De Romeinse slaaf Spartacus leidde in de eerste eeuw voor Christus een grote slavenopstand die duurde van 73 tot 71 voor Christus. Over zijn jonge jaren is vrij weinig bekend. Er wordt gezegd dat hij werd geboren in Thracië, een gebied in de huidige Balkan.
Spartacus ging de strijd aan met een supermacht
De beroemdste gladiator van het Romeinse Rijk vocht nooit in een arena, maar ging de geschiedenis in als een succesvolle rebellenleider. Spartacus (ca. 111 v. Chr.)
Spartacus ontsnapte in 73 v. Chr., samen met 80 andere slaafgemaakten uit een gladiatorenschool in Capua. Zij verscholen zich in de heuvels rond de Vesuvius, een vulkaan in de buurt van Napels. Vandaar uit ondernamen zij strooptochten waarbij zij boerderijen overvielen.
Zijn beroep was vechten op leven en dood. Maar de meeste gladiatoren deden dit niet vrijwillig. De meeste gladiatoren waren slaafgemaakten. Een enkele keer waren gladiatoren vrije Romeinse burgers.
Spartacus is ongetwijfeld de bekendste gladiator uit de Romeinse geschiedenis. Hij was afkomstig uit Thracië (het huidige Balkangebied), gevangengenomen en tot slaaf gemaakt door de Romeinen. Hij werd tot gladiator opgeleid in de gladiatorenschool van Lentulus Batiatus in Capua.
Vrouwelijke gladiatoren waren zeldzaam, maar komen wel voor in de Romeinse literatuur. Gaius Suetonius Tranquillus schrijft in zijn biografie van diverse keizers – De vita Caesarum – dat keizer Titus Flavius Domitianus het geweldig vond om te zien hoe vrouwen en dwergen in de arena tegen elkaar vochten.
De gladiatoren waren mannen met een buikje die er vaak uit vrije wil stonden. Slaven vechten op leven en dood, terwijl het publiek in extase is. Zo worden gladiatorengevechten op het witte doek neergezet, maar in de echte arena golden er strenge spelregels.
Bijzondere soorten gladiatoren
Waarschijnlijk vochten ze eerst te paard en vervolgens te voet.
Er waren allerlei varianten. Zo werden er soms wilde tijgers in het spel gebracht of werden historische veldslagen nagebootst. De gladiatorengevechten dienden niet alleen ter vermaak, maar ook voor het verspreiden van de krijgersethiek en voor het verbeteren van de verstandhouding tussen het keizerlijk hof en het volk.
Spartacus probeerde nog een overeenkomst te sluiten met Crassus, waarschijnlijk in de hoop dat Crassus bang was om overschaduwd te worden als Pompeius Spartacus zou verslaan, maar Crassus sloeg dit af. In de buurt van Senerchia vond de beslissende slag plaats en werd Spartacus verslagen.
Vast staat dat Athene de grootste slavenpopulatie had, met maar liefst 80.000 slaven in de 5de en 6de eeuw voor Christus, ongeveer drie of vier slaven per huishouden. Thucydides stelde in de 5de eeuw voor Chr. dat 20.890 slaven tijdens de Dekeleïsche Oorlog waren gedeserteerd.
Romeinen maakten geen onderscheid naar herkomst wanneer zij mensen tot slaaf maakten. Iedereen kon volgens de Romeinen dienen als slaaf. Daarnaast was het voor een slaaf mogelijk om zijn vrijheid terug te krijgen en konden zijn kinderen zelfs Romeins burger worden.
Gladiatoren waren ingedeeld in verschillende types, naargelang de wapens waarin ze getraind waren. De thraex (of Thraciër) had een kort schild, hoge beenplaten en een kort kromzwaard. De murmillo had een langer schild, kortere beenplaten en een lang zwaard. Zijn helm had een hoge vertikale kam en een brede rand.
Een Amfitheater is een Romeinse arena. In een Amfitheater werden gladiatorengevechten gehouden, maar ook dierengevechten.
Gladiatoren waren meestal slaven die voor de lol van de keizer en andere Romeinen tegen leeuwen en 'goede' gladiatoren moesten vechten. Deze slaven waren boeren die werden ontvoerd, omdat ze niks waard waren tegenover de soldaten van de keizer.
Bloeddorstige Romeinse gladiatoren hadden weinig op met vlees. Hun dieet was met veel graanproducten grotendeels vegetarisch. Ook dronken ze een 'powerdrankje' op basis van as van verbrande planten.
Gladiatoren waren dik
In films hebben gladiatoren vaak een gespierd en getraind lichaam, maar in werkelijkheid waren de meeste vechters moddervet. Ze aten waarschijnlijk met opzet te veel, omdat een flinke vetlaag zenuwen en slagaderen beschermde tegen diepe snijwonden.
#11 Gladiator – R.
Het gevaarte is 62 meter hoog en aan beide uiteinden hangt een gondel. In iedere gondel kunnen tien mensen plaatsnemen, vijf aan elke kant. De gondel draait zelf én de arm draait rond.
In deze kooien werden tijdens gladiatorenspelen leeuwen, tijgers, olifanten, honden, wolven of andere wilde dieren gestopt. Eenmaal met kooi in de arena gehesen, ging het luik open en moest de leeuw het bijvoorbeeld tegen een neushoorn opnemen. Het was een gevecht op leven en dood.
door Romulus en Remus. In de, volgens de Romeinse overlevering, tweehonderdvijftig jaar durende (753 - 509 v. Chr.) koningstijd, zijn er na Romulus nog zes (grotendeels legendarische) koningen geweest.
Het Colosseum was geheel bedoeld voor de spelen die werden georganiseerd en gefinancierd door de heersende keizer. Bij de opening organiseerde Titus spelen die 100 dagen duurden. Volgens de overlevering waren er naast vele gladiatorengevechten de meest verbazingwekkende schouwspelen te zien.
Een gladiator was bij de oude Romeinen iemand die een gevecht leverde als volksvermaak. Het woord gladiator is afgeleid van gladius, Latijn voor zwaard, en betekent 'zwaardvechter', hoewel gladiatoren ook wel andere wapens gebruikten.
Venatio (meervoud venatio-nes, naar het Latijnse woord voor jachtpartij) noemde men in het Romeinse Rijk het volksvermaak waarbij mensen tegen wilde (roof)dieren of dieren onderling tegen elkaar in het strijdperk traden.
Een amfitheater is een ovaal open gebouw uit de Romeinse oudheid dat gebruikt werd voor gladiatorengevechten, jachtpartijen en gevechten met wilde dieren.