De Hongerwinter vindt plaats aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, in de winter van 1944-1945. In deze strenge winter komen in het westen en noorden van Nederland 20.000 burgers om door de enorme schaarste aan voedsel en brandstof, vooral in de steden in de randstad.
75 jaar geleden begon de koudste week van de hongerwinter. De winter van 1944-1945 staat in het collectief geheugen gegrift als de zwaarste winter uit de oorlogsjaren. Maar het was een winter van contrasten: in de laatste week van januari 1945 was het ijzig koud en in februari was het warm.
Directe aanleiding voor het uitbreken van de hongerwinter waren Operatie Market Garden en de Spoorwegstaking die daarop volgde. Market Garden bracht niet de snelle doorbraak waar de geallieerden op hadden gehoopt, doordat de geallieerde opmars bij Arnhem werd gestuit, kwam het front dwars door Nederland te liggen.
In de winter van 1944-1945 is een groot deel van het zuiden van Nederland al bevrijd; het noorden en westen van het land moeten nog wachten. Het is erg koud en vooral in de steden in het westen heerst hongersnood.Circa 22.000 mensen sterven van de honger en de kou.
Met een gemiddelde temperatuur van 2.3 graden is deze winter als een normale winter de boeken in gegaan. De verklaring is eenvoudig. Allereerst waren de weersomstandigheden in de laatste drie maanden van 1944 zeer onaangenaam. Koud en somber en veel regen.
In de hongerwinter van 1944 aten mensen in de Tweede Wereldoorlog tulpenbollen, aardappelschillen en suikerbiet. Om te overleven.
Het leven in de hongerwinter
Doordat er door het gebrek aan kolen geen gas en elektriciteit meer geproduceerd werd, was er geen licht, geen verwarming en geen gelegenheid tot koken. Met een knijpkat kon eventueel worden bijgelicht, maar velen behielpen zich met een stompje kaars en gingen vroeg naar bed.
Het leven in de hongerwinter is, vooral in de grote steden, tot stilstand gekomen. Voedsel is het enige wat belangrijk is. Het aantal slachtoffers wordt niet bijgehouden. Het aantal dodelijke slachtoffers wordt geschat tussen de 15.000 en 25.000.
De Hongerwinter duurde van oktober 1944 tot april 1945.
Velen waren nog kind tijdens de oorlog, ruim 171.000 Nederlanders hebben de Hongerwinter van 1944 als baby doorgemaakt. De tieners van de oorlogsjaren zijn nu tussen de 80 en 90 jaar oud, daarvan zijn er nog bijna 585.000 in leven. Ook zijn er nog ruim 100.000 twintigers uit de oorlogstijd in leven.
Sommige van deze boeren maken misbruik van de hongersnood en ruilen hun voedsel alleen voor juwelen en stapels geld. Anderen doen zoveel mogelijk hun best te helpen, maar het voedseltekort blijft bestaan. Er sterven ongeveer 20.000 mensen als gevolg van de hongerwinter.
In het najaar van 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd door het Engelse, Amerikaanse, Canadese en Poolse leger. Deze samenwerkende legers werden de 'geallieerden' genoemd. Het gebied ten noorden van de grote rivieren was nog niet bevrijd; een gewaagde poging daartoe mislukte in september.
De Koude Oorlog was een periode van politieke spanning en militaire dreiging tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, die duurde van het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991.
Etmaalgemiddelde temperatuur 1944
De laagste gemiddelde temperatuur was -4.8 °C op 26 december 1944 en de hoogste gemiddelde temperatuur was 24.9 °C op 23 augustus 1944.
Er zijn nu nog bijna 117 duizend mensen die twintig jaar of ouder waren bij de bevrijding, en de Tweede Wereldoorlog dus als volwassene hebben meegemaakt. Over tien jaar zullen van deze groep nog geen 5 duizend personen in leven zijn.
Doordat steeds meer producten schaars worden en op de bon gaan, komen sommige mensen tekort, zeker tijdens de Hongerwinter.De enige manier om dit tekort aan te vullen is de zwarte markt. Zwarthandelaren zijn echter strafbaar en maken vaak woekerwinsten ten koste van de bevolking.
De voedselpakketten bevatten onder andere melkpoeder, ingeblikt vlees, thee, koffie, meel en koekjes. Vaak wordt het droppen van de voedselpakketten verward met het Zweedse meel dat eerder in 1945 naar Nederland werd gebracht. Ook dit was een hulpactie tijdens de hongerwinter.
De Hongerwinter – het begrip werd na de oorlog met een hoofdletter geschreven – speelde zich af in West-Nederland aan het einde van de Tweede Wereldoorlog: van eind november 1944 tot en met mei 1945.
Hoe probeerden de mensen te overleven? Hongertochten: De mensen probeerde de hongerwinter te overleven door zo lang mogelijk te doen met al het eten dat ze hadden, en door op de hongertochten te gaan. Hongertochten waren tochten waarbij mensen naar het platteland gingen om eten te bij boeren los te krijgen.
De Hongerwinter was de winter van 1944 tot 1945, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, met een grote schaarste aan voedsel en brandstof. Met name in de steden van West-Nederland, waar zo'n 20.000 mensen omkwamen door honger en kou, leidde de winter tot grote ellende.
De Marktslager. In de winter eten we vaak stamppot, grote borden met aardappelen, groente en vlees of stevige pasta's. Lichtere maaltijden als een stuk vlees op de barbecue met wat rauwkost zijn eerder typerend voor de zomer. Dit heeft niet alleen met het seizoen te maken.
Nederland: −27,4°C op 27 januari 1942 in Winterswijk. Luxemburg: −24,6°C op 2 februari 1956 in Wiltz.
Op 21 juli 1983 werd bij het Vostok Station, een Russisch onderzoeksstation op Antarctica, een temperatuur van -89,2 graden Celsius gemeten. Niet zo heel gek, want hoe hoger je komt, hoe kouder het over het algemeen is.
Op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan min 11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot min 24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Op 27 januari 1942 registreerde Winterswijk min 27,4 graden, de laagste temperatuur van de eeuw in ons land.