De volgende producten zijn geschikt voor je kindje van 5 maanden: Zacht, zoet fruit zoals avocado, mango, banaan, perzik, peer of abrikoos. Groente die je makkelijk kan prakken, zoals bloemkool, wortels, courgette, bruine bonen, broccoli, pompoen en erwten.
Eigenlijk is al het fruit geschikt voor baby's. Wel houden ze vaak van zachte, zoete smaken zoals banaan, peer, appel, meloen, avocado en mango.
Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby ook al een stukje bruin (tarwe) brood geven zonder korst en zonder pitten en zaden. Maar geef dit pas als hij gewend is aan oefenhapjes en ook al wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Er is geen vaste hoeveelheid, maar zorg ervoor dat u niet meer dan ongeveer 120 g per dag eet. Net als groenten, kan baby al veel fruit eten. Geef de voorkeur aan seizoensgebonden en rijp fruit om de smaakpapillen van baby te verwennen.
Over het algemeen houden baby's van nature van zoete smaken, waardoor fruit er vaak makkelijk ingaat. Een fruithapje van bijvoorbeeld drie eetlepels geprakte banaan, kiwi, perzik of gekookte appel per dag is al voldoende als je baby 8 maanden is.
Geef het fruithapje na een voeding of tussen twee voedingen in. Het is belangrijk dat je kindje rustig en ontspannen is wanneer je hem kennis laat maken met een nieuwe smaak. Daarom kan het helpen om een fruithapje na een voeding of tussen twee voedingen in te geven.
Start met enkele lepeltjes groentepap. Laat je kind zelf aangeven hoeveel groentepap het wil eten. Als je kind stopt na enkele hapjes, zal je nadien nog melkvoeding moeten geven. Gaat het eten van groentepap goed, voer de hoeveelheid dan langzaam op tot gemiddeld 150 gram.
Als uw baby er klaar voor is dan kunt u een begin maken met het overstappen naar vier voedingen per dag. De voeding van 22.30 uur slaat u over. Als u ervoor kiest om rijstebloempap te geven, kunt u dit ook aanmaken met afgekolfde melk.
Vanaf de leeftijd van 6 maanden heeft je baby meer nodig dan alleen borstvoeding of flesvoeding. In de periode van 4 tot 6 maanden kunnen de eerste oefenhapjes gegeven worden als je ziet dat je baby hier klaar voor is. Het zijn echt nog oefenhapjes, dus de melkvoedingen worden nog niet afgebouwd.
Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als hij gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Een baby van 5 maanden slaapt 's nachts gemiddeld 12 uur. Ons advies is om je baby overdag nog zo'n 3,5 uur te laten slapen en dit te verdelen over 3 dutjes.
Je kan bananen zowel prakken als in stukjes snijden. Als je kindje door de eerste fase heen is en geen gepureerd voedsel meer hoeft te eten, kun je de Chiquita bananen iets minder fijn prakken. Als je kindje ongeveer negen maanden oud is, kun je kleine stukjes banaan aan de puree toevoegen.
Kijk daarom goed uit voor eventuele reacties (zoals uitslag) die kunnen worden veroorzaakt door zure voedingsmiddelen3. Om deze reden, en vooral als je baby al eerder op zure voedingsmiddelen reageerde, raden we je aan om pas vanaf 8 – 12 maanden kiwi's aan zijn dieet toe te voegen.
Zacht fruit, zoals banaan en rijpe mango of meloen, kun je direct met een vork prakken tot een puree. Ook kun je fruit eventueel raspen. Harder fruit, zoals appel, kun je beter eerst stomen of koken, zodat het zachter wordt. Vervolgens kun je het prakken of met een staafmixer of keukenmachine pureren.
Sterker nog, het ochtenddutje wordt in onze routines in de eerste 6 maanden na de geboorte steeds korter. Voor pasgeboren baby's raden wij over het algemeen een ochtenddutje aan van gemiddeld 90 minuten. Bij een baby van 6 maanden is de lengte van het ochtendslaapje al flink afgenomen, naar zo'n 30 tot 45 minuten.
Veel ouders ervaren rond de 5 maanden een verandering in de slaap van hun baby. Deze slaapregressie bij een baby van 5 maanden heeft vaak te maken met de fysieke en mentale ontwikkelingen die je kleinetje doormaakt.
De slaapregressie tussen 4 en 5 maanden is er eentje waar de meeste baby's doorgaan. Tijdens deze ontwikkelingssprong beginnen slaappatronen te veranderen en komt er een duidelijker onderscheid tussen de lichte en de diepe slaap. Ook de basis om zichzelf te kunnen reguleren wordt gelegd.
Signalen van je baby vaste voeding:
Je kindje maakt smakgeluidjes of hapbewegingen. Je kindje heeft veel interesse in jouw eten en volgt met zijn ogen de lepel van je bord naar je mond.
Omdat rijstebloem maar weinig vezels bevat is het licht verteerbaar. En dat maakt het ideaal wanneer je begint met bijvoeding voor je baby. Het advies van het Voedingscentrum is om pas met bijvoeding te beginnen wanneer je baby 4 maanden oud is.
11 – 12 uur: lunch
Een fijngeprakt groentepapje, bijvoorbeeld van worteltjes, broccoli of bloemkool, of een Olvarit 4+ groentemaaltijd, steeds aangevuld door borst- of flesvoeding.
Voor een baby van 4-6 maanden moeten de hapjes echt helemaal glad gepureerd zijn, zo went je baby rustig aan structuur. Het geheim om een appelhapje helemaal glad te krijgen, is het voorkoken van appel. Door het voorkoken behoudt je hapje ook een aantrekkelijke kleur.
Hoe vaak geef ik mijn baby hetzelfde hapje? Je begint met losse en zachte smaken en die geef je een aantal, bijvoorbeeld 3 dagen, achter elkaar. Bijvoorbeeld 3 dagen pompoen, 3 dagen bloemkool, 3 dagen worteltjes en daarna op die manier fruithapjes. Zo leert je baby de smaken beter herkennen en waarderen.
Begin met bijvoorbeeld worteltjes, bloemkool, ontvelde tomaat, courgette, boontjes of broc- coli. Kook de groente gaar in een beetje water zónder zout. In het begin is vooral zoetig, zacht fruit lekker, zoals peer, banaan, meloen en perzik. Appel kan ook, als je de stukjes heel fijn raspt.