Veel soorten muziek gebruiken alleen diatonische drieklanken, de zeven akkoorden die zijn gebouwd op elk van de noten in de gekozen majeur- of mineur toonladder. Bouw een drieklank op elke noot in de
De muziekterm diatonisch stamt af van het Grieks en betekent: langs hele tonen. Een diatonische toonladder was de gebruikelijke toonladder tot en met het jaar 1000. In deze tijden werd veel gebruik gemaakt van kerktoonladders.
AKKOORDEN OPBOUW. Een akkoord wordt opgebouwd uit grondtoon + terts + kwint + eventueel een septiem toon. De akkoordenwijzer laat deze 4 tonen zien. De linkse pijl geeft de grondtoon van het akkoord.
Het is verstandig om te beginnen met de open akkoorden. Open akkoorden worden op de eerste drie frets gespeeld (frets zijn de metalen stripjes op de hals van je gitaar), hebben elk een unieke vorm en bevatten één of meer open snaren – dat zijn snaren die je niet hoeft in te drukken.
De trekzak, trekharmonica, harmonica of diatonische accordeon is een bisonore knoppenaccordeon. Dat wil zeggen dat wanneer u een knop indrukt en trekt of duwt, u een andere toon verkrijgt. Daarom is deze accordeon kleiner en makkelijk wendbaar.
Een majeur en mineur toonladder
Er zijn twee verschillende toonladders die veel gebruikt worden, namelijk de majeur en de mineur toonladder. Beide toonladders bestaan uit zeven verschillende noten. De achtste noot is weer exact hetzelfde als de eerste.
Een toonladder is een opeenvolging van in toonhoogte stijgende of dalende tonen, meestal bestaande uit de diatonische tonen van een octaaf. Een toonladder vormt het basismateriaal van een muziekstuk. Sommige toonladders, bijvoorbeeld de melodische mineurladder, bestaan stijgend uit iets andere tonen dan dalend.
Het ezelsbruggetje voor de mollen
De toonladder van F heeft 1 mol en die van Ab heeft er 4.
Het verschil tussen majeur en mineur verwijst naar de afstand tussen de eerste en derde toon van de toonladder. In majeur is dit verschil groot (4 halve tonen) en in mineur klein (3 halve tonen). Mineur klinkt meestal droeviger dan majeur.
Het interval tussen de eerste en de achtste toon in een toonladder heet een octaaf. Het woord octaaf is afkomstig van het Griekse woord okta, dat acht betekent. De twee noten waartussen een octaaf klinkt hebben dezelfde naam; een octaaf klinkt bijvoorbeeld tussen een a en de eerstvolgende a daarboven of -onder.
Je kunt noten weergeven op een notenbalk met een F sleutel die hoger zijn dan de centrale C. En soms worden noten op een notenbalk met F sleutel gespeeld met de rechterhand. De hoogste noot op de bovenste lijn is de A die vlak onder de centrale C ligt op het pianoklavier (een kleine terts onder de centrale C).
C-majeur, C grote terts of C-groot (afkorting: C) is de majeur toonsoort met als grondtoon c. C-majeur is tevens de naam van het akkoord op de eerste trap van de C-toonaard.
c-mineur of c klein (afkorting: Cm) is een toonsoort met als grondtoon C.
Geen moeilijk notenschrift of akkoorden, maar gewoon lekker je gehoor en je vingers laten werken dus spelen met plezier. De leraar leert u een juiste vingerzetting te gebruiken. Zowel voor bas als melodie. Maar wilt u wel noten leren dan is dit ook mogelijk.
Beide instrumenten lijken veel op elkaar en het mechaniek berust op hetzelfde principe. Maar bij een trekharmonica zitten onder één knop twee tonen: er klinkt een verschil tussen balg in en balg uit. Daardoor heb je minder knoppen nodig dan een accordeon en dat maakt het instrument lekker compact.
Zo zal een speelgoed accordeon te vinden zijn binnen een prijsklasse van 25 tot 100 euro. Ga je op zoek naar een duurzame professionele accordeon dan zijn gemiddelde prijskaartjes van 1200 euro alvast niet vreemd. In heel wat gevallen kan de prijs zelfs oplopen tot 3000 euro of meer.
Met behulp van de kwintencirkel kun je berekenen hoeveel kruizen of mollen een toonladder heeft. Ook kun je de kwintencirkel gebruiken om de toonsoort van een muziekstuk te bepalen, in welke toonladder een muziekstuk staat.
d-mineur of d klein (afkorting: Dm) is een toonsoort met als grondtoon D.
Mineur akkoorden zijn alle akkoorden die uit minimaal drie noten bestaan, namelijk de grondtoon (de 'root'), een kleine terts ('minor third') en een kwint ('perfect fifth') daarboven. Bij een mineur akkoord wordt de derde noot uit de majeur toonladder van de grondtoon een halve noot verlaagd.
Een van de twee meest belangrijke sleutels is de G-sleutel. De sleutel is een teken/symbool dat altijd vooraan de notenbalk staat. Deze geeft, de naam zegt het al, de stamtoon G aan (boven de centrale C). De 'buik' van de G-sleutel krult om de tweede lijn van de notenbalk heen.
Iemand die al over een beetje kennis van de piano en muzikaliteit beschikt, kan in vier maanden piano leren spelen. Een beginner kan hetzelfde in zes maanden doen. In deze vier of zes maanden ontdekt de beginnend muzikant alleen de basis van het instrument.
Zelfstandig naamwoord. (muziek) teken dat vooraan een notenbalk staat om aan te geven waar de sol ligt (de toon sol is de vijfde toon van een toonladder die begint met "do".)
Elke menselijke zangstem heeft een bepaald bereik (de afstand tussen de laagste en hoogste toon die men kan zingen). Een mannenstem bestrijkt een lager gebied dan een vrouwenstem. Het gemiddelde bereik van een menselijke geschoolde zangstem beslaat omstreeks 2 à 2,5 octaaf, wat overeenkomt met ongeveer 24 à 30 tonen.
De eenvoudigste manier om jouw zangstem te bepalen is het zingen van de toonladder. Zing de octaven van de toonladder van laag naar hoog. Bepaal welke lage noot je helder kunt zingen en ga dan steeds een toon hoger tot je niet verder kunt. Je weet nu wat het bereik van je stem is.