Wil je in je woonkamer liever niet aan de slag met roofmijten, dan kun je ook spint bestrijden met een zelfgemaakt huismiddel. Maak een mengsel van een liter water, 20 gram groene zeep of afwasmiddel en 20 gram azijn en sproei dit dagelijks op je plant.
Tip ter bestrijding van spint: besproei de plant met water met hierin een oplossing van 2% groene zeep en 1% spiritus. Raadzaam hierbij is om dit in de avonduren aan te brengen, omdat in deze tijden de eitjes uitkomen. Spint is dol op een warme en droge omgeving.
Spint houdt van hoge temperaturen en een lage luchtvochtigheid. Dat is ook de reden dat een spintplaag zich vooral in de bloeifase ontwikkelt, wanneer jij de luchtvochtigheid naar beneden brengt om toprot te voorkomen. Spint houdt niet van een luchtvochtigheid boven de 60%, dat vinden ze verschrikkelijk.
Oude potgrond is een goede plek om een nest te maken voor de spint, evenals planten die wat minder gezond zijn en dus minder weerstand kunnen bieden. Spint komt op dezelfde manier het huis binnen als de meeste andere ziektes; via tocht, kleding of huisdieren.
Je kunt ook een mengsel maken van zeep, azijn en water om spint te bestrijden. Meng 20 gram azijn en 20 gram groene zeep (of dreft) met een liter water. Vervolgens besproei je de aangetaste bladeren 1 keer per dag.
Een volwassen spintmijt leeft ongeveer 2 tot 4 weken en de vrouwtjes leggen dan honderden eieren.
Dit is wat ik ontdekte over het bestrijden van spint: Wat bij ons goed werkte is de zeep spiritus methode om spint te bestrijden. Maak een mengsel van spiritus zeep en water. Houd volgende verhoudingen aan 10 ml zachte zeep, 10 ml brandspiritus, 0.5 liter water.
Hoe ontstaat spint bij wietplanten
Dit kan in de buitenlucht op natuurlijke wijze gebeuren, maar ook binnen kan spint haar slag slaan. Bijvoorbeeld als ze is meegekomen in de aarde waar je op kweekt of de mijten hun weg naar binnen hebben gevonden. Ook kan spintmijt zich bijvoorbeeld verspreiden via kamerplanten.
Bij spint zie je in het begin gele puntjes op de bladeren die later overgaan in gele of bruine plekken. Deze plekken zijn bij trips ook mogelijk maar hebben vaker een grijze of zilverachtige kleur. De grootste verschillen in het schadebeeld zijn: Bij trips zie je zwarte puntjes, de uitwerpselen.
Ze kunnen zich verspreiden via de webben die ze zelf ontwikkeld hebben. Ze kunnen in de door hen geproduceerde zijden draden gaan zitten en zich laten verspreiden door luchtbewegingen of luchtcirulatie. Bij erg geïnfecteerde planten kunnen ze zich gewoon op de grond laten vallen waarna ze zich verspreiden.
De mijten zijn heel klein, formaatje speldenknop. Soms nauwelijks met het blote oog te zien. Meestal zijn ze wittig, geel of groen van kleur. Vaak zitten ze onderop het blad.
Spintgevoelige planten zijn o.a.:
Monstera, Philodendron, Ficus, Orchideeën, Schefflera, Anthuriums, palmensoorten, Hedera, Dracaena en Strelitzia zijn gevoelig aan spint. Maar ook bananenplanten, citrusplanten, cactussen en vetplanten worden veelvuldig door spintmijten bedreigd.
De spinselmotten hoef je niet te bestrijden, ze springen niet over op andere planten en verdwijnen zodra ze gaan verpoppen. Knip de nesten weg en stop ze in de kliko bak, dit is de milieuvriendelijkste manier van bestrijden. Bomen maken zo rond de langste dag – 21 juni- nieuwe groeischeuten.
Een spint mijt beschadigt het blad van je wietplant. De larven zuigen het blad leeg en dat veroorzaakt gele spikkels. Door die beschadigingen kan de plant minder energie produceren: er vindt immers minder fotosynthese plaats. Dit kan er toe leiden dat je plant minder hard groeit en dus minder massa aanmaakt.
Ze worden aangetrokken door vocht. Of ze nou al aanwezig waren in je tuin, of mee zijn gekomen met een (nieuwe) kamerplant, wolluizen worden in ieder geval sterk aangetrokken tot vocht. Wanneer er dus vorming van deze luis op je plant is kan het goed zijn dat deze plant teveel water krijgt en dus ook afgeeft.
Trips vrouwtjes planten zich snel voort en leggen hun eitjes in het bladweefsel, die al na acht dagen uitkomen. Pas als de tripsen volgroeid zijn leven ze individueel verder op jouw plant. Een trips kan 'vliegen' vanaf het moment dat hij ontpopt is en verspreidt zich dan makkelijk van blad naar blad.
Tripsen gevaarlijk voor mensen
Een trips kan virussen bij zich dragen en deze ook overdragen op mensen. Wij raden dan ook altijd aan om handschoenen te dragen als je tripsen gaat bestrijden.
Trips zijn hele kleine beestjes die met het blote oog bijna niet te zien zijn. Zonder vergrootglas zien ze eruit als kleine zwarte streepjes of stipjes op het blad. Trips is een zeer gevreesde plaag onder kwekers. Ze zijn namelijk erg lastig te bestrijden ook al valt de schade aan de plant vaak mee.
Wolluis is een luizensoort die zich, net als bladluis, voedt met het sap uit planten. De vrouwtjes prikken een gaatje in de kamerplant om zo het sap te drinken. Een volwassen wolluis is 3 tot 6 millimeter groot. Wolluis kan wel -40°C aan en plant zich gemakkelijk voort.
Het ziet eruit als witte pluisjes en de beestjes zelf zijn wit met strepen over hun rug en kleine witte pootjes. Helaas is deze plaag heel lastig te bestrijden, de wolluis kan wel tegen temperaturen tot -40 graden.
Het is belangrijk om spint zo snel mogelijk te bestrijden, want als je de spintmijten hun gang laat gaan, zal je plant sterven. Daarbij overleeft spint de winter en verspreiden ze zich snel, dus als je ze niet goed bestrijdt, weet je zeker dat je volgend jaar weer spint hebt.
Typisch wordt een samenstelling geadviseerd van 2% zachte zeep en 2% brandspiritus (ethanol) in water, d.w.z 20 gram van elk per liter. Dit mengsel wordt dan met een plantenspuit verneveld over de door bladluis aangetaste planten en zal de bladluizen die in contact komen met dit mengsel doden.
Onder andere te koop bij plantenwinkels, dierenwinkels, tuincentra en bouwmarkten.
In Nederland komen veel soorten mijten voor. Sommige zijn vervelend voor de mens en zuigen bloed. Andere mijten leven uitsluitend op papier, op dieren of in de voorraadkast. Ze leven o.a. van bloed, huidcellen, dierlijk materiaal en vocht uit planten of bloemen.