Realschule (niveau VMBO-t/HAVO) Gymnasium (niveau VWO); deze opleiding wordt afgesloten met het Zeugnis der Allgemeinen Hochschulreife.
Na de basisschool gaan de kinderen verder met Hauptschule (vmbo), Realschule (vmbo-t, havo) of het Gymnasium (vwo).
basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Het voortgezet onderwijs omvat het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo), het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en het praktijkonderwijs. Het vwo, havo, vmbo en praktijkonderwijs vallen onder de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO).
B1-niveau (onafhankelijke gebruiker)
een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd zijn of van persoonlijk belang; een beschrijving geven van ervaringen en gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities; kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen.
In Duitsland bestaat er geen niveau dat precies overeenkomt met het Nederlandse mbo. Jongeren die een beroepsopleiding volgen, doen een Ausbildung (anders dan studenten die een Studium doen). Dit is een combinatie van theorie, die je in een vakschool leert, en praktisch werk dat je binnen een bedrijf doet.
Havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). De opleiding duurt vijf jaar en in tegenstelling tot een vmbo-diploma geldt een havo-diploma wél als een startkwalificatie.
Havo en VWO zijn niveaus in Nederland. VWO is het hoogste niveau, je hebt wel nog VWOtto (tweetalig) en VWOgymnasium (met Grieks en Latijn) en op onze school heb je ook VWOplus, dat is met iets meer praktijkopdrachten en een deel ook tweetalig. VWO duurt 6 jaar. Havo is een niveau 'lager' dan VWO en duurt 5 jaar.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
Het niveau van het eindexamen Engels wordt ingeschat als een B2 examen.
De havo heeft het laagste percentage (84%) met een gemiddeld centraal examencijfer boven de inspectienorm van alle schoolsoorten. De havo heeft het laagste slagingspercentage (87%) van alle schoolsoorten. De havo heeft het grootste percentage zittenblijvers.
De havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) duurt 5 jaar.
Met een havodiploma, een vwo-diploma of een mbo 4-diploma kunt u een opleiding gaan volgen aan een hogeschool. Voor toelating tot een universiteit heeft u een vwo-diploma of een propedeuse (eerste jaar) van een hbo-opleiding nodig.
De Fachhochschule is het best te vergelijken met de Nederlandse hogeschool.
Het vwo is niet veel moeilijker dan havo
De meerderheid vindt het vwo niet veel moeilijker dan de havo, al neemt de moeilijkheidsgraad wel iets toe naarmate je verder komt. Er wordt dieper op de stof ingegaan en je hebt meer inzicht nodig, ondervond Hugo.
Na havo, vwo of mbo: Wat is een bachelor? Een bacheloropleiding kun je volgen aan de hogeschool of de universiteit. Een hbo-bachelor kan je starten na een afgeronde opleiding in het voortgezet onderwijs (havo of vwo) of in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). De opleiding duurt 4 jaar en is vrij praktijkgericht.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Mbo onderwijs
Je krijgt algemene vakken (zoals Engels en Nederlands), praktijkvakken, stages en projecten. Het eindniveau van mbo-niveau 4 is gelijk aan de havo.
Op de havo ging het zelfs beter: 85,6% slaagde dit jaar, terwijl dat vorig jaar 85,5% was! Bij de vwo'ers was er ook 'n lichte daling: dit jaar rondde 86,2% van de vwo'ers z'n opleiding af.
Hauptschule (meestal ter voorbereiding op een praktische beroepsopleiding) Realschule (niveau VMBO-t/HAVO)
Niveau 4 opleidingen: – Je moet de onderdelen Lezen en Luisteren beheersen op niveau B1. – Je moet de onderdelen Spreken, Gesprekken voeren en Schrijven beheersen op niveau A2.