In woorden hoor je bij klinkers een korte of een lange klank. Als je een korte klinker aan het einde van een lettergreep hoort, dan verdubbel je de medeklinkers die achter die letter staan. Met een korte klinker bedoelen we de a, e, i, o of u. Let op: er zijn uitzonderingen zoals perziken, haviken en zaniken.
Korte klanken oefenen
Ui, ei, ij, oe, eu, au, ou en ie worden precies als de klank geschreven. We noemen deze korte klanken ook wel 'tweetekenklanken', omdat ze twee tekens hebben. Voorbeelden van woorden met een tweetekenklank zijn 'buiken', 'meiden', 'kijken', en 'boeken'.
Regel 1 - Lange klinkers /aa/, /ee/, /oo/ en /uu/
Onder lange klanken verstaan we de lettergrepen: aa, ee, ie, oo en uu. Voor je kind is het moeilijk om te onthouden dat je bijvoorbeeld 'schapen' schrijft in plaats van 'schaapen', omdat je toch echt een lange klank hoort. Met korte klanken bedoelen we de klinkers die kort worden uitgesproken: a, e, i, o en u.
Om woorden goed te verdelen in klankgroepen, moet je steeds uitgaan van 1 belangrijke regel: Het aantal klinkerklanken is altijd gelijk aan het aantal klankgroepen in een woord. Bijvoorbeeld bij het woord woordenboek. Daar tellen we 3 klinkerklanken: oo, e en oe.
Als je aan het eind van een lettergreep een lange klank hoort: aa, ee, oo of uu, dan gebruik ik daar maar één letter voor. Je schrijft a, e, o of u.
's middags 's spreek je uit als: komma es. Vroeger zeiden de mensen: "Des middags ga ik eten." Het zijn eigenlijk twee woorden, dus de s schrijf je los van middags.
Tweetekenklanken zijn ui, ei, ij, oe, eu, au, ou en ie. Je schrijft het woord zoals je het hoort. Na een tweetekenklank schrijf je geen dubbele medeklinker!
Lange klanken zijn de klinkers die we in een woord uitspreken als aa, ee, oo of uu. We komen ze in geschreven vorm ook tegen als a, e, o en u. Als we ze uitspreken als aa, ee, oo en uu, dan noemen we het lange klanken.
Het Nederlands kent 7 lange (i, e, y, ø, u, o, a) en 6 korte klinkers (ɪ, ɶ, ɔ, ɛ, ɑ, ə).
'Medeklinkers is groter dan klinkers' : 'Medeklinkers' is een langer, daarmee groter, woord dan 'klinkers'. In het alfabet zijn er meer medeklinkers dan klinkers. Er is slechts een kleine groep klinkers, a, e, i, o, u. De rest is een medeklinker.
Het alfabet kent verschillende klinkers, namelijk a, e, i, o en u. De rest van de letters zijn medeklinkers. Een handig ezelsbruggetje om te onthouden welke letters klinkers zijn is 'Oei, au'. Oei zeg je als je iets onhandigs doet, bijvoorbeeld zwaaien met een bijl.
Enkele woorden hebben een doffe klinker. Die doffe klinker schrijf je zo: het, een, er, je, de, te, me, we, ze.
Een klinker is lang in baan, been, biet, boon, buur, boek, beul. Tweeklanken zijn de klanken die gespeld worden met de lettertekens au en ou (saus, kous), ei en ij (leiden, lijden), en ui (tuin).
De y (vaak i-grec of Griekse ij genoemd) is soms een klinker en soms een medeklinker. Het hangt van de uitspraak af. In woorden als baby, cyste, idylle en symbool beschouwen we de y als klinker. In woorden als yoghurt, yoga en yahtzee daarentegen is de y een medeklinker (vergelijkbaar met de j).
Met sjwa (of schwa) wordt de uitspraak van de zogenaamde stomme e of doffe e (bijvoorbeeld in het woord 'vader') aangeduid. De sjwa is een klinker. Bij het uitspreken van de sjwa zijn de spieren in de mond in rust. De sjwa staat in de klinkervierhoek dan ook in het midden.
Medeklinkers zijn de letters b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z. Samen met de klinkers vormen ze het alfabet. Weet je niet precies wat de laatste letter van een woord is?
Je leert dat je één teken moet schrijven als je een lange klank (aa,ee,oo,uu) aan het einde van een klankgroep hoort (zoals bij jager) èn dat je twee dezelfde medeklinkers schrijft als je aan het einde van de klankgroep een korte klank (a,e,o,i,u) hoort (zoals bij bakker).
HOOFDREGEL: Schrijf een medeklinker met een dubbel teken na een korte klinker als er op die medeklinker nog een klinker volgt. Het gaat om de medeklinkertekens b, c (als /k/ uitgesproken), d, f, g, k, l, m, n, p, r, s, t, v en z na de korte klinkers /a/, /e/, /i/, /o/ en /u/.
Vuistregels. Sterke werkwoorden met een ij/ei-klank in het woord worden meestal geschreven met de lange ij. Zwakke werkwoorden met een ij/ei-klank in het woord worden meestal geschreven met de korte ei. Woorden die eindigen op -heid spel je altijd met een korte ei op het einde.
Het langste 'officiële' woord in de Nederlandse taal is: aansprakelijkheidswaardevaststellingsveranderingen (50 letters).
De Britten vinden vooral woorden grappig die verwijzen naar borsten en billen (booty, tit, booby, hooter). Nederlandstaligen het meest lijken te kunnen lachen om scheldwoorden: 'droeftoeter, graftak, schobbejak en schorriemorrie' staan in de toptien. Maar ook 'bips' kan het nog worden. Stemmen kan op onzetaal.nl.
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is baby'tje.
's morgens is een bijwoord van tijd. Het is een zinsdeel dat geen andere woorden nodig heeft om de tijd aan te duiden. De vlucht is verplaatst naar 5 uur 's morgens.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.