Denk aan energie uit wind, waterkracht, zon, bodem, buitenluchtwarmte en biomassa. Deze energiebronnen zijn onuitputtelijk, in tegenstelling tot fossiele brandstoffen die niet hernieuwbaar zijn.
Er bestaan verschillende soorten energie. We maken onderscheid tussen de energiesoorten groene energie en grijze energie. Groene energie wordt op een duurzame en milieuvriendelijke manier opgewekt, terwijl grijze energie wordt opgewekt met fossiele brandstoffen en daarmee niet duurzaam en milieuvriendelijk is.
Persoonlijke hulpbronnen zijn energiebronnen die als het ware binnen de persoon zelf aanwezig zijn . Daarbij kan gedacht worden aan: emotionele stabiliteit (stressbestendigheid) daadkracht en assertiviteit.
Aardolie, aardgas en steenkool zijn de belangrijkste primaire energiedragers die de energie leveren voor de Nederlandse samenleving. Het gebruik hiervan draagt bij aan klimaatverandering en verzuring.
Veruit de meeste energie die we in Nederland verbruiken (zo'n 85 procent) komt van fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en kolen. Deze fossiele brandstoffen zorgen voor de uitstoot van broeikasgassen, en bovendien veroorzaken ze de nodige vervuiling.
Met hernieuwbare energiebronnen bedoelen we energie afkomstig van natuurlijke energiebronnen die constant worden aangevuld. Denk aan energie uit wind, waterkracht, zon, bodem, buitenluchtwarmte en biomassa. Deze energiebronnen zijn onuitputtelijk, in tegenstelling tot fossiele brandstoffen die niet hernieuwbaar zijn.
Duurzame energiebronnen nu en in de toekomst
Nederland wekt duurzame energie vooral op met: windturbines op zee; windmolens op land; zonnepanelen op daken en in zonneparken.
Zon, wind en aardwarmte zijn duurzame energiebronnen. Ze raken nooit op, veroorzaken geen luchtvervuiling en hebben zelf geen CO2-uitstoot. De verbranding van kolen, olie en gas draagt sterk bij aan klimaatverandering.
Het genereren van een bepaalde vorm van energie begint bij een energiebron. Voorbeelden van energiebronnen zijn fossiele bronnen zoals aardolie, aardgas en steenkool, en hernieuwbare energiebronnen zoals biomassa, waterstof, wind, waterkracht, aardwarmte en zonlicht.
In Nederland wordt het grootste deel van de elektriciteit geproduceerd door verbranding van fossiele brandstoffen, zoals aardgas en steenkool. Maar elektriciteit wordt ook gemaakt door verbranding van biomassa, met windturbines, waterkracht, zonnecellen en kernenergie.
Niet-vernieuwbare energie wordt opgewekt bij de verbranding van fossiele brandstoffen als aardgas, aardolie en steenkool. Ook kernenergie wordt gezien als een niet-hernieuwbare vorm van energie.
Als we bijvoorbeeld willen zwemmen, hebben we energie nodig om ons door het water voort te bewegen. Dat doe je door te eten en te drinken. Het voedsel wordt in je lichaam omgezet in energie. Ook als je het licht aan doet heb je energie nodig, die energie komt in je huis door middel van elektriciteit.
Verdeling bij Vandebron. Alle energie die onze energiebronnen produceren, wordt duurzaam opgewekt. Van de elektriciteit van Vandebron komt 69% uit windenergie, 29% uit zonne-energie en 2% uit bio-energie. Als energieleverancier moeten we (helaas) ook gas aanbieden.
Steenkool is de meest vervuilende fossiele energiebron. Er komen bij de verbranding veel stofdeeltjes en C02 vrij. Aardgas is de minst vervuilende van de fossiele energiebronnen.
Lichaamscellen halen hun energie vooral uit de verbranding van glucose in de mitochondrieën. Mitochondrieën zijn celonderdelen die de energieproductie van de cel verzorgen. De verbranding van glucose verloopt in stappen. Het is een ingewikkeld proces waarvoor vele tientallen enzymen nodig zijn.
Energiebronnen zijn die fysieke, psychologische, sociale of organisationele aspecten van het werk die: (1) functioneel zijn voor het bereiken van werkgerelateerde doelen; (2) taakeisen en de daarmee samenhangende fysiologische en psychologische kosten verminderen; (3) persoonlijke groei en ontwikkeling stimuleren.
Duurzame energie is energie die wordt opgewekt door gebruik te maken van bronnen die niet (snel) opraken zoals: zonne-energie, waterkracht, windenergie, biomassa, aardwarmte en bodemwarmte. Een voordeel van duurzame energie is dat het geen luchtvervuiling en weinig CO2-uitstoot veroorzaakt.
Groene energie, of duurzame energie, komt uit bronnen die niet (snel) opraken. Voorbeelden zijn windenergie, zonne-energie, waterkracht en biomassa.
Elektrische energie wordt vaak uitgedrukt in kilowattuur (kWh). De kWh is zelf geen SI-eenheid, maar is een vermenigvuldiging van 2 eenheden: de (kilo) watt en het uur (een eenheid buiten het SI-stelsel die weliswaar toch aanvaard wordt).
Productie. Kernenergie is de voornaamste bron van elektriciteit in België, op enige afstand gevolgd door aardgas. Een veel kleiner deel wordt opgewekt uit biomassa, steenkool, waterkracht (vooral pompcentrales), wind en zon. De productie in de periode 2011-2020 schommelde tussen de 70 en 90 TWh.