie (CML) bleef vóór 2011 constant, maar is sindsdien aanzienlijk gestegen. De incidentie van chronische lymfatische leukemie (CLL) is sinds 1998 voortdurend toegenomen.
Er zijn veel verschillende klachten die erop kunnen wijzen dat je deze ziekte hebt, zeer ernstige vermoeidheid is er daar een van. Vermoeidheid komt vaak voor en wordt gelukkig veelal veroorzaakt door heel iets anders en niet door leukemie. Ga met hevige, onverklaarbare vermoeidheidsklachten altijd naar een huisarts.
Een normaal aantal leukocyten is 4.2- 10.6 (x 109/l). Bij minder dan 1.0 x 109/l is er een verhoogd risico op infecties. Als er minder dan 0,5 x 109/l neutrofielen zijn, spreekt men van een 'neutropenie' ofwel een 'dip'. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door het gebruik van chemotherapie.
Door bloedonderzoek en/of onderzoek van het beenmerg weten ze zeker dat het om leukemie gaat. DNA-onderzoek kan helpen om te bepalen wat er precies mis is. Maar dit onderzoek geeft geen antwoord op de vraag of de leukemie erfelijk is.
Bij CLL wordt een sterke toename van één type (kwaadaardige) rijpe witte bloedcellen in het bloed gezien: de zogenaamde lymfocyten. Deze abnormale lymfocyten hopen zich niet alleen op in het bloed, maar ook in het beenmerg, de lymfeklieren, milt en lever.
Klachten bij acute myeloïde leukemie
Ziekteverschijnselen kunnen zijn: bloedarmoede door een tekort aan rode bloedcellen (bleekheid, vermoeidheid, kortademigheid); bloedingen door een tekort aan bloedplaatjes (bijvoorbeeld bloedend tandvlees, hevige menstruaties, puntvormige bloedinkjes in de huid);
Myelodysplastisch syndroom (MDS) wordt ook wel myelodysplasie genoemd en staat voor een groep van beenmergstoornissen waarbij de productie van bloedcellen ernstig is verstoord. De normale bloedaanmaak speelt zich af in het beenmerg (zie ook Beenmergonderzoek) (dia 2 en 3).
De internist laat bloedonderzoek doen en zal aanvullend lichamelijk onderzoek uitvoeren. Wijzen bloedwaarden en het resultaat van het lichamelijk onderzoek inderdaad op leukemie, dan volgt een uitvoerig bloedonderzoek en eventueel een beenmergonderzoek om vast te stellen welke vorm van leukemie je hebt.
Mensen met CLL hebben te veel lymfocyten in hun bloed . (Dit wordt lymfocytose genoemd.) Meer dan 5.000 lymfocyten/mm³ (per kubieke millimeter) bloed is een sterke aanwijzing voor CLL, maar er zijn andere tests nodig om het zeker te weten. Mensen met CLL kunnen ook een laag gehalte rode bloedcellen en bloedplaatjes hebben.
Welke CBC-resultaten duiden op leukemie? Als u leukemie heeft, kan uw bloedceltelling hogere niveaus van witte bloedcellen vertonen dan normaal, waaronder leukemische cellen . U kunt echter ook een lager verminderd aantal witte bloedcellen (leukopenie), rode bloedcellen (anemie) of bloedplaatjes (trombocytopenie) hebben.
Bij een verhoogde waarde van meer dan 3 mg/l is bestaat er een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Een waarde boven de 10 mg/l duidt op een acute ontsteking. De uitslag van een CRP bloedtest zegt niets over waar een mogelijke ontsteking in het lichaam aanwezig is.
De aanwezigheid van kankercellen in bloed of andere lichaamsvloeistoffen kan wijzen op kanker, uitzaaiingen of teruggekeerde kanker. Een vloeibare biopsie is dus een belangrijk hulpmiddel bij het stellen van de diagnose en het bepalen van het (sub)type kanker.