Al jarenlang is Zweden de lidstaat met de hoogste arbeidsdeelname van vrouwen. Bij de mannen is Tsjechië koploper, gevolgd door Malta. Daarna komen de Nederlandse mannen, die vergeleken met 2017 twee plaatsen stegen op de ranglijst.
Liesbeth Staats reist naar België, Frankrijk en Finland, drie landen waar verreweg de meeste vrouwen wel fulltime werken. In België is het verschil met Nederland al enorm. Werkende moeders noemen zichzelf ploetermoeder omdat zij naast hun baan vaak ook voor het huishouden en de zorg opdraaien.
Veel van de cijfers verklaren zichzelf: vrouwen zijn vaker financieel afhankelijk omdat ze meer in deeltijd werken en ze werken meer in deeltijd omdat er voor een groter deel van de zorgtaken op hen gerekend wordt. Waar komt dat deeltijdwerken vandaan? Het deeltijd werkverband stamt uit de jaren 80.
De situatie in Nederland
In 2021 werkte volgens het CBS 66,5 procent van de vrouwen in een betaalde baan. Van de mannen werkte 74,3 procent betaald. Vrouwen werken veel vaker parttime dan mannen.
Veel vrouwen (29%) gaven toen het huishouden op als hun belangrijkste taak. Het aandeel werkende vrouwen neemt echter sterk toe. Tussen 1994 en 2007 groeide in de EU15 het aandeel werkende vrouwen van 49 naar bijna 60% (+11%), maar in Spanje van 31 naar tegen de 66% (+35%; veruit sterkste stijging binnen de EU15).
Veel vrouwen werken niet of in deeltijd. Daardoor heeft ongeveer 1 op de 6 vrouwen in Nederland niet genoeg geld om economisch zelfstandig te zijn. Hun inkomen is minder dan 70% van het netto minimumloon.
De verhouding tussen mannen en vrouwen in 2021 is in de totale bevolking vrijwel in evenwicht: er zijn 49,7% mannen en 50,3% vrouwen. Er bestaan echter wel verschillen tussen leeftijdsgroepen. Op jonge leeftijd zijn er meer mannen dan vrouwen, doordat er iets meer jongetjes geboren worden (51,3%).
Mannen vaakst in technische beroep, vrouwen in zorg- en welzijnsberoep. Zo'n 8 op de 10 werkenden in technische beroepen, ICT-beroepen en transport- en logistiekberoepen is een man. Ook hebben meer mannen dan vrouwen een management- of agrarisch beroep.
Werkende mannen werkten in 2021 gemiddeld 39,4 uur per week, werkende vrouwen 29,2 uur. In 2013 werkten zowel mannen met 38,8 uur als vrouwen met 27,4 uur een fractie minder. Het verschil tussen mannen en vrouwen is iets afgenomen.
Bij de geboorte van het eerste kind gaat 45 procent van de moeders minder werken of stopt. De helft van de bevolking (16 jaar of ouder) vindt dat moeders met kinderen jonger dan 4 jaar twee of drie dagen zouden moeten werken. Bijna 20 procent ziet het liefst dat moeders dan helemaal niet werken.
De belangrijkste reden waarom vrouwen vaker deeltijds werken dan mannen is hun rol thuis. Vrouwen nemen meer zorgarbeid en meer huishoudelijke arbeid op (Zie verder: Arbeid en zorg). Om die arbeidsverdeling mogelijk te maken, werken ze minder uren buitenshuis.
De nettoarbeidsparticipatie kwam in het derde kwartaal van 2023 uit op 73,2 procent. In hetzelfde kwartaal een jaar eerder was het aandeel werkenden 0,9 procentpunt lager, namelijk 72,3 procent. In alle leeftijdsgroepen werken vrouwen minder dan mannen. Het grootste verschil is te zien onder 55-plussers.
Dan zijn typische vrouwenberoepen huishoudster, schoonmaakster, verzorgster, serveerster, verkoopster, caissière, verpleegster, onderwijzeres, lerares, secretaresse, receptioniste, administratief of logistiek medewerker. Hun lonen zijn relatief laag en er zijn weinig mogelijkheden om door te groeien.
In 2021 was van de bevolking van 15 tot 65 jaar 3,1 procent van de mannen en 3,6 procent van de vrouwen werkloos. In 2013 was het werkloosheidspercentage in deze leeftijdscategorie 7,2 procent onder mannen en 7,6 procent onder vrouwen. Er waren toen naar verhouding iets meer vrouwen dan mannen werkloos.
De kortste werkweken: Nederland, Oostenrijk en Noorwegen
In de lijst van landen met de kortste gemiddelde werkweken in 2022 wordt Nederland (32,4 uur) gevolgd door Oostenrijk (33,7 uur), Noorwegen (34,1 uur) en Denemarken en Duitsland (beide 34,6 uur).
In Europa maken de Grieken de meeste uren. In Griekenland worden gemiddeld 43,8 uren per week gewerkt. Lees hier wat het gemiddeld loon in Griekenland is. Daarna volgen Slowakije, Polen , Bulgarije en Tsjechië.
39 uur per week
In Denemarken wordt het minst lang gewerkt: 37,8 uur per week. De zo gedisciplineerde Duitsers zitten ongeveer op het Europees gemiddelde met 40,4 uur. Opmerkelijk is dat er in landen die hard zijn getroffen door de crisis ook extra hard gewerkt wordt.
In 2021 waren ze het grootst in de volgende landen: Estland (20,5%), Oostenrijk (18,8%), Duitsland (17,6%), Hongarije (17,3%) en Slowakije (16,6%). Luxemburg heeft de loonkloof tussen mannen en vrouwen gedicht.
74% van de vrouwen in Nederland werkt parttime. In België is dat maar 40% en in Frankrijk 29%.
Aan de enquête namen meer dan 60.000 personen uit 90 verschillende landen deel. De mooiste vrouwen vind je terug in Noorwegen, Lithouwen, Polen en Zwitserland. Indiase dames mogen zich het vijfde knapste volk ter wereld noemen. Plaats nummer zes wordt ingenomen door Zweden, gevolgd door IJsland, Irak en Hongarije.
Er zijn zo'n 60 miljoen meer mannen dan vrouwen. Het Midden Oosten en het Vaticaan zijn ware mannenbolwerken. In Scandinavië en Rusland leven over het algemeen meer vrouwen. Dat is afhankelijk van diverse factoren zoals abortus, arbeidsmigratie, gezondheidszorg, oorlog en leefomstandigheden.
Finse vrouwen spannen de kroon: bijna 80 procent wilt vaak seks. Nederlandse vrouwen staan op de 17e plek.