Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
kalk strooien op aardappelland wordt afgeraden, aardappelen vertonen dan eerder schurftplekken op de schil. Dit is overigens niet gevaarlijk voor de consumptie.
Ook patentkali strooi je voor het planten (ongeveer 45g/m²). Let wel op met stikstof. Dat doet het loof te weelderig groeien en de kans op aardappelziekte neemt toe.
De hoeveelheid bijbemesting is afhankelijk van de hoeveelheid stikstof die u al heeft gegeven. In de periode van opkomst tot een vol gewas heeft aardappel in totaal circa 150 kg/ha N nodig.
Vooral schimmels zijn een bedreiging, maar door vroeg te telen en de plant al sterk te maken voordat de schimmel toe kan slaan wordt verstoring van de groei voorkomen. Aardappelen mogen daarnaast niet in fel zonlicht komen en hebben vochtige grond nodig om goed te kunnen groeien.
Wanneer aardappels poten? Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.
Aardappelen hebben niet super veel water nodig. Wanneer het erg warm is kun je de aardappelen 1 keer per week water geven. Is het niet super warm dan is een keer per 2 weken voldoende. (De aardappelen hoeven namelijk niet continue onder water te staan maar hebben wel water nodig om te groeien).
Wikke (Vicia sativa). Bedekt de grond niet helemaal goed (wieden), bevriest gemakkelijk en levert een goede hoeveelheid stikstof. Ze kan tot eind augustus worden gezaaid en is dus wel heel interessant na de oogst van bijvoorbeeld aardappelen, uien, etc.
Patentkali is een voorbeeld van een chloorarme meststof. De bekendste chloorhoudende meststof is Kali 60. Kali oftewel K vervult een onmisbare functie in de stofwisseling van de plant: waterhuishouding. Het zorgt voor stevigheid en weerstand tegen droogte.
Wat is Kieseriet? Kieseriet is een magnesiumhoudende meststof die voornamelijk magnesium bevat en zwavel. Beide stoffen zijn oplosbaar in water. Na een regenbui komen deze makkelijk vrij en worden heel snel opgenomen door de planten.
In de fruit-, aardappel- en wijnteelt wordt lavameel men al met succes toegepast tegen meeldauw of andere zwamziekten. Krijgen we bijv. met luizen of rupsen te maken, dan kunnen we ingrijpen door met Lava+ te bestuiven. Lava+ werkt zeer effectief tegen bladluizen (het fijne poeder verstikt ze).
De tomatenvrucht wordt hard en bruin aan de onderkant door problemen met de watervoorziening of met de bemesting. Neusrot kan verschillende oorzaken hebben: - Te hoge zoutconcentratie (te veel meststoffen in de grond). Ook een teveel aan patentkali meststof is nadelig!
De belangrijkste enkelvoudige meststof van natuurlijke oorsprong die kalium bevat, is Vinasse en houtasse.
Kalk neutraliseert het zuur in de bodem en maakt grond kalkrijker, verder verbetert kalk in de regel de bodemstructuur. Kalk voorziet de planten bovendien van twee zeer belangrijke voedingsbestanddelen: calcium (kalk, Ca) en magnesium in de vorm van magnesiumoxide (MgO) dat door veel planten makkelijk wordt opgenomen.
Zoals reeds aangehaald, kan je bladgewassen als voor- of nateelt zetten op andere percelen. Hoofdgewassen waar geen voor- of nateelt mogelijk is, zijn: winterwortel, witloof, knolselder, pastinaak, schorseneer, rode biet en late aardappelen. Aardbeien worden in het najaar gepland, dit kan na een aardappelteelt.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Moestuinplanten die wat extra kali willen zijn de planten waarvan je de bol of knol eet (zoals uien, bieten, pastinaken, knolvenkel), en vruchtdragende gewassen (denk aan tomaten, courgettes maar ook aan bessenstruiken en fruitbomen).
Welkoop Moestuinmest Patentkali bevat een hoog kaliumgehalte en magnesium. Kalium is een onmisbaar voedingselement dat zorgt voor stevigheid en een goed transport van water en voedingstoffen in de plant. Magnesium is nodig voor de vorming van bladgroen en behoudt dus de mooie, groene kleur van de plant.
Voor het eerste teeltdoel zijn Japanse haver en gele mosterd de aangewezen groenbemesters. Engels- en Italiaans raaigras kunnen ook als groenbemester worden toegepast voor het vastleggen van organische stof. Houd bij deze grassen wel rekening met de volgvrucht.
niet-vlinderbloemigen zoals grassen, rogge, bladrammenas, gele mosterd en phacelia worden gebruikt als groenbemester omdat ze het organische stofgehalte in de bodem sterk verhogen. grassen hebben een sterk ontwikkeld wortelstelsel.
Je kunt de groenbemesters inwerken in de grond wanneer ze hun werk gedaan hebben. Maar je kunt ze ook het ook terug maaien en gebruiken als mulch om je bodem te bedekken.
Waar halverwege de vorige eeuw nog vele handen hielpen bij het looftrekken van aardappels om het blad te doen afsterven, wordt loof tegenwoordig vooral doodgespoten. Met metingen kan de hoeveelheid gif beter worden afgestemd op de fase waarin de plant zich bevindt.
Plant de aardappelen in rijen.
Zorg voor voldoende afstand tussen de rijen (± 70 cm), zo kan je je aardappelplanten achteraf gemakkelijker aanaarden. Maak plantgaten van zo'n 5 cm diep. In lichte grond (zandgrond) mogen ze zelfs iets dieper zijn (tot 10 cm). Respecteer een afstand van 30 tot 50 cm tussen de plantgaten.
Het duurt ongeveer 4 weken voor de aardappelen boven de grond komen (afhankelijk van het weer). En zo ziet dat er dan uit. Niet erg mooi. Maar wel heel handig.