In de EER zijn de vier vrijheden van de interne markt (vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal) en aanverwant beleid (concurrentie, vervoer, energie en economische en monetaire samenwerking) opgenomen.
De vier vrijheden in de Europese Unie zijn het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.
De Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt introduceerde in 1941 de vier vrijheden: vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, vrijwaring van gebrek en vrijwaring van vrees.
De laatste vrijheid in de Europese interne markt is het vrij verkeer van kapitaal. Volgens het Europees recht moet kapitaal zich vrij kunnen bewegen door de Europese interne markt. Kapitaal kan geld zijn, maar ook waardepapieren zoals aandelen, obligaties en investeringen.
Het vrij verkeer van goederen is het resultaat van de opheffing - in het handelsverkeer tussen de EU-lidstaten - van de douanerechten en gelijkwaardige heffingen, alsmede de opheffing van kwantitatieve beperkingen voor het handelsverkeer en maatregelen van gelijke werking.
Een van de meest genoemde redenen is de afwezigheid van grenscontroles. Het afschaffen van de grenscontroles binnen Europa is anders dan velen denken geen besluit van de Europese Unie, maar komt voort uit een aparte regeling tussen Europese landen, het Verdrag van Schengen.
Dankzij het vrij verkeer van personen kunnen bewoners van de EU zonder restricties reizen in andere EU-lidstaten. Dit geldt ook voor bewoners van de drie landen die geen lid zijn van de EU maar wel deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte (EER): Liechtenstein, Noorwegen en IJsland.
Maatregelen zonder onderscheid
Volgens het arrest Cassis de Dijon zijn ook maatregelen die geen onderscheid maken tussen nationale en ingevoerde goederen verboden. Dit verbod is ook van toepassing op andere vrijheden.
Het vrij verkeer van diensten is alleen van toepassing voor zover één van de andere vrijheden dat niet zijn. Het vrij verkeer van diensten beslaat dus een 'restvrijheid'.
Bij de Europese Economische Ruimte (EER) horen alle EU-landen plus Liechtenstein, Noorwegen en IJsland.
Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs.
Vrij verkeer van goederen
Sinds het Verdrag van Maastricht (1992) worden goederen bij het overschrijden van de binnengrenzen van de EU niet meer aan controles onderworpen en vormt de EU één enkel grondgebied. De afschaffing van douanerechten binnen de EU is gunstig voor het onderlinge handelsverkeer van de lidstaten.
De samenstelling van de Europese Unie per 1 januari 2013: België, Bulgarije, Duitsland, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, ...
Het gaat om de eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren (zie de paragraaf over de waarden van de EU hieronder).
Het Verdrag van Schengen, eigenlijk de Verdragen van Schengen, regelt het vrije verkeer van personen in een aantal Europese landen, de zogenoemde Schengenlanden. Momenteel vallen er zesentwintig landen in de Schengenzone. Binnen deze landen mogen ingezetenen dus vrij reizen.
Horizontale bevoegdheidsverdeling betreft de onderlinge bevoegdheden van de EU-instellingen zelf. Verticale bevoegdheidsverdeling betreft de verhouding tussen de EU aan de ene kant en de lidstaten aan de andere kant.
Dergelijke kwantitatieve invoer- en uitvoerbeperkingen zijn verboden. Kwantitatieve restricties zijn alle wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften of administratieve maatregelen die de in- of uitvoer van één of meer producten naar de hoeveelheid of naar de waarde van de goederen beperken.
Indirecte discriminatie, ook wel "verkapte" discriminatie genoemd, houdt in dat formeel gezien geen onderscheid wordt gemaakt op grond van de nationaliteit, maar dat een bepaalde voorwaarde moeilijker te vervullen is voor buitenlandse werknemers dan binnenlandse werknemers.
Een maatregel van gelijke werking wordt aangemerkt als 'iedere regeling die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren'. Dit volgt uit de zaak Dassonville. Het gaat hierbij om zowel discriminerende als niet-discriminerende maatregelen.
Art. 34 VWEU heeft altijd verticale rechtstreekse werking.
EU/EER burgers zijn alle die de nationaliteit van een EU (Europese Unie) of EER (Europese Economische Ruimte) land hebben.
EU-burgers hebben het recht om naar een ander EU-land te verhuizen om daar te werken zonder werkvergunning. Burgers van landen buiten de EU hebben in sommige gevallen het recht in een EU-land te werken of recht op een gelijke behandeling op het gebied van arbeidsvoorwaarden.
Als burger van de EU geniet u het recht van vrij verkeer. Dit betekent dat u naar een ander EU-land mag reizen, en dat u daar mag werken en wonen. Als u burger bent van een Schengenland — de meeste EU-landen zijn ook Schengenlanden — mag u bovendien vrij en zonder grenscontroles naar andere Schengenlanden reizen.