De pictogrammen met een vluchtmannetje, een pijltje en een deur dienen om de richting van de route aan te duiden. Een pijl naar boven betekent "rechtdoor", of hangt boven een effectieve nooduitgang.
Waar zijn nooduitgang bordjes verplicht. In elk gebouw zijn nooduitgang bordjes verplicht, zij dienen aanwezig te zijn boven nooduitgangen in de gevel en binnendeuren in de vluchtroute.
Het pictogram nooduitgang behoort tot de categorie reddings- en hulpsignalen. Je kan het herkennen aan de witte pijl op een groene achtergrond, de pijl vaak vergezeld van een vluchtend mannetje, een witte rechthoek of vierkant.
Een pictogram nooduitgang geeft aan waar de nooduitgang zich precies bevindt. Dit pictogram markeert de daadwerkelijke deur of uitweg die mensen in een noodsituatie kunnen gebruiken om het gebouw te verlaten. Pictogram uitgang buiten-draaiend is voor het aanduiden van zowel een uitgang als een hoofduitgang.
De nooduitgang verlichting moet goed zichtbaar zijn en hangen op een plek waar al het personeel en de bezoekers het kunnen zien. De nooduitgang verlichting moet daarnaast voldoen aan bepaalde eisen van de NEN 3011 voor de gebruikte veiligheidstekens en -kleuren, en aan NEN-EN 1838 voor de zichtbaarheidseisen.
De deur naar een vluchtroute moet altijd open staan. Een vluchtroute moet minimaal 0,85 cm breed zijn en 2.30 m hoog. De deuren die gebruikt worden in een vluchtroute moeten automatisch sluiten. Vloer- en wandbekleding van de vluchtroute is altijd onbrandbaar.
Een veelvoorkomende vraag in de bouwveiligheid is of nooduitgangborden boven deuren gecentreerd moeten worden. Het antwoord hangt af van de indeling en het ontwerp van het gebouw, maar het primaire doel is altijd een duidelijk zicht. Hoewel het centreren van nooduitgangborden boven deuren effectief kan zijn, is het slechts soms vereist .
Met een nooduitgang bord geeft u aan welke richting men op moet in geval van nood. Deze borden zijn inclusief verlichting. Dat betekent dat ook 's nachts of bij stroomuitval duidelijk is waar de nooduitgang zich bevindt. Elk bord beschikt over LEDs als bron voor de lichtopbrengst.
Pictogrammen noemen we ook wel iconen. In de semiotiek of tekenleer zijn iconen een soort tekens die uitbeelden wat er wordt bedoeld. Zo beeld je een kip uit als je kippen bedoelt. Symbolen zijn een ander soort tekens, die vaak een afgesproken vorm hebben waarbij de lezer de conventie moet kennen om ze te begrijpen.
Nooduitgangborden zijn doorgaans rood of groen vanwege de manier waarop mensen met deze kleuren omgaan . Rood wordt over het algemeen gezien als een "waarschuwing", terwijl groen staat voor de wens om te "gaan". Rode nooduitgangborden geven aan dat er een directe vluchtroute beschikbaar is wanneer er een noodgeval is.
Een nooddeur is bij definitie een deur die enkel en alleen gebruikt mag worden om een gebouw uit te vluchten. Deze deur is doorgaans een geluidswerende en brandwerende enkelvleugelige deur die naar buiten toe opendraait. De nooddeur mag geen schuifdeur zijn. Een nooddeur kan uit staal of aluminium vervaardigd worden.
Een nooduitgang in een gebouw of andere constructie is een speciale uitgang die wordt gebruikt tijdens noodsituaties zoals brand . Het gecombineerde gebruik van normale en nooduitgangen zorgt voor snellere evacuatie, en nooduitgangen bieden alternatieve manieren van evacuatie als normale uitgangen niet toegankelijk zijn.
Hierdoor kunnen ook personen die minder bekend zijn in het gebouw bij aan calamiteit snel de (juiste) uitgang van het gebouw bereiken. Vluchtrouteaanduiding is te herkennen aan een, al dan niet verlicht, groen pictogram met een pijl en een lopend mannetje.
Ten eerste is het in Nederland verplicht om nooduitgangen duidelijk aan te geven met goed zichtbare bordjes. Deze verplichting komt voort uit de Arbowet en het Bouwbesluit 2012.
Afhankelijk van de omvang en complexiteit van een gebouw, kan dit een 'gewone vluchtroute' zijn, een 'beschermde vluchtroute', een 'extra beschermde vluchtroute' of zelfs een 'veiligheidsvluchtroute'.
Elke deur op de vluchtroute moet eenvoudig met een lichte druk of een ontsluitingsmechanisme dat voldoet aan NEN-EN 179 en NEN-EN 1125 kunnen worden geopend. Er mag dus een panieksluiting worden aangebracht maar dat hoeft niet.
Symbolen lijken op iconen, maar kunnen een veel breder en gevarieerder niveau van betekenis overbrengen . Iconen zijn een visuele sleutel die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot een enkel stukje informatie en werken geïsoleerd van elkaar.
Een teken heeft altijd maar één betekenis, een symbool meerdere betekenissen. Een symbool geeft te denken over de hoofdzaken van het leven. Ook menselijke, dierlijke, halfmenselijke of bovenmenselijke figuren hebben binnen godsdiensten soms een heel specifieke betekenis.
Een nooduitgang is een uitgang die wordt gebruikt om in geval van nood, zoals brand, buiten te komen.
Ten eerste is een korte geschiedenis van nooduitgangsborden nodig om te begrijpen hoe ze zijn geëvolueerd en waar we nu staan. In de Verenigde Staten begon het allemaal in 1911. Een enorme brand in een kledingfabriek in het centrum van Manhattan kostte 146 werknemers het leven, wat de NFPA ertoe aanzette actie te ondernemen om mensen sneller uit gebouwen te krijgen.
De eisen die worden gesteld aan vluchtwegen gaan bij invoering van het bouwbesluit 2012 op de kop. In het huidige bouwbesluit is het in principe zo dat er altijd 2 vluchtroutes noodzakelijk zijn, tenzij de situatie zo is dat met 1 vluchtroute kan worden volstaan.
Vluchtwegen en nooduitgangen moeten natuurlijk vrij zijn van obstakels. Nooduitgangen moeten altijd open kunnen. Houd ook de buitenzijde van nooduitgangen altijd vrij van goederen. Ook de vluchtweg buiten het gebouw, bijvoorbeeld tussen het gebouw en de erfscheiding, moet vrij zijn.
Alle vluchtroutes in een gebouw, inclusief gangen, trappenhuizen en corridors , moeten worden verlicht met noodverlichting, zodat iedereen met normaal zicht de weg naar de uitgang kan zien. Binnenkamers, badkamers en opslagruimtes die groter zijn dan een bezemkast hebben geen ramen en vereisen daarom noodverlichting.
Objecten niet zijn toegestaan zodra ze de vrije breedte van 0,85 meter in de verkeersruimte verkleinen. Artikel 6.15a schrijft zelfs voor dat objecten als elektrische fietsen, scootmobielen en brandbaar meubilair in geen geval aanwezig mogen zijn in gemeenschappelijke verkeersruimte waardoor een vluchtroute voert.