Een sterk zuur splitst zich helemaal in water. Dit betekent dat alle zuurmoleculen een H+ afstaat. Een voorbeeld is salpeterzuur (HNO3): HNO3(aq) + H2O (l) ” H3O+(aq) + NO3– (aq). Een zwak zuur vormt een evenwicht met de geconjugeerde base.
Het belangrijkste verschil is dat sterke zuren in water volledig gesplitst worden en zwakke zuren een evenwicht vormen met water. Dit verschil is vooral belangrijk bij het uitvoeren van berekeningen aan zuur-base reacties.
De eigenschap van sterke zuren is dat wanneer ze reageren, ze altijd een aflopende reactie zullen hebben. Deze sterke zuren hebben een zuurconstante die groter is dan 1 en dat betekent dat de zure stof altijd al zijn protonen afstaat.
Om te weten of iets een sterke base of een zwakke base is, kijk je in Binas-tabel 49 of ScienceData-tabel 9.1c. Sterke basen staan rechtsonder en hebben een KB >> 1.Alle andere basen in de tabel zijn zwakke basen.
Een sterk zuur splitst zich helemaal in water. Dit betekent dat alle zuurmoleculen een H+ afstaat. Een voorbeeld is salpeterzuur (HNO3): HNO3(aq) + H2O (l) ” H3O+(aq) + NO3– (aq). Een zwak zuur vormt een evenwicht met de geconjugeerde base.
Praktisch alle NaOH-eenheden nemen een proton (van water) op. De baseconstante van NaOH is zeer groot. NaOH is een sterke base.
Om erachter te komen hoe de stof zal reageren, moet je kijken naar waar die stof in de tabel staat. HSO4- staat bijvoorbeeld hoog in de zurentabel en bij de basen staat het als een hele zwakke base. Het zal dan als zuur gaan reageren.
Zuur is een bekende smaak. In de keuken komen veel verschillende zuren voor, als citroensap, azijn, tomatenpuree, bijna alle fruitsoorten, wijn. Basen of een basische smaak proef je minder vaak, het is de smaak van zeep.
Als de pH lager is dan 7 is een oplossing zuur, als de pH hoger is dan 7 is een oplossing basisch. Als een stof een pH heeft van 7,0 is de oplossing neutraal. De pH kun je ook berekenen als de de concentratie H+ionen weet.
Fluorantimoonzuur (HSbF6) is het sterkste, tot nu toe bekende synthetische superzuur. Het zuur wordt gevormd door waterstoffluoride (HF) en antimoon(V)fluoride (SbF5) in verschillende verhoudingen met elkaar te mengen.. De 1:1-verhouding vormt het sterkste superzuur.
Zwakke zuren reageren onvolledig met water. Het is daarom ook een evenwichtsreactie. Een gedeelte reageert met het water en vormt, net zoals bij een sterk zuur, H**3**O+ en het zuurrestion. Het andere gedeelte blijft het zwakke zuur.
De naam werd gegeven door een van professor Olahs postdocs die een kaars in magisch zuur zette. De kaars loste op, wat aantoonde dat het zuur koolwaterstoffen kon protoneren. Het sterkste superzuur-systeem, het zogenaamde fluorantimoonzuur, is een combinatie van waterstoffluoride en SbF5.
De normale pH-waarde van het bloed ligt tussen de 7,35 en 7,45. Ons lichaam houdt dit evenwicht zelf in stand met ingenieuze regelsystemen. We hoeven daar niets voor te doen. Een teveel aan zuren wordt snel gecompenseerd dankzij complexe chemische reacties.
Hoe groter de waarde voor pKa, hoe minder het zuur dissocieert (bij een bepaalde pH), dus hoe zwakker het zuur.
Verzurende voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen die je zuur maken zijn onder andere dierlijke eiwitten, suikers, koffie, alcohol, frisdrank, verzadigde vetten en dergelijke. Maar ook diverse granen en notensoorten verzuren het lichaam.
Verzurende voedingsmiddelen
Zuurvormende voedingsmiddelen laten na verbranding zure reststoffen achter, zoals urinezuur, fosforzuur, looistof en azijnzuur. Zuurvormende voeding omvat o.a. melk en zuivelproducten, frisdranken, koffie, vis, vlees, eieren, snoep en granen.
Zuurte is een natuurlijke stof in koffie, zoals in veel voedingsmiddelen. Bijvoorbeeld in citroenen, azijn of yoghurt. Koffie bevat honderden zuren, zoals het bekende citroenzuur en appelzuur.
Het sterkste zuur is H2O, de sterkste base is eveneens H2O. De oplossing is neutraal.
Deze evenwichtsconstanten zijn zeer klein. De evenwichtstoestand ligt dus links. Water is dus slechts theoretisch een zuur/base, in de praktijk beschouwen wij het als een neutrale molecule.
Natriumhydroxide (de oplossing heet natronloog)
In het geval van NaCl, opgebouwd uit de ionen Na+ en Cl- heeft geen van beide ionen een zuur of basisch karakter. Het zout als geheel is dus een neutrale stof; beïnvloedt in oplossing niet de pH van die oplossing.
Traditioneel gebruikt men lakmoespapier om te testen of een stof basisch is: een base in oplossing zal het papier blauw kleuren. Een modernere en nauwkeurigere manier is met een pH-meter.
Natriumhydroxide (ook wel caustische of bijtende soda genoemd) is sterk hygroscopisch. Dit product is zeer goed oplosbaar in water, tijdens het oplossen komt een grote hoeveelheid warmte vrij.