Zo zijn de Provinciale Staten, het College van gedeputeerde staten en de Commissaris van de Koning bestuursorganen van de provincies en het algemene bestuur, het dagelijkse bestuur en de voorzitter bestuursorganen van de waterschappen. Een b-orgaan is de APK-keurder.
Voorbeelden van zbo's zijn de Kamer van Koophandel, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De taken van zbo's staan in de wet. Het zbo-register geeft een overzicht van de zbo's in Nederland.
Voorbeelden van bestuursorganen zijn het college van burgemeester en wethouders, de Rijksoverheid, de Gedeputeerde Staten, Provinciale Staten, Waterschappen en de Commissaris van de Koningin. Niet alle overheidsinstellingen zijn bestuursorganen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
De a-organen zijn de klassieke bestuursorganen. Hierbij is sprake van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. Een b-orgaan is een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
De gemeente (openbaar lichaam/publiekrechtelijk rechtspersoon) bestaat uit drie bestuursorganen: de gemeenteraad, het college en de burgemeester. De burgemeester kan als bestuursorgaan namens de rechtspersoon gemeente (openbaar lichaam) optreden.
Een a-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon die door publiekrecht is ingesteld. Ingesteld door publiekrecht betekent dat de rechtspersoon in de wet moet worden genoemd. Zo is bijvoorbeeld de Gemeente een in de wet genoemd rechtspersoon.
In artikel 1:1 lid 2 Awb is onder meer opgenomen dat rechters, de wetgevende macht en de Eerste en Tweede Kamer niet worden aangemerkt als bestuursorgaan. De uitzonderingen gelden niet voor besluiten en handelingen ten aanzien van een ambtenaar als zodanig.
Een b-orgaan is een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed (1:1 lid 1 onder b Awb). Dan gaat het vaak om een natuurlijk persoon of om een privaatrechtelijke rechtspersoon – te denken valt een stichting of een b.v. – die (deels) openbaar gezag uitoefent.
Een A-orgaan is een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. Daarbij valt onder meer te denken aan het UWV, het CBR, maar ook aan gemeenten. Strikt genomen zijn deze organisaties geen bestuursorgaan, maar zijn bepaalde organen van de organisaties bestuursorganen.
De a-organen zijn de klassieke bestuursorganen zoals het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester. Hierbij is sprake van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (1:1 lid 1 onder a Awb).
Het RIVM is een zelfstandig onderdeel van het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De minister van VWS beslist over Woo-verzoeken die bij het RIVM zijn ingediend. Er is daarvoor bij het ministerie een Woo-eenheid.
Koning Willem-Alexander
De conclusie dat de Koning daarmee als orgaan van de Staat moet worden aangemerkt is dan onontkoombaar. Toch heeft de Afdeling bestuursrechtspraak geoordeeld dat (het kabinet van) de Koning geen bestuursorgaan is.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vereniging moet worden aangemerkt als een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb.
Het ministerie en de Belastingdienst zijn wel aparte bestuursorganen, maar artikel 1:1 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat vermogensrechtelijke gevolgen van een handeling van een bestuursorgaan de rechtspersoon treft waartoe het bestuursorgaan behoort: de Staat.
Ook over de aantallen is veel onduidelijkheid: het zbo-register noemt er zo'n 120 maar in de praktijk zijn het er honderden of misschien zelfs wel duizenden, afhankelijk van hoe je telt en wat je meetelt.
Binnen een ministerie kan een zeer grote uitvoeringsorganisatie de status van een directoraat-generaal hebben. Voorbeelden zijn de Belastingdienst en Rijkswaterstaat.
Het CBR is een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (hierna: ZBO) belast met een verkeersveiligheidstaak: het beoordelen van de rijvaardigheid en medische geschiktheid van bestuurders en de vakbekwaamheid van professionals in transport en logistiek.
Ingevolge de onderdelen a en b van het eerste lid zijn de wetgevende macht en de kamers en de verenigde vergadering der Staten-Generaal geen bestuursorganen in de zin van deze wet. Aan deze beide uitzonderingen bestaat behoefte.
Het rechtspersonenrecht onderscheidt publiekrechtelijke (rijk, provincie, gemeente, etc.) en privaatrechtelijke rechtspersonen (vereniging, stichting, nv/bv, etc.) onderscheiden. (Artikelen 1 en 3 van boek 2 Burgerlijk Wetboek).
een NV is niet publiekrechtelijk maar privaatrechtelijk. bank, Bank is NV dus bank heeft rechtspersoonlijkheid. Niet de directie is hier dus een b-orgaan maar de bank.
Het orgaan is een instantie binnen een rechtspersoon met rechten en plichten. Ook wel vennootschapsorgaan. Het is voor een rechtspersoon om te functioneren nodig dat hij bepaalde organen heeft. Als je bij de notaris een rechtspersoon opricht, moet die rechtspersoon verplicht bepaalde organen hebben.
Openbaar lichaam: de staat, zijn territoriale lichamen, publiekrechtelijk instellingen en verenigingen gevormd door een of meer van deze lichamen of meer van deze publiekrechtelijke instellingen.
De wethouders en de burgemeester besturen de gemeente. Ze zijn samen het college van burgemeester en wethouders (college van B&W).
Het begrip 'bestuursorgaan' wordt gedefinieerd in artikel 1:1 van de Awb. Een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon is een bestuursorgaan als dat orgaan “met openbaar gezag” is bekleed.
Het belang van de onderscheid tussen a en b organen is de toepasselijkheid van de Awb op de handelingen die zij verrichten.