Voorbeelden van specifieke klachten die bij PTSS voorkomen: onaangenaam dromen over dingen die te maken hebben met de gebeurtenis, last hebben van herinneringen die zich opdringen, van negatieve gevoelens over jezelf of over de wereld, van woede, van gevoelens van schuld of schaamte en overdreven schrikken.
Kinderen met een posttraumatische stressstoornis ervaren vaak pijnklachten in hun lichaam. Het ene kind krijgt bijvoorbeeld veel last van hoofdpijnklachten, het andere kind bijvoorbeeld buikpijnklachten. Ook komen duizeligheidsklachten vaak voor bij kinderen met een posttraumatische stressstoornis.
Een sombere stemming hebben of onverschillig zijn, niet over gevoelens praten. Opeens heel prikkelbaar zijn en in woede uitbarsten; gedragsproblemen hebben. Seksueel grensoverschrijdend gedrag laten zien. Moeite hebben met sociale contacten, ook in relatie met jou als onderwijsprofessional.
Gedrag en gevoelens
Je verliest snel je geduld en bent snel boos. Je hebt last van plotselinge huilbuien. Je schrikt snel en bent overgevoelig voor elke onverwachte situatie of gebeurtenis. Je zoekt gevaarlijke situaties op; je gaat bijvoorbeeld veel te hard rijden.
Verdrongen jeugdtrauma kan een significante impact op je leven hebben, zelfs als je je niet bewust bent van het trauma . Als je denkt dat je jeugdtrauma hebt verdrongen, zijn hier enkele manieren waarop je verdrongen jeugdtrauma kunt verwerken en de reis naar genezing kunt beginnen.
De belangrijkste klacht bij psychotrauma of PTSS is het steeds weer opnieuw beleven van de traumatische gebeurtenis. Opdringerige beelden, gedachten en angstige dromen over het trauma blijven terugkomen. Soms voelt het alsof de gebeurtenis opnieuw plaatsvindt, vooral wanneer iets in de omgeving eraan herinnert.
Over het algemeen worden PTSS-symptomen gegroepeerd in vier typen: opdringerige herinneringen, vermijding, negatieve veranderingen in denken en stemming, en veranderingen in fysieke en emotionele reacties . Symptomen kunnen in de loop van de tijd variëren of van persoon tot persoon verschillen.
Herbelevingen worden meestal uitgelokt (getriggerd) door een zogenaamde 'trigger'. Dit kan gaan om subtiele dingen, zoals een geur of de klank van iemands stem.
Kinderen kunnen angst, hulpeloosheid of vrees ervaren, maar ook fysiologische reacties zoals hartkloppingen, overgeven of verlies van controle over de blaas of darmen.
Zo'n kind kan 'spacey', losgekoppeld, afstandelijk of niet in contact met de realiteit lijken . Complex getraumatiseerde kinderen vertonen vaker risicovol gedrag, zoals zelfbeschadiging, onveilige seksuele handelingen en buitensporig risicogedrag, zoals het besturen van een voertuig met hoge snelheid.
Kinderen en tieners kunnen PTSS hebben als ze een gebeurtenis hebben meegemaakt die ertoe had kunnen leiden dat zij of iemand anders gedood of ernstig gewond zou kunnen raken . Zulke gebeurtenissen omvatten seksueel of fysiek misbruik of andere geweldsmisdrijven. Rampen zoals overstromingen, schietpartijen op scholen, auto-ongelukken of branden kunnen ook PTSS veroorzaken.
Als je iets engs of schokkends (een traumatische gebeurtenis) meemaakt en dat niet goed verwerkt, dan kun je PTSS (posttraumatische stressstoornis) ontwikkelen. Het voelt dan alsof de nare gebeurtenis je achtervolgt met nachtmerries en levensechte herinneringen (flashbacks).
Trauma beïnvloedt het gevoel van veiligheid en vertrouwen van een kind. Na een trauma kunnen kinderen zich nog steeds gespannen of bang voelen. Sommigen voelen zich alleen, verdrietig, boos of schuldig. Ze denken misschien dat zij de schuld hebben van wat er met hen is gebeurd.
PTSS uit zich niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk. Dat merk je aan een verhoogde alertheid en spierspanning. Dit kan gepaard gaan met bijvoorbeeld hoofdpijn, misselijkheid of spierpijn.
Cognitieve symptomen omvatten negatieve gedachten over zichzelf of de wereld. Volgens het National Center for PTSD kunnen mensen die cognitieve symptomen ervaren moeite hebben met het vertrouwen van mensen en kunnen ze het moeilijk vinden om zich gelukkig te voelen.
Voorbeelden van voorkomende klachten bij kinderen en jongeren met een trauma zijn: nachtmerries, angsten, snel kwaad zijn, moeite met concentreren en/of slaapproblemen. Mogelijk zijn zij ook extra aanhankelijk of vertonen lichamelijke klachten zoals hoofd- of buikpijn.
Een trauma herkennen
Je hebt last van sombere gevoelens en/of huilbuien en vaak ben je voortdurend gespannen. Een traumatische ervaring kan leiden tot het hebben van flashbacks van de gebeurtenis, herbelevingen van de gebeurtenis overdag of in je slaap.
Luister aandachtig en oordeel niet. Het kost tijd om te herstellen van een trauma. Zeg dus niet “het gaat vast snel over” en schep geen valse verwachtingen. Iemand met een PTSS heeft geen vertrouwen in een veilige wereld.
Bij volwassenen kan een jeugdtrauma zich uiten in emotionele dysregulatie, flashbacks en opdringerige herinneringen, vermijdingsgedrag, hyperalertheid, moeite met het vertrouwen van anderen, een laag zelfbeeld en weinig eigenwaarde, relatieproblemen, middelenmisbruik en -verslaving en lichamelijke gezondheidsproblemen.
De gebeurtenis heeft diepe indruk op je gemaakt, waardoor het moeilijk kan zijn om het een plek te geven. Het kan zijn dat je angstig wordt, de gebeurtenis herbeleeft of er vaak aan moet denken. Je kan ook te maken krijgen met verschillende emoties, zoals angst, verdriet, hulpeloosheid, schuld en/of boosheid.
Jeugdtrauma kan bij volwassenen verschillende symptomen hebben. Bij sommige mensen uit het zich als psychische stoornissen zoals angst of depressie . Anderen hebben moeite met relaties of worstelen met verslaving. En veel mensen die traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt, hebben flashbacks of nachtmerries.