Afschrijving, met of zonder btw? Als je een eenmanszaak hebt, recupereer je de btw (indien mogelijk) via de btw-aangifte. Indien er sprake is van niet-aftrekbare btw, wordt die opgeteld bij de nettowaarde exclusief btw in je afschrijvingstabel (een overzicht van de investering en het bedrag dat je elk jaar aftrekt).
De formule voor deze berekening van de afschrijving luidt: afschrijving per jaar = (aanschafkosten - restwaarde) : vermoedelijke gebruiksduur. U koopt een machine. De aanschafprijs bedraagt € 30.000, de vermoedelijke gebruiksduur is 10 jaar en de restwaarde na 10 jaar is € 5.000.
Omdat bedrijfsmiddelen een aantal jaren meegaan, mag u niet alle kosten aftrekken in het jaar van aanschaf. In plaats daarvan moet u afschrijven. Dat houdt in dat u de kosten verdeelt over de jaren waarin u het bedrijfsmiddel gebruikt. Elk jaar kunt u dus een deel van de kosten aftrekken.
Als je deze gegevens op een rijtje hebt, is de som voor afschrijven als volgt: (Aanschafprijs – restwaarde) / levensduur in jaren. De uitkomst van deze som zijn de jaarlijkse afschrijvingskosten. Deze worden ieder jaar 'afgeschreven' van de boekwaarde.
Afschrijvingskosten zijn de bedragen die je jaarlijks over grote investeringen afschrijft. Dit doe je op de balans. Door af te schrijven spaar je alvast een gedeelte van het investeringsbedrag. Als iets kapot gaat, kan je dat potje gebruiken.
Afschrijven gebeurt over de materiële vaste activa (met als uitzondering grond). Voorbeelden van vaste activa waarover we afschrijven zijn gebouwen, auto's en inventaris (zoals computers). Afschrijvingen worden gerekend als kosten en verminderen dus het eigen vermogen.
Als je schat dat de auto 10 jaren mee zal gaan, moet je dus elk jaar 1/10 afschrijven. Afschrijvingen zijn geen uitstroom van geld en dus geen uitgave. De afschrijvingen boek je in je resultatenrekening als kosten. Afschrijvingen zijn dus geen uitgaven, maar wel kosten.
Een afschrijving boek je ten opzichte van de waarde van het bedrijfsmiddel, waardoor het totaal aan activa af zal nemen. De afschrijvingskosten neem je op in de winst- en verliesrekening, zodat die invloed hebben op het resultaat en de belastingen.
Sinds aanslagjaar 2021 moet je bij het afschrijven rekening houden met volgende regels: Afschrijvingen moeten steeds pro rata temporis gebeuren; Afschrijvingen mogen enkel nog lineair gebeuren; Voor bijkomende kosten heb je de keuze om ze in één keer in mindering te brengen of om ze mee af te schrijven.
U mag per jaar maximaal 20% van de aanschafprijs afschrijven. Voor uw laptop is dat 20/100*€ 1.000 = € 200.
Bij een resultatenrekening tel je afschrijvingen actief mee. Bij een balans doe je dit niet. Je zet de waarde voor goederen waarop je afschrijft gewoon ieder jaar voor een lager bedrag op de balans.
Lineaire afschrijvingsmethode
Als je bijvoorbeeld aan auto aanschaft die 20.000 euro kost en je raamt een restwaarde van 2.000 euro, moet je 18.000 euro afschrijven. Bij een levensduur van vier jaar (48 maanden) schrijf je 375 euro per maand af. Deze methode is het eenvoudigst en wordt het vaakst gebruikt.
Bedrijfsmiddel. Ondernemingen in Nederland schrijven af op de activa die ze gebruiken. De stelregel is, dat als een bedrijfsmiddel over meerdere jaren gebruikt wordt, u fiscaal verplicht bent een afschrijving ten laste van het resultaat te brengen in het jaar dat het bedrijfsmiddel gebruikt wordt.
Je nieuwe zakelijke computer, telefoon of laptop afschrijven gebeurt in 5 jaar. Ook al weet je van te voren dat je telefoon of laptop geen 5 jaar mee gaat, moet er in 5 jaar worden afgeschreven. De afschrijving is bepaald en vastgesteld door de belastingdienst. De BTW vraag je wel meteen terug.
Geef op het tabblad 'Afschrijvingen' bij Aantal termijnen het aantal periodes in van de totale looptijd. Zorg ervoor dat het juiste boekjaar en de juiste periode staan ingesteld bij Begin in. Het 'Nog te verdelen bedrag' is het af te schrijven bedrag dat wordt gevormd door de aanschafwaarde minus de restwaarde.
Afschrijvingen zijn boekhoudkundige waardedalingen van middelen/bezittingen van een bedrijf. Met de gehanteerde afschrijvingen komt in de boekhouding naar voren hoeveel een bepaald gebruiksobject (bijvoorbeeld een bedrijfsauto of machine) in waarde is gedaald over een bepaalde periode.
U mag niet meer afschrijven wanneer de bodemwaarde van het pand is bereikt. Het begrip bodemwaarde is een fiscaal begrip. Het heeft niets te maken met de waarde van de grond. Het is ook niet hetzelfde als de restwaarde.
De afschrijving die elk jaar moet worden geboekt kan als volgt worden berekend: (aanschafwaarde – restwaarde) / afschrijvingstermijn. In dit voorbeeld bedraagt de afschrijving per jaar: (€ 30.000 – € 5.000) / 5 = € 5.000.
Degressieve afschrijving is mogelijk voor alle belastingplichtigen die de aftrek van hun werkelijke beroepskosten vragen. Het stelsel van de degressieve afschrijvingen moet toegepast worden vanaf het jaar waarin het goed is verkregen of tot stand gebracht.
Je kunt de boekwaarde berekenen met een formule. Je neemt dan de aanschafwaarde minus de afschrijvingen en je vermenigvuldig dit met het aantal jaren. Vaak wordt de boekwaarde verwart met de restwaarde. De restwaarde is een bedrag oftewel waarde wat een activa nog opbrengt na de afschrijvingsperiode.
Wat zijn aflossingen? Andersom is een aflossing wel een uitgave maar geen kost, dat zit namelijk zo. Als je een lening hebt en je gaat aflossen dan geef je eigenlijk een deel van dat geleende geld terug aan de bank. Je pakt dus wel je portemonnee, je haalt er wel geld uit en dat geef je ook aan de bank.
Uitgaven die geen kosten zijn: dividendbetalingen, kopen van grond, lening aflossen. Uitgaven die tegelijk ook kosten zijn: directe betalingen van bijvoorbeeld salarissen of inkopen. Uitgaven die later tot kosten zullen leiden: bedragen die je vooruit hebt betaald, investeringen in materiele vaste activa.
Aflossing van een lening en privé opname van geld komen nooit op een resultatenbegroting omdat het geen kosten zijn (het gaat niet ten laste van de winst). Het zijn betalingen (uitgaven).
Een zakelijke auto afschrijven, hoe gaat dat? Een zakelijke auto afschrijven moet in maximaal vijf jaar en gaat via de lineaire methode. Afschrijving per jaar = (aanschafkosten - restwaarde) / vermoedelijke gebruiksduur. Voorbeeld: € 35.000-€ 5.000 = € 30.000/5 = € 6.000 per jaar.