Een belangrijke misvatting betreft de snelheid: binnen een woonerf is de snelheid voor alle gebruikers beperkt tot 20 km per uur, en niet tot 30 km per uur zoals velen denken.
Het woonerf is een straat of plein(tje) waarbij de nadruk zeer sterk ligt op de verblijfsfunctie: wonen, spelen, wandelen enzovoort. Doorgaand verkeer is op een woonerf niet mogelijk. De filosofie hierachter is dat de auto "te gast" is in het woonerf.
Artikel 46. Binnen een erf mag u uw motorvoertuig alleen parkeren op een daarvoor aangewezen plek. Als het erf ook als parkeerschijfzone is aangewezen zijn ook de regels rondom de het parkeren in een blauwe zone van toepassing.
Nee, een voetganger heeft nooit voorrang!
Voorrang is geregeld tussen bestuurders onderling, een auto geeft een auto voorrang, een fietser een bus, een scooter een vrachtwagen etc..etc.. Een voetganger is geen bestuurder, en zal daarom niet tot deze groep gerekend worden.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
Als het woonerf met een juiste uitritconstructie aansluit, moet je inderdaad voorrang verlenen. Maar veel wegbeheerders hebben dit niet goed ingericht en dan ontstaat een andere situatie. Volgens de rechter is een uitrit pas goed ingericht als het voor beide partijen duidelijk is dat het een uitrit betreft.
Waar voetgangers normaal gesproken niet zomaar de rijbaan mogen gebruiken, is dat op een woonerf een ander verhaal. Hier mogen ze namelijk overal de weg gebruiken. Kinderen mogen bijvoorbeeld dus overal spelen op de weg.
Reacties. Bestuurders die het woonerf vanaf de weg binnenkomen of die het woonerf verlaten en de weg op rijden, moeten het overige verkeer (dus ook voetgangers) voor laten gaan. Dit geldt als er een uitrijconstructie is. Is er geen uitrijconstructie dan zijn bestuurders die uit het erf komen gewoon voorrangsgerechtigd.
Voetgangers mogen in een erf overal lopen. Kinderen spelen hier op straat en hier wordt ook gefietst. Houd rekening met elkaar. In een erf kunt u ook te maken krijgen met auto's, fietsers en spelende kinderen.
(Tijdelijk) woonerf. In rustige straten kan de ruimte herverdeeld worden door ze om te vormen tot 'woonerf'. Auto's mogen er maximaal 20 km/u rijden en voetgangers en fietsers mogen de volledige breedte van de openbare weg gebruiken. Dit geeft meer ruimte aan voetgangers en fietsers en maakt fysieke afstand mogelijk.
Hoe hard mag je binnen de bebouwde kom? Binnen de bebouwde kom geldt een maximaal toegestane snelheid van 50 km/uur. Met hier en daar uitzonderingen: waar een Zone 30 van kracht is, geldt een maximumsnelheid van 30 km/uur.
Binnen de bebouwde kom mogen motorvoertuigen maximaal 50 km per uur. Buiten de bebouwde kom mogen motorvoertuigen 130, 100 of 80 km per uur afhankelijk van de weg waarop zij rijden. De grens van de bebouwde kom volgens de Wegenverkeerswet is voor de meeste mensen duidelijk, maar het is zeker niet de enige grens.
Binnen de bebouwde kom geldt een snelheidslimiet van 50 kilometer per uur, tenzij anders aangegeven. Het plaatsnaambord zelf impliceert ook een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Tegenwoordig wordt het bebouwde kom-bord ook wel gecombineerd met een 30-bord. Dan geldt 30 kilometer per uur als snelheidslimiet.
Heb je wel eens gezien dat de positie van dit bord bepaald bij een kruispunt niet altijd dezelfde is? Je kunt aan de plaats namelijk zien of je je binnen of buiten de bebouwde kom bevindt. Binnen de bebouwde kom staat het bord vóór het kruispunt en buiten de bebouwde kom erna.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Voorrangsregel woonerf
Verkeer dat een uitrit verlaat moet voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers. Een drempel in de zijweg heeft geen invloed op de voorrang: hoe dicht de drempel ook tegen de hoofdrijbaan aan ligt.
Uit jurisprudentie blijkt dat langer dan 10 minuten stilstaan inhoudt dat er sprake is van parkeren. Kiss and Ride is dan gelimiteerd tot maximaal 10 minuten stilstaan.
Die auto mag er net zo lang staan als de eigenaar dat wil.
Stilstaan en parkeren zijn gedefinieerd in de regelgeving: Stilstaan doe je enkel wanneer je iemand laat in- of uitstappen of je auto in- of uitlaadt, of dat nu 1 minuut of 1 uur duurt. Parkeren doe je wanneer je langer stilstaat dan nodig voor het in- of uitstappen of in- of uitladen.
Onverharde weg: als je op een onverharde weg rijdt, dan moet je ook aan bestuurders van links voorrang verlenen; Oprit of uitrit: ook als je van een oprit of uitrit komt, dan moet je links voor laten gaan.
Net als op verharde wegen gelden er ook verkeersregels voor onverharde wegen. Bestuurders op een onverharde weg moeten voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg. De bestuurders die van rechts komen vanaf een onverharde weg hoef je dus geen voorrang te verlenen.