Voorbeelden van sociale vaardigheden zijn: goed kunnen spreken (presentaties geven, complexe zaken uitleggen aan anderen, vergaderingen voorzitten, interviewtechnieken), goed kunnen schrijven (handleidingen voor klanten maken, rapporten opstellen, notuleren), anderen kunnen begrijpen en motiveren, goed kunnen luisteren ...
Hard skills zijn meetbare, functionele of technische vaardigheden. Deze vaardigen zijn tastbaar. Voorbeelden hiervan zijn schrijven, programmeren en kennis over bijvoorbeeld de Nederlandse economie. Hard skills hebben meestal te maken met de inhoud van je functie.
Persoonlijke vaardigheden worden vaak soft skills genoemd. Je bent er goed in geworden door ze veel te oefenen. Voorbeelden zijn delegeren, onderhandelen, luisteren, samenwerken , netwerken, plannen en coachen.
Hard skills zijn leerbare vaardigheden die gemakkelijk kwantificeerbaar zijn. Ze zijn meestal specifiek gericht op een bepaalde functie of taak of toegespitst op een bepaald vakgebied. Hard skills zijn aantoonbaar door middel van diploma's, certificaten, werkervaring, enzovoort.
Hard skills zijn vaardigheden die je nodig hebt om de functie goed te kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde technische vaardigheden zoals het beheersen van een computerprogramma.
Hard skills (werkcompetenties) zijn vaardigheden die iemand voor het z'n werk nodig heeft. Bijvoorbeeld het bedienen van machines of het analyseren van gegevens. Soft skills (persoonlijke competenties) zijn vaardigheden die iemand 'van nature' in zich heeft. Bijvoorbeeld: servicegerichtheid, precisie, flexibiliteit.
Met vaardigheden bedoelen we activiteiten waar je goed in bent. Deze activiteiten zijn aan te leren. Je oefent ze in de praktijk. Vaardigheden die je op je cv zou kunnen vermelden, zijn bijvoorbeeld: MS Excell, Photoshop, JavaScript maar ook: aftimmeren, steigerbouw, stucen of het besturen van een heftruck.
Er zijn veel verschillende competenties die je kan ontwikkelen. Een competentie is een verzameling van kennis, ervaring, vaardigheden en talent. Ze worden vaak opgedeeld in hard skills en soft skills.
Controleren – Voortgang in de gaten houden en bijsturen waar nodig. Creativiteit – Bedenken van nieuwe oplossingen en unieke ideeën buiten de gebaande paden. Creëren – Iets maken wat er eerder nog niet was. Delegeren – Taken en verantwoordelijkheden aan de juiste persoon toedelen.
Maar om het simpel te zeggen: het verschil in hard en soft skills is voornamelijk dat hard skills te leren zijn, en kunnen worden verbeterd door opleiding, training en ervaring, en soft skills juist meer persoonlijkheidskenmerken zijn die je wel kunt ontwikkelen in je leven, maar die vooral een kwestie zijn van aanleg ...
Overige vaardigheden
Flexibiliteit – Je kunt goed omgaan met wisselende omstandigheden. Energie – Je hebt heel veel energie voor je werk over. Expertise – Je bent heel goed in iets, waar je ook volledig voor gaat. Leervermogen – Je staat open voor nieuwe plannen en ontwikkelingen.
Alle zaken waar je goed in bent of die je helpen om het beter te doen in het leven zijn jouw sterke punten en dingen die verbetering nodig hebben of je beperken om jouw beste zelf te zijn worden beschouwd als zwakke punten.
Soft skills horen niet bij een specifiek beroep en worden daarom ook wel overdraagbare vaardigheden worden genoemd. Hard skills zijn functioneel en/of technisch en het eindresultaat is tastbaar en/of meetbaar. Bij een hard skill draait het om vakinhoudelijke kennis of iets wat je hebt kunnen leren.
Harde vaardigheden zijn de dingen die u hebt geleerd te doen of te gebruiken, zoals tools, technologieën of bekwaamheden. Zachte vaardigheden zijn intermenselijke vaardigheden die u in de loop der tijd hebt ontwikkeld, zoals effectieve communicatie, betrouwbaarheid of gulheid.