Antipsychotica kunnen worden ingedeeld in klassieke (1e generatie) en
Het onderscheid tussen "klassieke" antipsychotica en "atypische" antipsychotica wordt gemaakt op basis van (1) het risico van extrapiramidale ongewenste effecten en hyperprolactinemie, (2) het effect op de negatieve symptomen van schizofrenie en/of (3) de doeltreffendheid bij zogenaamde "therapie-resistente" ...
Clozapine en amisulpride zijn het meest effectief voor vermindering van de positieve en negatieve symptomen. De verschillen tussen de antipsychotica zijn meer uitgesproken op het gebied van de ongewenste effecten. De keuze van een antipsychoticum wordt voornamelijk bepaald door het profiel van de ongewenste werkingen.
Er zijn veel soorten medicijnen tegen psychose (antipsychotica). Zoals haloperidol, pipamperon, olanzapine, clozapine en risperidon.
Aanbeveling. Bij instelling op een antipsychoticum dient de behandelend psychiater rekening te houden met verschillen tussen antipsychotica in het risico op ontregeling van metabole waarden. Dit weegt het zwaarst bij clozapine en olanzapine en weegt ook zwaar, maar minder, bij quetiapine en risperidon.
Dat antipsychotica vaak bijwerkingen hebben is algemeen bekend, maar dat het ook kan leiden tot het ontstaan van diabetes type 2, obesitas en verstoringen van de vetstofwisseling is relatief onderbelicht. Deze klachten samen worden ook wel het metabool syndroom genoemd.
Welke soorten medicatie zijn er eigenlijk? Antipsychotica dempen psychotische verschijnselen en antidepressiva kunnen depressieve klachten verminderen.
Het is aangetoond dat amisulpride, clozapine, olanzapine en sulpiride een gunstig effect hebben op de depressieve symptomen, in vergelijking met de andere antipsychotica.
Voorbeelden zijn broomperidol, chloorprotixeen, droperidol, haloperidol, perfenazine, pimozide, pipamperon en zuclopentixol.
Een aantal richtlijnen adviseert bij een eerste psychose minimaal twee jaar antipsychotica voor te schrijven (Bosveld-van Haandel et al., 2001; Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ, 2005). Na meerdere episoden moet behandeling levenslang gegeven worden.
Het is echter vooralsnog onduidelijk of het gebruik van antipsychotica op lange termijn de levensverwachting van mensen met een psychotische stoornis negatief beïnvloedt en of er tussen de verschillende antipsychotica op dat vlak onderlinge verschillen bestaan.
Atypische antipsychotica worden toegepast bij de behandeling van psychische aandoeningen, zoals schizofrenie, acute manie, onderhoudsbehandeling van bipolaire stoornis en acute psychose. De atypische antipsychotica worden ook wel tweede generatie antipsychotica genoemd.
Zowel klassieke als atypische antipsychotica hebben bijwerkingen: bewegingsstoornissen (extrapiramidale symptomen zoals acute dystonie, acathisie en parkinsonisme, en vooral bij langdurig gebruik tardieve dyskinesie en tardieve dystonie), metabole stoornissen, seksuele-functiestoornissen en cardiale bijwerkingen.
Antipsychotica verhogen het risico op obesitas, hartritmestoornissen en stoornissen in de vetstofwisseling. In sommige gevallen zodanig dat er insulineresistentie en suikerziekte kan ontstaan.
Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam. Na verloop van tijd werken kalmeringsmiddelen niet meer. Gebruik kalmeringsmiddelen daarom niet langer dan 2-4 weken.
Kalmeringsmiddelen (zoals diazepam, lorazepam) helpen tegen angst en stress. Gebruik ze maximaal 2 weken. U raakt er snel verslaafd aan. Ze werken niet tegen de oorzaak van de onrust of angst.
De meest bekende en voorgeschreven kalmeringsmiddelen vallen in de categorie benzodiazepinen, zoals bijvoorbeeld valium (diazepam), alprazolam (xanax), lorazepam en oxazepam. Deze medicatie wordt ook regelmatig gebruikt om angst, paniekaanvallen en slaapproblemen aan te pakken.
Tegenwoordig wordt er bij angstklachten het meest selectieve serotonine heropname remmers voorgeschreven, beter bekend als de SSRI's. Voorbeelden van SSRI's zijn o.a.: paroxetine, fluvoxamine, fluoxetine, sertraline, citalopram, mirtazapine en escitalopram.
Als dit niet op een andere manier goed onder controle is te krijgen, schrijven artsen rustgevende medicijnen voor. Meestal is dat een antipsychoticum, zoals risperidon of olanzapine. Olanzapine vermindert onrust, angst en agressiviteit binnen een paar uur. 1 dosis werkt langer dan 24 uur.
Het juiste antidepressivum. SSRI's worden over het algemeen goed verdragen en zijn meestal eerste keus. Maar TCA's lijken weer beter te werken bij mensen met een ernstige depressie, die zijn opgenomen in een klinische voorziening. Ook voor een depressie met psychotische kenmerken gaat de voorkeur uit naar een TCA.
De medicijnen die werken tegen psychose worden antipsychotica genoemd. De werking van antipsychotica berust op hun invloed op de hersenen.
Alle 21 onderzochte antidepressiva waren effectiever dan een placebo. Sommige antidepressiva waren echter effectiever dan andere. De middelen amitriptyline, escitalopram, mirtazapine, paroxetine, venlafaxine en vortioxetine zijn het meest effectief.