basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
niveau 3F: niveau dat leerlingen na afronding van HAVO of MBO-4 bereikt moeten hebben. niveau 3S: niveau voor vwo-leerlingen die bij rekenen meer aankunnen dan 3F. niveau 4F: niveau dat leerlingen na afronding van het VWO bereikt moeten hebben. niveau 4S: niveau voor vwo-leerlingen die bij taal meer aankunnen dan 4F.
Nederlands referentiekader van taalniveaus
Niveau 1F: "basisgebruiker", basisonderwijs. Niveau 2F: "onafhankelijke gebruiker", VMBO, MBO-1, MBO-2 en MBO-3. Niveau 3F: "onafhankelijke gebruiker", HAVO en MBO-4. Niveau 4F: "vaardige gebruiker", VWO.
Wat moet ik kunnen voor het centraal examen Nederlands havo en vwo? Het centraal examen (CE) Nederlands voor havo en vwo bestaat uit twee onderdelen: Leesvaardigheid: teksten analyseren, interpreteren en beoordelen; Argumentatie: een betoog analyseren en beoordelen.
Nadere informatie: vragen en teksten Het examen bestaat uit 35 tot 55 vragen die gezamenlijk minimaal 55 scorepunten opleveren.
In de bovenbouw van havo/vwo draait het om literatuurgeschiedenis en de leeslijst. Havisten moeten acht boeken lezen en vwo'ers twaalf. Lezenvoordelijst is ontwikkeld door vakdidacticus Theo Witte (Rijksuniversiteit Groningen).
Als je niveau B2 hebt bereikt, ervaar je vrijwel geen problemen met het communiceren in de nieuwe taal; jij begrijpt anderen en anderen begrijpen jou. Het kan zo zijn dat je bijvoorbeeld wat betreft lezen en begrijpen op een hoger niveau komt dan wat betreft spreken en schrijven.
Taalniveau C2
Beheersing – kan zonder moeite alles begrijpen wat hij/zij hoort of leest en kan zichzelf spontaan, zeer vloeiend, precies en genuanceerd uitdrukken, ook in meer complexe situaties.
taalniveau C2
C2 is het taalniveau van zeer taalvaardige mensen. Ze begrijpen eigenlijk alle teksten.
Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. De overgrote meerderheid van de bevolking begrijpt teksten op taalniveau B1. Ook mensen die geen (hoge) opleiding hebben gehad. Een tekst op B1-niveau bestaat uit makkelijke woorden die bijna iedereen gebruikt.
Het niveau B1 van ERK/CEFR is sterk vergelijkbaar met niveau 2F. Niveau 3F geldt als eindniveau voor havo en mbo-4. Niveau B2 is sterk vergelijkbaar met niveau 3F.
3F Luisteren
De tekst heeft een complex onderwerp (met een hoger abstractieniveau) met meerdere dilemma's en meningen. De tekst bevat concreet taalgebruik, met een enkel 'moeilijk' woord dat wordt uitgelegd of uit de tekst te herleiden is.
2 (volledig C1-niveau). Kan vrijwel alles wat hij hoort of leest gemakkelijk begrijpen. Kan informatie die afkomstig is van verschillende gesproken en geschreven bronnen samenvatten, argumenteren reconstrueren en hiervan samenhangend verslag doen.
3F, wat moet je kunnen? Als je doorklikt zie je wat je voor Nederlands moet kunnen aan het eind van de havo, het mbo of klas 4 vwo.
In het secundair volwassenenonderwijs kunt u cursussen volgen van de 2de en 3de graad BSO en TSO. Vroeger noemde men dit 'B2'. Het omvat ook het studiegebied 'Algemene Vorming' (het vroegere tweedekansonderwijs). Zo is het mogelijk om een volwaardig diploma secundair onderwijs te behalen.
De voornaamste gedachten binnen een complexe tekst begrijpen over zowel concrete als abstractere onderwerpen, waaronder technische discussies binnen zijn/haar vakgebied. Vloeiend communiceren met een dusdanige spontaniteit, wat algemene interactie met native sprekers van het Engels mogelijk maakt, zonder spanning.
Mensen met taalniveau B2 kunnen artikelen en verslagen over hun eigen interesse- en vakgebieden begrijpen. Hetzelfde geldt voor teksten over eigentijdse problemen. Ook literair proza begrijpen deze lezers meestal wel, zolang het eigentijds is.
Om toegang te krijgen tot een opleiding moet je namelijk kunnen aantonen dat je Nederlands kunt lezen, luisteren, schrijven en spreken op B1-niveau (voor mbo-opleidingen) of op B2-niveau (voor hbo-opleidingen en de universiteit).
Taaleis Wet IKK
Alle Nederlandse diploma's vanaf mbo-niveau 4 gelden als voldoende bewijs voor de taaleis. Bij mondelinge vaardigheid voldoet taalniveau 3F.
Verschillen in taalniveaus
Het niveau 1F is niet hetzelfde als het niveau A2. En zo is het niveau 2F ook niet hetzelfde als het niveau B1. Dit komt omdat de taalgebruiker met het niveau 1F of 2F is opgegroeid met de Nederlandse taal. Hierdoor heeft hij in zijn opvoeding al veel woorden geleerd.
Taalniveau B1 is begrijpelijk voor bijna iedereen
Een tekst op taalniveau B1 begrijpt bijna iedereen (zo'n 95% van de bevolking). Ook mensen die geen hoge opleiding hebben gehad en voor hun werk nooit hoeven te lezen.
eind onderbouw havo/vwo minstens niveau 2 | 12-15 jaar. eind 5 havo minstens niveau 3 | 15-18 jaar. eind 6 vwo minstens niveau 4 | 15-18 jaar.
| niveau 3 | Het gouden ei
Het boek is dun en spannend en gaat over misdaad en liefde. Niet voor niets werd het werk van Krabbé in 1993 bekroond met de Diepzeeprijs, een prijs voor door havo- en vwo-scholieren meest gewaardeerde schrijvers.