Bekende dwangmiddelen zijn: aanhouding op heterdaad (u wordt betrapt tijdens het plegen van het strafbare feit of kort erna)aanhouding buiten heterdaad. inverzekeringstelling.
Korte uitleg over 'dwangmiddelen'
Middelen die bij een strafrechtelijk onderzoek kunnen worden gebruikt tegen de wil van de verdachte. Bijvoorbeeld: fouilleren, afluisteren, huiszoeking. Pressiemiddelen ter uitoefening van bestuursdwang om naleving van wettelijke voorschriften te bewerkstelligen.
In het Wetboek van Strafvordering staan de regels voor de opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten en voor de tenuitvoerlegging van opgelegde straffen.
Staande houden is een dwangmiddel, bestaande uit het aanspreken, eventueel aanklampen van de verdachte om zijn identiteit vast te stellen. Art. 52 Sv bepaalt dat iedere opsporingsambtenaar bevoegd is de identiteit van de verdachte vast te stellen en hem daartoe staande te houden.
Maatregelen worden als dwingend beschouwd als ze tegen de wil van de patiënt of ondanks zijn/haar verzet worden uitgevoerd . In de medische praktijk kan dwang verschillende vormen aannemen, hun ethische en juridische status varieert van «noodzakelijk» tot «volstrekt onaanvaardbaar».
Het aftappen van telefoonlijnen. Het binnentreden van een woning. Het doorzoeken van voertuigen voor inbeslagneming. Het doorzoeken van plaatsen voor aanhouding.
Als ergens een strafbaar feit is gepleegd, is het opsporingswerk een taak van de politie. Politiemensen zoeken naar sporen, horen getuigen en slachtoffers, houden verdachten aan, verhoren verdachten en leggen alles schriftelijk vast in een proces-verbaal.
Het Wetboek van Strafvordering (afgekort tot Sv.) bepaalt hoe strafbare feiten vervolgd worden (formeel strafrecht). Wat de strafbare feiten zijn en welke straffen ervoor kunnen uitgesproken worden, is te vinden in het Wetboek van Strafrecht (materieel strafrecht).
Een typische cautie in Nederland is "U hoeft niet te antwoorden, maar..." of "U bent niet tot antwoorden verplicht, maar..." (steeds gevolgd door de eerste vraag van de opsporingsambtenaar).
Hoofdregel: een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld. Als hoofdregel geldt dat voorlopige hechtenis mogelijk is indien op het misdrijf een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld (art. 67 lid 1 onderdeel a).
Onderzoek aan lichaam en kleding is een dwangmiddel dat beveiligers niet mogen uitvoeren, maar je moet het begrip en de uitvoering wel kunnen beschrijven. Uitzondering is de privaatrechtelijke fouillering, die onder bepaalde voorwaarden door iedereen mag worden uitgevoerd.
Als je als burger ontdekt dat een ander een strafbaar feit pleegt, dan mag je die verdachte aanhouden. Dit op grond van artikel 53 van het Wetboek van Strafvordering.
Klassieke opsporing: het onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is begaan. Vroegopsporing: het onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat in georganiseerd verband ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren.
Meestal begint een strafzaak bij de politie. De officier van justitie besluit vervolgens wel of niet te vervolgen. Bij vervolging doet de rechter een uitspraak (vonnis).
Onze Minister verleent de akte van opsporingsbevoegdheid, waarin staan vermeld het grondgebied en de strafbare feiten waarvoor de opsporingsbevoegdheid geldt.
Beslag is een dwangmiddel dat alleen bij een verdenking toegepast kan worden binnen het kader van de opsporing ter zake van een strafbaar feit.
We onderscheiden 5 soorten dwangstoornissen: obsessieve-compulsieve stoornis, verzamelstoornis, excoriatiestoornis, morfodysfore stoornis, trichotillomanie.
De term "unilaterale dwangmaatregelen" verwijst doorgaans naar economische maatregelen die door een staat worden genomen om een verandering in het beleid van een andere staat af te dwingen . Voorbeelden van dergelijke maatregelen zijn handelssancties in de vorm van embargo's en de onderbreking van financiële en investeringsstromen tussen verzender- en doellanden.
Dwang en drang zijn vormen van beïnvloeding die beogen om iemand iets te laten ondergaan of iemand aan te zetten tot bepaald handelen, hetzij bepaald handelen juist na te laten. Daarmee wordt iemands keuzevrijheid beperkt of zelfs, bij toepassing van dwang, geheel weggenomen.