Portugezen stichten in de vijftiende eeuw de eerste Europese kolonies gebaseerd op slavernij: in suikerplantages langs de Afrikaanse kust en later ook op grote schaal in Brazilië. Andere Europese landen nemen dit voorbeeld over.
De slavenhandel begon toen de Afrikaanse vorsten gijzelaars uitleverden aan de Europese handelaren. De Europeanen zagen echter al snel brood in de mensenhandel en vooral de Portugezen zetten een grootschalige slavenhandel op touw.
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
De afschaffing van de slavernij heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij de Engelsen onder druk van de publieke opinie en geleid door William Wilberforce het voortouw namen. Denemarken schafte in 1803 als eerste Europese natie de slavenhandel af.
Formeel schafte Mauritanië in 1981 de slavernij af, als allerlaatste land ter wereld. Maar pas sinds 2007 is het strafbaar slaven te houden en in 2015 werd het een misdrijf tegen de menselijkheid. 'Het zijn dode letters', oordeelt Abeid over die wetten.
Peter Stuyvesant (1592-1672)
Hij dreef als bestuurder van Nieuw-Amsterdam, het huidige New York, slavenhandel via Curaçao. Hij bezat zelf tientallen slaven en had de naam een harde en onverdraagzame bestuurder te zijn.
Haïti. Bij de Haïtiaanse Revolutie (1791-1804), waarbij de slaven van Haïti hun onafhankelijkheid op Frankrijk bevochten, werd in Haïti als eerste land ter wereld de slavernij volledig afgeschaft.
Kindsoldaten in Colombia en Afrika zijn voorbeelden van moderne slavernij. Verder werken kinderen als slaaf in steengroeven, in de tapijtindustrie in India, en op cacaoplantages in Ivoorkust. Op Haïti werken ten minste 400 duizend kinderen als slaaf, restaveks genoemd.
Na de afschaffing van de slavenhandel in 1815 door koning Willem I ingevolge het Congres van Wenen werd in het Koninkrijk der Nederlanden bijna vijftig jaar later, in 1863, de slavernij zelf afgeschaft. Al eerder waren andere koloniale mogendheden overgegaan tot afschaffing.
Suriname heette vroeger 'Nederlands Guyana'. De buurlanden van Suriname heten nog steeds 'Guyana'. Op 25 november 1975 wordt Suriname een onafhankelijke republiek. Er volgt een zeer onrustige periode met als dieptepunt een staatsgreep door militairen en politieke moorden.
De landen waar slavernij het minst voorkomt, zijn IJsland, Ierland en Groot-Brittannië. Maar ook in die landen leven meer slaven dan voorheen werd gedacht. In Groot-Brittannië werken bijvoorbeeld zo'n 4400 mensen gedwongen in de seksindustrie, de landbouw, de horeca, de bouw, in nagelsalons of als huishoudelijke hulp.
Oranjes verdienden een half miljard aan kolonies, blijkt uit eerste grote onderzoek. De voorouders van de huidige koninklijke familie hebben minstens een half miljard euro verdiend aan de Nederlandse kolonies, waar slavernij wijdverbreid was.
De slavernij duurde zo'n tweehonderd jaar. Elk jaar wordt herdacht én gevierd dat Nederland de slavernij in Suriname en op de Antillen afschafte op 1 juli 1863.
Brazilianen, Fon en Yoruba, slavenhalers en -handelaars: zij vormden vaak met slavinnen een familie en mengden zo generatieslang hun bloed. Zelfs vrije en teruggekeerde slaven probeerden op hun beurt aan slavenhandel te verdienen.
De Nederlandse slavenhandel begint in de zeventiende eeuw. De WIC koopt tot slaaf gemaakten aan de West-Afrikaanse kust, verscheept en verkoopt ze aan plantage-eigenaren in Amerika, de Nederlandse Antillen en Suriname. Daar verrichten ze vervolgens dwangarbeid op de plantages.
Van de 17e eeuw tot en met de 19e eeuw verschepen de Nederlanders bijna 600.000 mensen van Afrika naar Amerika om onder dwang te werken in slavernij.
De verklaring is eenvoudig: de afschaffing gebeurde in fases. In 1814 werd de handel in slaven al verboden, in 1860 kwam er een einde aan de slavernij in Nederlands-Indië en in 1863 werd de wet van kracht waarmee slavernij ook in Suriname en het Caribisch gebied werd afgeschaft.
Aantallen. Nederlandse handelaren verkochten en verscheepten tussen de 550.000 en 850.000 slaven in het Atlantische gebied: eerst naar Brazilië (zie: slavernij in Brazilië), later vooral naar Suriname en de Antillen.
Na het afschaffen van de slavernij op 1 juli 1863 kregen plantage-eigenaren compensatiegeld: 300 gulden per slaafgemaakte in Suriname en 200 gulden per slaafgemaakte op de Antillen. Dat kostte de Nederlandse overheid zo'n 12 miljoen gulden en besloeg tien procent van de totale overheidsuitgaven.
De Nederlandse kolonisten in Azië en het Atlantische gebied verhandelen vanaf de zeventiende eeuw mensen om te werken op plantages, in mijnen en in huishoudens. Deze slaven krijgen geen loon en moeten gedwongen werken. Dit leidt vaak tot opstanden en vluchtpogingen. Pas in 1863 verbiedt Nederland de slavernij.
Moderne slavernij, zoals gedefinieerd in het rapport, bestaat uit twee hoofdcomponenten: dwangarbeid en gedwongen huwelijken. Beide hebben betrekking op situaties van uitbuiting die een persoon niet kan weigeren of niet kan verlaten wegens bedreigingen, geweld, dwang, misleiding of machtsmisbruik.
De slavenhandel omvatte 10 generaties mensen en is nog maar 6 generaties geleden officieel afgeschaft. In onze wereldgeschiedenis staat het te boek als één van de grootste misdaden tegen de mensheid. Het demografische effect op de lange termijn maakte Afrika mede kwetsbaar voor de latere kolonisatie.
Zij hadden niet meer de keuze over waar ze leefden en welk werk ze deden. Soms kregen de slaven betaald, meestal kregen zij in ruil voor hun werk alleen voedsel en inwoning bij hun eigenaar. Soms waren zij in de gelegenheid zichzelf vrij te kopen, of gaf hun eigenaar hun vrijheid terug na vele jaren werk.
De Nederlandse Antillen (de Caraïbische eilanden Saba, St.Maarten, St.Eustatius, Bonaire en Curaçao) en het eiland Aruba maken nog steeds deel uit van het Koninkrijk Nederland. In sommige gebieden zijn tot de dag van vandaag sporen van het Nederlands te vinden.
Nederland. Ook Nederland had koloniën: Nederlands-Indië (nu Indonesië), Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Nieuw-Guinea. Daarnaast heeft Nederland nog koloniale bezittingen gehad in New York, Brazilië, Dejima, Sri Lanka langs de kust van Guinee en in Zuid-Afrika.