Soorten tijdperken in de geologische tijdschaal
De geschiedenis van de Aarde wordt ingedeeld in drie officiële eonen: Archeïcum, Proterozoïcum en Fanerozoïcum. Het Fanerozoïcum wordt weer ingedeeld in drie era's: Paleozoïcum, Mesozoïcum en Cenozoïcum. Op hun beurt worden era's weer ingedeeld in periodes.
Misschien weet je het nog wel van de basisschool, maar de geschiedenis is opgedeeld in tien tijdvakken. Bij elk tijdvak horen jaartallen en kenmerkende aspecten. Kenmerkende aspecten zijn omschrijvingen van het tijdvak.
De afgelopen 11 duizend jaar leefden we in het tijdperk Holoceen, maar wetenschappers zeggen nu bewijs te hebben gevonden dat we inmiddels in een nieuw geologisch tijdperk zitten: het Antropoceen.
De moderne tijd – ook wel nieuwste tijd genoemd – is de meest recente grote periode in de westerse geschiedenis. De moderne tijd volgde in Europa op de vroegmoderne tijd. Volgens de traditionele indeling wordt de Europese geschiedenis in drie perioden onderverdeeld: oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd.
Het is ook handig als je deze 10 tijdvakken kan plaatsen in de periodes: prehistorie, oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd en moderne tijd.
Een geologische tijdschaal is een indeling van de geschiedenis van de Aarde in geologische tijdperken.De tijdvakken Paleoceen, Eoceen, Oligoceen, Mioceen en Plioceen vormen samen het Tertiair, op basis van het feit dat tijdens deze periodes de eerste primaten verschenen.
Toelichting. Tijdvak 1 begint ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden en duurt tot 3000 v. Chr. Daarmee is tijdvak 1 het langste tijdvak van de tien tijdvakken.
De moderne tijd beslaat drie tijdvakken, namelijk die van tijd van burgers en stoommachines, tijd van de wereldoorlogen en tijd van televisie en computer. Deze periode volgde op de vroegmoderne tijd. In de moderne tijd vindt onder andere de Industriële Revolutie plaats en zijn er twee wereldoorlogen.
Kenmerkende aspecten: De opkomst van politieke stromingen. De industriële revolutie.
Hier vind je een overzicht van alle kernbegrippen en hun betekenis, die horen bij de tijdvak 7: de tijd van Pruiken en Revoluties (1700 – 1800).Beweging voor de afschaffing van slavenhandel en slavernij.De oude orde in samenleving, voorafgaand aan democratische revoluties.
Het eerste tijdvak gaat ook wel over de prehistorie. De prehistorie is ook wel de tijd voordat de mens dingen begon op te schrijven. De prehistorie eindigt met de komst van het schrift. Wel grappig om te weten is dat niet overal op de wereld dat op hetzelfde moment is.
De geschiedenis van Nederland is voor het primair en voortgezet onderwijs verdeeld in tien tijdvakken. De tijdvakken worden in combinatie met de 50 Nederlandse canonvensters behandeld binnen kerndoel 52 en 53 in het primair onderwijs. Hieronder een overzicht van de tijdvakken en hun kenmerkende aspecten.
De middeleeuwen (letterlijk tussenliggende eeuwen) (ca. 500 tot ca. 1500) vormen, in de historiografische indeling of periodisering van de geschiedenis van Europa, de periode tussen de klassieke oudheid en de vroegmoderne tijd.
prehistorie | tot 3000 voor Christus
Kenmerkend voor dit tijdvak: de levenswijze van jagers-verzamelaars; het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen; het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus) tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus) tijdvak 3: tijd van monniken en ridders (500-1000) tijdvak 4: tijd van steden en staten (1000-1500)
Kenmerkende aspecten: Het voeren van twee wereldoorlogen. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
De tijdlijn, genaamd Histography , laat het toe om te scrollen doorheen verschillende historische periodes en gebeurtenissen. Op de tijdlijn representeert elk puntje een historische gebeurtenis.
Nationalisme. Pas veel later, vanaf het begin van de negentiende eeuw, gingen Nederlanders het tijdvak tussen 1600 en 1700 de 'gouden eeuw' noemen.
De term 'middeleeuwen' werd ook geboren tijdens de Renaissance. De middeleeuwen werden gezien als een periode tussen de klassieke oudheid en de huidige tijd, die de klassieke oudheid idealiseerde en weer terughaalde.
De 17e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 17e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1601 tot en met 1700.