Voorbeelden van didactische vaardigheden: Inspireren en enthousiasmeren. Omgaan met vragen en reacties. Omgaan met weerstand.
Wat zijn didactische vaardigheden? Dit zijn vaardigheden die je nodig hebt om anderen iets te kunnen leren. Het houdt zich bezig met de vraag hoe kennis, vaardigheden en houdingen kunnen worden onderwezen aan anderen.
Nieuwsgierig en gedreven zijn om buiten de eigen persoonlijke en professionele comfort zone te treden; Het prettig vinden om op een interactieve manier les te geven die zowel leerling- als docent gestuurd is; Altijd denken in mogelijkheden en oplossingen en niet in problemen.
Didactische principes zijn voorwaarden om tot zinvol, boeiend en duurzaam leren te komen. 1 Rekening houden met deze principes faciliteert en ondersteunt het leren van diverse groepen van studenten. Voorbeelden zijn taalontwikkelend, activerend en motiverend lesgeven.
Dat betekend dat de leraar de sturende persoon is. De leerstof wordt stapje voor stapje aangeboden zodat iedere leerling het op zijn/haar tempo kan verwerken. De leerstof wordt aangeboden op verschillende manieren. Leerlingen kunnen zelf bepalen of ze een les mee willen volgen of dat ze zelf aan het werk gaan.
Het belangstellingsprincipe (of: motiveringsprincipe)
dat zelf willen. Intrinsieke motivatie geeft veel betere resultaten dan extrinsieke. Motivering van buitenaf helpt soms wel, maar het is zinloos het hele leerproces daarop te baseren.
Didactiek is de wetenschapsdiscipline die zich bezighoudt met de vraag hoe kennis, vaardigheden en houdingen of attitudes door een leerkracht kunnen worden onderwezen aan leerlingen/studenten.
Didactisch gedrag is erg belangrijk, want je komt op school immers ook om cognitief heel veel te leren. Didactisch gedrag baseert zich op de werking van het brein en hoe je met deze kennis als uitgangspunt, kinderen het beste iets aan kunt leren.
Een leraar die vak- of beroepsinhoudelijk en didactisch competent is, creëert een krachtige leeromgeving, onder andere door het leren in verband te brengen met realistische en voor de leerlingen/deelnemers relevante toepassingen van kennis in beroep en maatschappij.
Over 'De zes rollen van de leraar'
Martie Slooter maakt in haar nieuwe boek duidelijk dat iedere leraar in het voortgezet onderwijs zes rollen vervult: die van (1) gastheer, (2) presentator, (3) didacticus, (4) pedagoog, (5) afsluiter en (6) coach. Elke rol kun je aanleren en in elke rol kun je je verder ontwikkelen.
Didactiek gaat over het professioneel handelen van de leraar. Het is de theorie van kennisoverdracht, aanleren van vaardigheden en inzicht. Daarbij staat de vraag centraal hoe de leraar ervoor zorgt dat de leerling leert.
Tips om een goede instructie te geven:
Praat luid en duidelijk en geef aan hoe lang je instructie duurt. Houd het kort en bondig. Geef aan wat de leerlingen gaan doen. Geef aan hoe ze het moeten doen.
Een didactische werkvorm is de activiteit die een docent met leerlingen/studenten uitvoert om hen iets te leren. Bekende werkvormen zijn: rollenspelen, leergesprekken en presentaties. Activerende werkvormen zijn werkvormen waarbij de leerling/student zelf actief kennis en vaardigheden verwerft.
Didactiek is onderdeel van de pedagogiek en behandelt de regels en de kunst van het onderwijzen. Het geeft handvatten voor het motiveren van leerlingen en het goed opbouwen van lessen. Om dit goed te kunnen doen zijn natuurlijk bepaalde vaardigheden nodig.
Didactisch is een bijvoeglijk naamwoord en betekent 'lerend' of 'onderwijzend'. Het woord komt van didactiek, de wetenschap die zich bezighoudt met de manier waarop het beste onderwezen kan worden. Didactiek is verdeeld in algemene didactiek en vakdidactiek.
Het didactisch handelen van de leraren bestaat uit het voorbereiden, geven en evalueren van lessen. Het leren van de leerlingen bestaat uit het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van leertaken. De wetenschappelijke bezinning gaat uit van de bestaande vakdidactische kennisbasis Nederlands.
Activerende didactiek is gericht op de ordening van het aanbod en op de werkvormen die de leraar gebruikt. Daarmee stimuleert hij de hersenen van zijn leerlingen, zodat leerlingen actief worden. Door een activerende didactiek stimuleert de leraar de (denk)activiteit van zijn leerlingen.
DL (Didactische Leeftijd) geeft het aantal maanden aan dat een leerling onderwijs heeft gevolgd vanaf groep 3. Eind groep drie heeft een leerling tien maanden onderwijs gevolgd en is de DL 10. DLE (Didactische Leeftijd Equivalent) geeft het werkelijke niveau van een kind aan.
Om onderwijsassistent of klassenassistent te worden heeft u een diploma van de mbo-opleiding tot onderwijsassistent nodig. Er zijn verder (nog) geen wettelijke bekwaamheidseisen voor deze beroepen.
Een visie op schoolniveau geeft op globale wijze richting aan de manier waarop de school invulling geeft aan kennisontwikkeling, persoonsvorming en maatschappelijke toerusting van leerlingen.
Didactisch coachen is een planmatige en doelgerichte manier van coachen en feedback geven door de leraar, waarin hij /zij het denken van de leerder stimuleert, op een manier die motivatieverhogend en leerbevorderend werkt.
Een onderwijsvisie kun je zelf ontwikkelen. Ook zijn er bestaande visies die je kunt aanpassen. Enkele bestaande visies zijn: Vrijeschool, Montessori, Dalton, Freinet, Jenaplan, Agora-concept of ervaringsgericht onderwijs. Het belangrijkste is dat je onderwijsvisie onderbouwd is op grond van bewuste keuzes.