Kortwerkende insulines werken binnen 10-30 minuten en werken 2 tot 8 uur lang. Middellangwerkende insulines binnen 1-2 uur, 16 tot 24 uur lang. Langwerkende insulines werken binnen 1-2 uur, 24 uur lang. U krijgt uitleg hoe u moet spuiten en hoe u kunt testen hoeveel suiker er in uw bloed zit.
De werkingsduur is 3 tot 5 uur. Nauwkeurige glucosecontrole wordt aanbevolen tijdens de overschakeling en in de eerste weken daarna (zie rubriek 4.4). NovoRapid is een snelwerkende insuline-analoog.
Kortwerkende insuline werkt het snelst als het onder de buikhuid wordt geïnjecteerd. Wanneer de insuline maar heel geleidelijk zijn werk moet doen, dus bij langwerkende insuline, is het beter om te injecteren in bil of been.
NovoMix 30 is een bifasische suspensie van de insuline-analoog, insuline aspart. De suspensie bevat snelwerkend en middellangwerkend insuline aspart in de verhouding 30/70. NovoMix 30 is uitsluitend bestemd voor subcutane toediening.
De kortwerkende insuline zorgt voor de verwerking van de koolhydraten van het ontbijt en de avondmaaltijd. Voorbeelden van combinatie-insuline: NovoMix® 30, 40 en 50, Humalog Mix® 25, (NovoMix® 30 betekent 30% Novorapid® en 70% Insulatard®, NovoMix® 40 betekent 40% Novorapid® en 60% Insulatard® etc.).
Kort werkende insuline (gewone, zogenoemde 'regular' insuline) die een halfuur tot kwartier vóór de maaltijd wordt gebruikt (actrapid, humuline, insuman rapid). Deze insuline werkt zes tot acht uur. Middellang werkende insuline (matig langzaam opgenomen) die bijvoorbeeld 's avonds wordt gebruikt (NPH-insuline).
Waar nooit geïnjecteerd mag worden: - In een geopereerde buik of been. - Door vocht gezwollen injectiegebied of trombosegebied. - Lipodystrofie b.v. lipohypertrofie (verdikking van het onderhuids vetweefsel) of lipoatrofie ( putjes in het onderhuids vetweefsel).
Er kan een bloeddruppeltje ontstaan op de injectieplaats. Een pleister is meestal niet nodig. Let op: Wrijf na het injecteren niet over de injectieplaats. Dit kan blauwe plekken verergeren of veroorzaken.
Breng de naald helemaal in de huid en injecteer de insuline langzaam. Wanneer de injectieknop weer op 0 staat, de naald nog minstens 10 seconden in de huid laten zitten om ervoor te zorgen dat de volledige dosis geïnjecteerd is.
Studies laten zien dat Fiasp® een sneller absorptie heeft dan Novorapid®, waardoor de werking 5 minuten eerder intreedt en de maximale werking 11 minuten eerder is dan bij Novorapid®. Dit leidt tot een lagere glucosetoename na de maaltijd. Er is echter geen verschil in het totale glucoseverlagende effect.
Kortwerkende insuline is verkrijgbaar onder de merknamen Actrapid, Apidra, Fiasp, Humalog, Humuline Regular, Insuline aspart, Insuline lispro, Insuman Implantable, Insuman Infusat, Insuman Rapid, Lyumjev en Novorapid.
Langwerkende insuline is te verkrijgen onder de merknamen Lantus, Levemir, Toujeo, Tresiba en Abasaglar. De combinatie van kort- en middellangwerkende insuline is op de markt onder de merknamen Actraphane, Humuline, Humalog Mix, Insuman Comb, Mixtard en Novomix.
Bij het gebruik van een insulinepomp wordt er snelwerkende insuline toegediend. Basaal heeft met de hoeveelheid insuline die je per uur toegediend krijgt te maken. Deze is afgestemd op jouw persoonlijke behoefte.
Een kortwerkende insuline verlaagt de hoeveelheid bloedsuiker al na 10 tot 30 minuten; de werking houdt 2 tot 8 uur aan. De middellange soorten werken na 1 tot 2 uur en de werking houdt 16-24 uur aan.
Langwerkende insuline is te verkrijgen onder de merknamen Lantus, Levemir, Toujeo, Tresiba en Abasaglar. De combinatie van kort- en middellangwerkende insuline is op de markt onder de merknamen Actraphane, Humuline, Humalog Mix, Insuman Comb, Mixtard en Novomix.
Waar kan ik het beste mijn insuline injecteren? Insuline moet toegediend worden in het onderhuidse vetweefsel (subcutaan) van de buik, benen of billen. Vanuit de buik wordt insuline sneller opgenomen dan vanuit de zijkant van de benen of billen.
Pijn. De ene injectie is pijnlijker dan de ander, hoe kan dit? Er kunnen verschillende redenen hiervoor zijn, zoals een botte naald, spierinjectie, maar ook de dikte en de slijping van een naald spelen een rol. De dikte van een naald wordt aangegeven in Gauges (G), hoe dunner de naald hoe groter de Gauges.
De opname van insuline verschilt echter vanuit arm, bil, bovenbeen of buik. Injectie in de bovenarm wordt afgeraden omdat de kans op intramusculaire in plaats van subcutane toediening daarbij groter is. Opname vanuit de buik gaat sneller dan vanuit de bil en het bovenbeen.
Omdat een grote hoeveelheid insuline op een plek pijnlijker is bij spuiten en langzamer in het bloed wordt opgenomen wordt vaak een maximum van 50 eenheden per injectie aangeraden. Een hoge dosis zal dan over meerdere injecties per dag verdeeld moeten worden.
Rond de navel moet niet worden gespoten omdat in dit gebied vrij veel zenuwen en bloedvaten lopen, waardoor het injecteren pijnlijker kan zijn. Houd altijd 3 vingers afstand rond de navel.
Het nodige aantal eenheden insuline varieert van persoon tot persoon (8 tot 200 eenheden). Meestal begin je met het inspuiten van 10 eenheden insuline 's avonds. In samenspraak met je arts kun je dan zelf de dosis verhogen, bijvoorbeeld om de drie dagen.
Troebele insuline, bijvoorbeeld Insulatard of een mix-insuline moet u altijd ongeveer twintig keer 'zwenken'. Bij een heldere insuline hoeft dit niet. U moet de naald elke keer na de injectie verwijderen, zodat de patroon gesloten bewaard blijft. Thuis hoeft u de injectieplaats niet te ontsmetten met alcohol.
Voorbeelden van langwerkende insuline: Lantus®, Levemir®, Toujeo®, Tresiba®. U spuit deze insuline over het algemeen 's ochtends óf 's avonds voordat u gaat slapen. De werking van deze insuline begint ongeveer 1 à 2 uur na het inspuiten.
Metformine is een verlager van de bloedsuiker. Het behoort tot de biguaniden. Het vermindert de hoeveelheid glucose in het bloed en vermindert de eetlust. Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte) en bij verminderde vruchtbaarheid.