Geiten mogen fruit, , in de natuur eten ze alles,maar een sinasappel bevat heel veel vocht en daar verslikken ze zich in, zou jij ook doen! Een stukje appel is misschien handiger, hier ook weer beter in stukjes dan een hele. Een hele winterpeen kan wel.
Geiten zijn wat voer betreft kieskeurige dieren. Ze nemen alleen genoegen met schoon voer (hooi en brok) en schoon water. Het basisrantsoen voor hobbygeiten bestaat uit gras, goed gewonnen hooi en een beetje brok. Een beetje bietenpulp mag ook, als het hoofdbestanddeel maar uit hooi bestaat.
Pas op met voor geiten giftige struiken en bomen, zoal coniferen en liguster. Houdt de dieren weg bij kastanjebomen. Kruiden – denk aan peterselie, weegbree, karwij, brandnetel, duizendblad, cichorei, paardenbloem, pastinaak en wilde peen - kunnen in het geheel en vers aan de geiten worden aangeboden.
De appels en peren zijn vanwege hun hoge energiewaarde zeker in te schakelen in een rantsoen van melkkoeien, vleesrunderen, schapen of geiten, hetzij rauw en in stukken gehakt, hetzij ingekuild.
Brood is overigens ook geen handig voedsel om mee te nemen naar een kinderboerderij, zodra deze weer open gaan. Zeker op kinderenboerderijen waar herten, geiten of schapen wonen is dit niet verstandig. Dit zijn herkauwers, waardoor het brood kan gaan gisten in de maag en daar kunnen de dieren aan overlijden.
Geiten eten graag grofvezelig ruwvoer. Dat wil zeggen gras, en dan het liefst geen kort, sappig, groen gras, maar gras dat even heeft kunnen doorgroeien. Ook hooi is onontbeerlijk om een geit gezond te houden, ook voor geiten die in de wei lopen. Pas op dat er geen Jacobskruiskruid in het hooi zit, dit is giftig.
Gifplanten die genoemd worden, zijn Jacobskruiskruid, Sint-Janskruid en bastaardklaver (weiden en hooilanden), paardenstaart, nachtschade, waterscheerling en smeerwortel (wegbermen, akkers en sloten), adelaarsvaren, onrijpe eikels en jong eikenblad (bosranden), diverse sierplanten/-bomen (zoals taxus, gouden regen, ...
Niets saaier dan je te vervelen, ook geitjes weten dat. Zorg daarom dat ze altijd iets hebben om op te spelen. Geiten klimmen graag, dus met houten constructies of een oude glijbaan zullen ze al heel tevreden zijn. Let wel op voor oude nagels als je zelf aan de slag gaat met planken en boomstammen.
Weidedieren zoals geiten en ezels kunnen niet goed tegen de kou en al helemaal niet tegen de regen. Hun vacht is niet waterdicht. Zorg voor een droge en tochtvrije stal.
Ze eten zeker niet alleen gras, maar ze knabbelen ook aan struiken en bomen. Zowat de helft van de tijd rusten ze (vooral 's nachts). Ongeveer 6 tot 8 uur per dag zijn ze aan het herkauwen. Geiten zijn nieuwsgierige dieren die overal aan knabbelen.
Geiten en schapen zijn herkauwers en hebben elk 4 magen. Het belangrijkste geitenvoer en schapenvoer is hooi of vers gras. Ze lijken misschien veel op elkaar, maar er zijn ook verschillen. Schapen zijn goede grazers, geiten juist niet en ze hebben verschillende voedingsbehoeften.
Geiten vinden het prettig om naar hun voedsel te kunnen zoeken, en dit is dus sterk gerelateerd aan hun welzijn. Het natuurlijke dieet van geiten bevat weideplanten, bomen, druiven, hooi, fruit en een kleine hoeveelheid granen.
Voederhoeveelheid geiten
Volwassen dieren met een lichaamsgewicht van 50 kg naast hooi/ruwvoer 0,5 kg per dag. Na het lammeren de krachtvoergift opvoeren tot 1,5 kg. Voor melkgevende geiten per 2 liter melk ca. 1 kg krachtvoer extra.
Het voedsel van dwerggeiten bestaat in de zomer vooral uit gras en in de winter uit brokjes en hooi. Gras dat vermengt is met zaad laten ze ook niet staan, evenals boerenkool, wortelen, maïs en brood. Daarnaast drinken ze iedere dag water.
Als de ooien of geiten het hele jaar op het zelfde stuk weide lopen, is het aan te raden de dieren elke 8 weken te ontwormen, zodat de wormbesmetting niet te ernstig wordt. (Bij gebruik Cydectin of Dectomax, anders frequenter ontwormen).
Kardinaalsmuts, klimop, taxus, gelderse roos (in grote hoeveelheden), ricinus communis (wonderboon), maretak, wingerd, krentenboompje (vruchtvlees oké, zaad niet), zuurbes (onrijpe bessen), peperboompje, hulst, liguster, vogelkers (vruchtvlees oké, zaad niet), sporkehout, wolfskers, aucuba, dwergmispel, reukerwt, ...
Dwerggeiten hebben land nodig, en een onderkomen om te schuilen tegen regen en kou. Ze kunnen niet goed tegen vocht en tocht. Op warme dagen eten ze weinig, op koude dagen eten ze veel. De dwerggeit wordt vaak gezien op kinderboerderijen.
Geen brood aan herkauwers
Bij herkauwers zoals schapen, geiten en herten kan brood dus in de keel gaan klonteren waardoor de dieren kunnen stikken. Wanneer het de dieren wel lukt om het brood door te slikken, dan kan er ook nog een gasophoping in de pens ontstaan waardoor ze dood kunnen gaan.
Toch vreet een geit 'maar' zo'n 2,5 kg DS aan voer, terwijl ze 10 tot 20 liter water drinkt op een dag. De basis behoefte is ca. 9 liter water per dag plus 1,9 liter per liter melk die zij produceert.
Dan mag je tot tien schapen of geiten houden. Heb je er meer, dan is er een milieuvergunning klasse 2 nodig. In woongebied met landelijk karakter verhoogt het aantal zonder vergunning tot 25 dieren en in landbouwgebied mag je tot 150 schapen en geiten houden zonder vergunning.
Geiten zijn niet zo moeilijk als het om eten gaat. Ze vinden vooral lange grassen, bladeren en takken lekker. Maar als ze daar niet bij kunnen, kauwen ze ook gerust op je kleren of op velletjes papier.
Door de geiten goed te observeren stel je vast of een geit gezond is of niet. Een ziek dier zondert zich vaak af en staat of ligt lusteloos in een hoekje. Het eerste dat dan moet gebeuren is het opnemen van de temperatuur.
Bijna alle geiten hebben op z'n minst een droge schuilmogelijkheid nodig. Beter is een condens- en tochtvrije, goed geventileerde geitenstal waarin het dier gevoerd kan worden. De geitenstal moet niet te donker zijn. Geiten hebben behoefte aan licht.