Het aantal sterren in het waarneembare heelal is dus ongeveer honderd keer zo groot als het aantal zandkorrels op aarde. Voor elke zandkorrel op onze planeet stralen er honderd zonnen ergens in de kosmos!
Onze aarde telt – ongeveer – 7.500.000.000.000.000.000 zandkorrels.
Tellen is natuurlijk ondoenlijk. Maar we kunnen natuurlijk een schatting maken. Als zandkorrels precies uit kubusjes zouden bestaan, gaan er minimaal 125 korrels in één kubieke centimeter (korrelgrootte 2 mm) en maximaal 8 miljoen korrels (korrelgrootte 0,05 mm).
Het heelal telt tegenwoordig minstens 2 biljoen sterrenstelsels. Dat zeggen Britse wetenschappers op basis van nieuwe 3D-modellen van beelden die de afgelopen twintig jaar zijn gemaakt met de ruimtetelescoop Hubble. Dat betekent dat het heelal zeker twintig keer zoveel sterrenstelsels bevat als wetenschappers dachten.
Het zonnestelsel bestaat uit 1 ster: onze zon, en 8 planeten die om de zon heen draaien. Op volgorde zijn dit: Mercurius, Venus, aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
Op 4,5 miljard kilometer afstand van de zon vind je de planeet Neptunus. Deze gigantische, ijzige planeet is vanaf de zon gezien de achtste planeet in ons sterrenstelsel en de planeet die het verste van de aarde afstaat.
Het aantal sterren in het waarneembare heelal is dus ongeveer honderd keer zo groot als het aantal zandkorrels op aarde. Voor elke zandkorrel op onze planeet stralen er honderd zonnen ergens in de kosmos!
Voor zover onderzoekers nu weten is er geen einde aan het heelal. Er is dus geen rand waar de ruimte stopt. Sterker nog: het heelal blijft groeien.Sterren en planeten bewegen steeds verder van elkaar af.
De zon is een ster, en die beweegt met zo'n honderd miljard andere sterren rond in een enorme platte schijf: de Melkweg . Maar de Melkweg is niet alleen, er zijn nog honderden miljarden andere sterrenstelsels. Dit alles samen noem je het universum.
De RMC 136a1is, voor zover nu bekend, de zwaarste ster. Deze ster is maar 30 keer zo groot als onze zon, maar wel 300 keer zo zwaar. Het zou zomaar kunnen dat een andere ster over een aantal jaar de grootste of de zwaarste is.
Ze bestaat uit ten minste 100 miljard sterren, naast stof en gas. De Melkweg is zo groot dat licht er 100 000 jaar over doet om van de ene kant naar de andere kant te gaan.
De som is als volgt: een kuub zand wat gelijk staat aan 1000 liter gedeeld door een kruiwagen met een inhoud van 80 liter. Ofwel 1000/80 = 12,5 kruiwagen, helemaal tot de rand afgevuld. Je zult dus 13x moeten kruien om 1 kuub zand te verplaatsen.
Zo hebben de kleinste hoofdreekssterren een diameter ongeveer gelijk aan die van Jupiter (143.000 km), EBLM J0555-57Ab is zo'n ster en is sinds de ontdekking n 2017 de kleinste bekende ster. De grootste sterren kunnen een diameter van miljarden kilometers hebben, zoals bij de zogeheten rode hyperreuzen.
Het zand op een zandverstuiving is door een snijdende noordenwind aangevoerd in een tijd dat Nederland in een poolwoestijn lag. De Holterberg, maar ook de veel bekendere stuwwallen van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug zijn opgeduwd door enorme gletsjers die ooit tot het midden van Nederland reikten.
Volgens sommige astronomen bevat het heelal (minstens) 2000 miljard melkwegstelsels. Dat is een 2 met twaalf nullen. Eén van die sterrenstelsels, onze eigen Melkweg, zou een diameter hebben van 200.000 lichtjaar.
Nee, het heelal is onbegrensd en waarschijnlijk zelfs oneindig uitgestrekt. Langer antwoord: De nieuwste sterrenkundige waarnemingen doen vermoeden dat het heelal oneindig uitgestrekt is. Dat betekent dat het zeker geen rand heeft.
Een lichtjaar is de afstand die licht in een jaar kan reizen - dat is ongeveer 9 460 000 000 000 kilometer! Licht heeft ongeveer 4,2 jaar nodig om de afstand naar de dichtstbijzijnde ster buiten ons zonnestelsel te overbruggen, daarom zeggen sterrenkundigen dat Proxima Centauri 4,2 lichtjaren van ons is verwijderd.
'Kleine sterren kunnen wel honderd miljard jaar oud worden.Grote worden 'maar' één miljard jaar oud. ' Het proces van verbranding duurt dus zelfs bij heel grote sterren nog ontzettend lang.
De oerknal of big bang is de populaire benaming van de kosmologische theorie die op basis van de algemene relativiteitstheorie aannemelijk maakt dat 13,8 miljard jaar geleden het heelal ontstond uit een enorm heet punt (ca. 1028 K), met een bijna oneindig grote dichtheid, ofwel een singulariteit.
De meeste sterrenkundigen geloven dat het heelal met een oerknal (Big Bang) is begonnen, zo'n 14 miljard jaar geleden. Het hele heelal zat toen in een belletje dat duizenden keren kleiner was dan een speldenknop. Het was heter en zwaarder dan alles wat we ons maar kunnen voorstellen. En ineens ontplofte het.
De Amerikaanse sterrenkundige Edwin Hubble ontdekte door het meten van de roodverschuiving (dopplereffect) dat sterrenstelsels zich uit elkaar bewegen.
Dat de zon zo helder is komt doordat de zon veel dichterbij de aarde staat dan de sterren. Daarom lijkt hij ook erg groot. Veel sterren zijn echter groter dan de zon. Maar de meeste sterren zijn kleiner.
Kort antwoord: Sirius.
Sterren vallen nooit, maar wel komt elk jaar 15.000 ton aan steen- en metaalgruis in de atmosfeer van de aarde terecht. Het meeste hiervan is 'ruimtestof'. Grotere stukjes heten meteoroïden, van zandkorrelformaat tot een meter breed.