Dan mag je met een hoofdzekering van 3x25A de kabel zekeren en beveiligen met een aardlekschakelaar 300mA.
Elektragroepen verdelen bij een 3-fasen hoofdaansluiting
Tegenwoordig raadt de NEN 1010 het gebruik van 4-polige aardlekschakelaars streng af, vandaar dat de drie fasen over de 2-polige aardlekschakelaars moeten worden verdeeld. Op een 2-polige aardlekschakelaar kan slechts één van de drie fasen worden aangesloten.
Voor residentiële installaties wordt er een 30mA, 100mA of 300mA type B alumat geadviseerd. Voor grotere installaties (niet residentieel) met 3-fase omvormers wordt een 300mA type B aangeraden. Zie ook het advies van de fabrikant. Houd er rekening mee dat er in de omvormer al een aardlekschakelaar functionaliteit zit.
Voor woningen geldt tegenwoordig de regel dat 30mA lekstroom de elektrische installatie achter de aardlekschakelaar moet uitschakelen. U heeft bij een woning dus een component met 30mA lekstroom nodig. De 300mA aardlekschakelaar is verplicht bij: Tijdelijke installaties in fabrieken.
Om dit te berekenen maken we gebruik van de volgende formule: R = ρ * l/A (Binas 35D1). We zijn op zoek naar de stroomsterkte I, aangezien we uit de vorige formule R kunnen berekenen en de spanning bekend is (normale contactdoos levert 230V) kunnen we met U = I*R (Binas 35D1) ook I uitrekenen.
Controle aardlekschakelaar
Voor de bescherming van mensen dienen aardlekschakelaars van 30 mA worden toegepast. Ook is het type AC niet meer toegestaan omdat deze alleen op sinusvormige lekstromen reageert.
Het type B aardlekschakelaar is een combinatie van type A en heeft een extra meetcircuit om DC stromen te kunnen meten. Het dubbel meetcircuit en het feit dat type type nog weinig wordt toegepast maakt dat een type B aardlekschakelaar prijzig is.
3 fase laadstation:
Bij het gebruik van 3 fase laadstations zonder interne DC beveiliging voor auto's adviseert Laadpaal24 om een aardlekschakelaar type B van Chint (63A en 400V) in de groepenkast te installeren. Wanneer je laadstations met interne DC beveiliging voor auto's gebruikt heb je geen type B nodig.
Toe te passen aardlekschakelaars
In nieuwe installaties mogen uitsluitend aardlekschakelaars van maximaal 300 mA worden gebruikt. Voor de bescherming van mensen dienen aardlekschakelaars van 30 mA worden toegepast. Ook is het type AC niet meer toegestaan omdat deze alleen op sinusvormige lekstromen reageert.
3 x 25 ampère
Dit is een standaard huisaansluiting, geschikt voor huishoudens met standaard apparatuur. Denk aan zonnepanelen, een inductiekookplaat, een warmtepomp (afhankelijk van het vermogen) en een laadpaal voor een elektrische auto.
Je hebt een 3 fasen aansluiting van 3 × 25A: Per fase kun je dan een zekering van maximaal 25A / 1.6 = 16A monteren en per fase 3.680 Watt invoeden.
Voor krachtstroom heeft u een aansluiting van minimaal 3x25 Ampère nodig. Als u deze niet heeft, vraagt u een verzwaring aan. Een erkend installateur kan beoordelen welke aansluiting u precies nodig heeft. De eenmalige kosten voor het verzwaren van uw aansluiting vindt u in ons tarievenoverzicht.
Er mogen maximaal vier groepen worden beveiligd door één aardlekschakelaar. Vroeger bestond er nog onderscheid tussen zogenaamde natte en droge groepen.
Voor een driefase laadpaal heb je 4 module breedte (72mm) nodig voor je aardlekschakelaar en indien je de smalle krachtgroep gebruikt heb je 2 module breedte (36mm) nodig voor je krachtgroep.
531, Gebruik 4-polige aardlekschakelaars
Het wordt bijvoorbeeld afgeraden omdat bij het aansluiten van meerdere toestellen de optelsom van (HF-)lekstromen een zodanige waarde kan bereiken dat de aardlekschakelaar onbedoeld kan aanspreken.
Met een 3x25A-groepenkast kun je dus met 11kW laden, maar alleen als de interne lader met drie fasen overweg kan. Exact hetzelfde geldt voor publieke laadpalen. Die zijn allemaal driefasig en kunnen 11 tot 22kW leveren, mits de interne lader van de auto dat aankan.
Een type B aardlekschakelaar is een combinatie van een type A en heeft een extra meetcircuit om DC stromen te kunnen meten. Type B Aardlekbeveiliging gebruik je bijvoorbeeld bij laadpalen en zonnepanelen met een DC lekstroom boven de 6mA.
Omvormers uitgerust met een scheidings transformator mogen worden beveiligd met een aardlekschakelaar Klasse A (TYPE A). Omvormers zonder scheidingtransformator MOETEN worden beveiligd met een aardlekschakelaar Klasse B (TYPE B).
De werking van een ABB 3 fase aardlekschakelaars is het meten van de lekstroom, indien er meer stroom uitgaat dan er binnenkomt slaat de aardlekschakelaar uit, en is een gedeelte van de installatie spanningsloos. Dit om eventuele elektrocutie en brand te voorkomen.
ANTWOORD: Volgens de NEN1010 mogen er MAXIMAAL 4 groepen achter één aardlekschakelaar 30mA. TOELICHTING: Bij een te hoge lekstroom wordt de aardlekschakelaar aangesproken. Wanneer je 5 of meer eindgroepen hebt is de som van de maximale acceptabele lekstroom zo hoog, dat deze waarde de schakelaar kan doen afslaan.
Om tegen direct aanrakingsgevaar beveiligd te zijn moet de elektrische installatie voorzien zijn van een aardlekschakelaar volgens IEC 61008 of IEC 61009 met een aanspreekstroom van maximaal 30mA. Deze aardlekschakelaar schakelt aardlekstromen groter dan 30mA binnen een veilige tijd af.
Wat is het verschil tussen B- en C karakteristiek? Een automaat met B karakteristiek wordt gebruikt in woningen omdat de uitschakelstroom lager is.Bij een hogere inschakelstroom is C karakteristiek nodig. Voorbeelden voor B karakteristiek zijn: verlichting, stopcontacten, een koelkast.
Het belangrijkste voordeel van een aardlekautomaat is dat deze bij een te hoge lekstroom alleen de groep uitschakelt waar de storing zich bevindt. De overige groepen worden niet uitgeschakeld. Een aardlekschakelaar schakelt bij een storing alle groepen uit waarop de aardlekschakelaar is aangesloten.
In NEN 1010 zijn enkele algemene eisen beschreven in het toepassen van aardlekschakelaars: Een tweepolige 30mA- aardlekschakelaar mag maximaal vier eindgroepen beveiligen (bepaling 531.2.1.3); (opm. maar soms is vier al te veel om onbedoeld uitschakelen te voorkomen).