In een onderzoeksplan staat helder geformuleerd wat het doel is van je onderzoek, hoe je het onderzoek op gaat zetten en op welke manier de uitkomsten gedocumenteerd worden.
Het onderzoeksplan geeft net als een script van een film aan waarover het moet gaan, wie de acteurs zijn, wat de inspiratiebronnen zijn, wat de setting moet zijn, welke decors gewenst zijn, welke attributen en welke technieken je gaat gebruiken, wat de planning en het budget zijn.
Elk onderzoek volgt de 7 stappen van de wetenschappelijke onderzoeksmethode: onderzoeksvraag, hypothese, benodigdheden, werkwijze, waarneming, besluit en reflectie.
In je onderzoeksopzet beschrijf je wat je wilt gaan onderzoeken, bij wie of wat je dit gaat onderzoeken, wat voor soort onderzoek je gaat doen, welke onderzoeksinstrumenten je hiervoor gaat inzetten en hoe je de data gaat verzamelen en analyseren.
Onderzoek kan worden onderverdeeld in drie verschillende categorieën: verkennend, beschrijvend en causaal. Elk type onderzoek heeft een ander doel en kan alleen op bepaalde manieren worden gebruikt.
Met een goed opgesteld onderzoeksplan, bestaande uit je onderzoeksopzet en probleemanalyse, kun je ervoor zorgen dat je onderzoeks- en analysemethoden passen bij je onderzoeksdoelen. Zo kan een begeleider beoordelen of je onderzoek goed in elkaar zit voordat je begint met het daadwerkelijke onderzoek.
Gelukkig staat de opbouw min of meer vast: een PWS opent met een inleiding, inhoudsopgave en samenvatting. Daarna behandel in de hoofdstukken je onderzoeksopzet, deelvragen en onderzoeksresultaten. Tenslotte trek je je conclusie(s) in het laatste hoofdstuk. Je sluit af met de literatuurlijst en de bijlagen.
De onderzoeksmethode is een essentieel onderdeel van een onderzoek en wordt gepresenteerd in het onderzoeksvoorstel. Je legt hierin uit wat je gedurende je onderzoek precies gaat doen om uiteindelijk de deelvragen en hoofdvraag te beantwoorden, en onderbouw je de keuzes die je hebt gemaakt.
Wat is een onderzoeksmethode? De onderzoeksmethode is de benadering die je gebruikt om tot een antwoord op je onderzoeksvraag te komen. Het gaat daarbij over de manier waarop je data verzamelt en die vervolgens analyseert.
Een steekproef is een selectie uit een totale groep of populatie. In een kwantitatief onderzoek gebruik je een steekproef om data te verzamelen over een populatie, zonder de hele populatie te hoeven onderzoeken.
Het onderzoeksvoorstel bestaat uit een titelpagina, inhoudsopgave, inleiding, theoretisch kader, hoofd- en deelvragen, onderzoeksopzet, planning en literatuurlijst. Houd er echter wel rekening mee dat onderwijsinstellingen andere eisen kunnen stellen aan de opbouw van het onderzoeksvoorstel.
Een praktisch punt en tevens het begin van je onderzoeksvoorstel: het voorblad. Vermeld op de eerste bladzijde van je onderzoeksopzet je naam, adres, studentnummer, telefoonnummer en email-adres. Zoek uit bij je eigen onderwijsinstelling wat er van je verwacht wordt op dit gebied.
De onderzoekscyclus bestaat uit zes fasen: probleemanalyse, onderzoeksplan, uitvoering, resultaten, conclusies en rapportage.
Onderzoek begint met een vraagstelling of probleemstelling. Voor vraagstelling wordt ook wel de term 'hoofdvraag' gebruikt. Je hoofdvraag kun je eventueel opdelen in deelvragen. Op basis van de belangrijkste begrippen in je vraagstelling ga je op zoek naar informatie.
Inleiding. In de inleiding introduceer je de aanleiding, het onderwerp, de probleemstelling, de doelstelling en je onderzoeksvraag (en eventueel deelvragen) en beschrijf je kort de onderzoeksopzet.
Onderzoeksvaardigheden verwijzen naar het vermogen om systematisch informatie te verzamelen, analyseren en interpreteren om nieuwe kennis te vergaren en problemen op te lossen. Het omvat het vermogen om bronnen te vinden, gegevens te verzamelen, kritisch te denken en conclusies te trekken op basis van de resultaten.