Sinds enkele decennia leiden twee zwart-witte roofdieren, het stinkdier en de wasbeer, een verborgen bestaan in de Nederlandse natuur. Het zijn twee 'vreemde vogels' (of exoten) die van oorsprong uit Noord-Amerika komen.
De vos die zich in onze streken laat zien (vulpes vulpes) herken je in één oogopslag aan zijn roodbruine tot soms feloranje vacht – en het witte puntje aan zijn staart. En dat terwijl zijn neven en nichten in andere uithoeken van de wereld met hun subtieler gekleurde haren net opgaan in de omgeving.
Een mix van groen en blauw, groen en geel, rood en geel of rood en blauw is geen probleem. Maar roodgroen of geelblauw, dat mixt niet. De kleuren bestaan dus wel, maar we kunnen ze nooit zien. Dat geheimzinnige deel van het kleurenspectrum blijft voor altijd off limits voor ons beperkende oog.
Van oorsprong komt hij voor in grote delen van Noord-Amerika, van het zuiden van Canada tot het noorden van Mexico, met uitzondering van woestijnen en meestal niet boven 1800 m. Daarbuiten komt het dier eigenlijk niet in het wild voor. Wel wordt het stinkdier af en toe als huisdier gehouden, o.a. in Nederland.
Vogels, reptielen, amfibieën en vissen zien mogelijk kleuren waar wij ons geen voorstelling bij kunnen maken. Dat zeggen onderzoekers die experimenten hebben gedaan met wilde kolibries waaruit blijkt dat zij vijf zogeheten 'niet-spectrale kleuren' kunnen zien.
Omdat honden geen fovea hebben (een gebied in het oog met 100% kegeltjes), wordt geschat dat hun oog voor detail tot 6 maal minder goed is dan dat van de gemiddelde mens. Honden kunnen 's nacht veel beter zien dan de mens om twee redenen: Ze hebben veel meer staafjes (deze zijn nodig om 's nacht te kunnen zien).
Gedragsonderzoek uit 1970 wijst uit dat konijnen een beperkt aantal kleuren zien. Ze zien in de kleuren blauw en groen. Ze zien deze kleuren misschien niet zoals wij ze onderscheiden, maar ze kunnen wel onderscheid maken tussen deze twee kleuren. Konijnen kunnen wel veel beter in schemer zien dan mensen kunnen.
De hoatzin staat bekend als stinkvogel. Natuurlijk kennen we allemaal het stinkdier als, inderdaad, grootste stinkdier van de natuur. Maar dit beest is niet het enige dat voor een onaangename geur zorgt. De hoatzin staat bekend als stinkvogel.
Hij kan drie tot vijf meter ver spuiten, maar de damp die vrij komt kan wel tien meter ver dragen. De geur blijft lang hangen en is van verre te ruiken. Als een stinkdier zich bedreigd voelt, spuit hij een zeer stinkende vloeistof over zijn vijand. De geur ruikt nog het meest naar verbrand rubber.
Een stinkdier heeft geen scherpe stekels of lange slagtanden. Maar als hij in gevaar is, kan hij zijn vijanden wel wegjagen. Hij kan een vloeistof spuiten die zo vies is, dat alles en iedereen er vandoor gaat. De vloeistof ruikt naar uien, of rotte eieren.
Minder kleurrijk
Honden hebben slechts twee soorten kegeltjes (mensen drie). Het kleurenspectrum bestaat hierdoor alleen uit blauw, violet en geel. Rood lijkt voor honden geelachtig, groen kunnen ze helemaal niet waarnemen en purper ziet er simpelweg grijs uit.
Ultraviolet licht ligt echter ook buiten het zichtbare spectrum en dat kunnen mensen dan weer niet waarnemen. Kolibries, en andere vogels, wel. Die hebben niet drie maar vier soorten kegeltjes en kunnen daardoor nog veel meer niet-spectrale kleuren detecteren.
In plaats van de drie 'kleursensoren' of kegeltjes die mensen hebben, hebben ze er vaak slechts twee: eentje voor blauw en eentje voor geel. Rood, oranje en alle varianten tussenin zien ze helemaal niet. En dat is zo voor de meeste zoogdieren in onze natuur: ook muizen, ratten, konijnen, vossen, everzwijnen, herten, …
Afmetingen: Kop-romplengte: 50 – 80 cm Staart: 33 – 50 cm (ongeveer 1/3 lichaamslengte) Gewicht: 3.5 – 14 kg Het mannetje (rekel) is groter dan het vrouwtje (moer) en vossen in het noorden van Europa zijn iets groter dan die in het zuiden.
Tijdens de paartijd gaat het mannetje (rekel) op zoek naar een vrouwtje (moertje). Als je 's avonds heel stil bent, kun je ze mogelijk horen keffen en schreeuwen. Dat is om hun territorium af te bakenen of om een partner te roepen. Vossen zien er in de ranstijd ook op hun mooist uit.
De stichting wijst mensen vooral ook op de nadelen van het houden van stinkdieren. In de praktijk blijkt namelijk dat het houden van stinkdieren enorm kan tegenvallen, ook al zien ze er nog zo schattig uit. Stinkdieren worden in Amerika al meer dan honderd jaar als huisdier gehouden.
Het liefst eten ze dierlijk voedsel zoals sprinkhanen, kevers, eieren en kleine zoogdieren. Maar voor bessen, fruit en maïs halen stinkdieren ook hun neus niet op.
Zoals andere civetkatachtigen heeft ook de binturong geurklieren tussen de anus en het geslachtsorgaan. Hiermee markeren ze bomen en laten ze aan elkaar weten waar ze zijn geweest. De geur die binturongs hierbij afscheiden, ruikt een beetje zoals die van zoete popcorn.
Waarschijnlijk kunnen vogels wel ruiken, maar hoe goed, dat is voor de meeste soorten niet bekend. Bij vogels waarvoor het ruiken nut heeft in het dagelijkse leven, is het in ieder geval goed ontwikkeld. Bijvoorbeeld: Aas etende soorten, zoals sommige gieren, gebruiken hun neus om kadavers te vinden.
Ook kunnen ze zo'n 24 kilometer per uur hard lopen en goed zwemmen. Stinkdieren werden gekweekt vanwege hun mooie zwart-witte bontjas.
Het konijn – de hersenen wegen 12 gram. Met een lichaamsgrootte die overeenkomt met die van de meeste katten zou je denken dat een konijn 2½ keer dommer is dan een kat, maar de omvang van het brein en die van de intelligentie hebben niet noodzakelijkerwijs iets met elkaar te maken.
Konijnen leren hun naam
Er kunnen maanden overgaan voor het dier zijn naam herkent. Dit lukt bovendien ook niet bij elk konijn. Sommigen leren hun naam na verloop van tijd, anderen niet. Er zijn ook mensen die hun konijn een aantal andere eenvoudige woorden als 'nee' hebben aangeleerd.
Konijnen zijn slimmer dan veel mensen denken en het is zelfs mogelijk om hen dingen aan te leren. Bovendien kunnen konijnen zowel in huis als in de tuin gehouden worden en heeft u de keus uit allerlei rassen en maten. Wie konijnen wil gaan houden, moet echter wel goed weten waar men aan begint.