Onder cluster 4 vallen scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met psychiatrische stoornissen, stoornissen in het autistisch spectrum of ernstige gedragsproblemen en scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten.
Cluster 1: blinde, slechtziende leerlingen; Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis; Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen (somatisch); Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
Cluster 4-scholen zijn geschikt voor leerlingen: met gedragsproblemen of een psychische stoornis. met bovenstaande problemen, maar verbonden aan een pedologisch instituut, waar ze hulp bieden aan kinderen met ingewikkelde leer-, gedrags- of emotionele problemen.
Cluster. Het ZMLK behoort tot cluster 3 van het speciaal onderwijs. Tot cluster 3 behoren scholen die onderwijs verzorgen voor meervoudige, verstandelijke en lichamelijk gehandicapte kinderen, waarvoor er slechts een zeer kleine kans bestaat dat ze het reguliere onderwijs kunnen volgen.
Wat is het? Een autiklas of autismeklas ziet er niet alleen anders uit dan een gewone klas, ook de ondersteuning is specifiek en op maat van de leerling met autisme. Alles is zo ingericht en aangepast zodat de leerling er zich in de eerste plaats goed en veilig voelt.
Type 9 onderwijs is er voor kinderen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben en ondanks begeleiding niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Overige ADD kenmerken bij volwassenen
moeite met snel en adequaat reageren op onverwachte gebeurtenissen door vertraagde informatieverwerking. dit moet niet verward worden met autisme omdat ADD'ers in tegenstelling tot mensen met autisme vaak prima verbanden kunnen leggen.
De leerlingen in het speciaal basisonderwijs hebben meestal een IQ van 60 of hoger.
Kenmerken van de leerling
Een ernstige stoornis in de intellectuele ontwikkeling (IQ: 20-34) met bijbehorend zeer beperkt gedragsrepertoire en bijkomende medische-, of gedragsproblematiek. 3. Een matig tot licht verstandelijke beperking (IQ 35-69) in combinatie met een lichamelijke handicap (zie criteria ZML/LG).
Bij een intelligentietest behalen zeer makkelijk lerende kinderen een IQ-score hoger dan 130. Meestal bezoeken zij de reguliere basisschool.
Onze scholen voor speciaal onderwijs cluster 3; De Mytylschool & de Thriantaschool. De Thriantaschool maakt deel uit van Openbaar onderwijs Emmen. Het is een school voor zeer moeilijk lerende kinderen.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) is bedoeld voor leerlingen die het niet redden op de gewone basisschool. Leerlingen die leerproblemen en|of gedragsproblemen hebben. Kinderen kunnen meerdere hulpvragen tegelijk hebben. Kinderen die het te moeilijk vinden om het op de gewone school bij te benen.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Onder cluster 2 van het speciaal onderwijs vallen de scholen voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met een communicatieve beperking, een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
RENN4, het Regionaal Expertisecentrum Noord Nederland, is een gecertificeerde onderwijsorganisatie voor leerlingen met: (ernstige) gedragsproblematiek en/of psychiatrische stoornissen; leerproblematiek; verstandelijke beperking.
Op cluster-1-scholen kunnen leerlingen terecht die blind of slechtziend zijn. Vaak hebben deze leerlingen naast de visuele beperking ook één of meerdere andere ondersteuningsbehoeften. De meeste leerlingen met een visuele beperking gaan naar het reguliere onderwijs met extra ondersteuning.
Praktijkonderwijs bereidt leerlingen zo goed mogelijk voor op de maatschappij. Alle leerlingen volgen een eigen ontwikkelplan. Leren, werken, redzaamheid, burgerschap en vrije tijd zijn daarbij belangrijke aspecten. Meestal duurt de opleiding 5 jaar.
Op een school voor sbo (speciaal basisonderwijs) leren leerlingen hetzelfde als op een reguliere school. Het sbo valt namelijk net als het reguliere basisonderwijs onder de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). In de WPO staan kerndoelen (Art. 9 lid 5 WPO).
In het algemeen is IQ nog steeds de beste voorspeller voor schoolsucces. Fossen vond een vrij sterke samenhang (een correlatie van . 64) tussen IQ en schooltype in het voortgezet onderwijs in een gemengde steekproef van basisschoolleerlingen en leerlingen uit het speciaal (basis)onderwijs (Fossen, 2005).
Bijzondere scholen kunnen leerlingen soms weigeren. Dat kan bijvoorbeeld als ouders de grondslag van de school niet onderschrijven. Voor aanmelding op een school voor voortgezet onderwijs moet de school zich baseren op het basisschooladvies.
Van 85 tot 115 spreek je van een normaal IQ. Boven de 115 is het IQ bovengemiddeld en boven de 130 spreek je van hoogbegaafd. Een IQ onder de 85 is beneden gemiddeld maar wordt ook wel zwakbegaafd genoemd. Een IQ tussen de 70 en 50 wordt licht zwakzinnig genoemd.
Als je aan ADD lijdt, heb je een tekort aan de neurotransmitters dopamine en noradrenaline. Hierdoor wordt de informatie die naar de hersenen gaat minder efficiënt geregistreerd. Ook verandert de activiteit in bepaalde hersengebieden hierdoor.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Mensen met ADHD uiten dat meer fysiek dan mensen met ADD. Daarnaast is iemand met ADD meer een dagdromer terwijl iemand met ADHD meer een doener is, meer met zijn ideeën daadwerkelijk aan de slag gaat. Uiteraard zijn er ook voldoende overeenkomsten tussen ADHD en ADD.