Mensen met dyscalculie hebben hardnekkige rekenproblemen. Hardnekkig betekent dat de rekenproblemen niet over gaan met wat extra instructie en oefenen. Als je dyscalculie hebt, heb je moeite met het vlot en op de juiste manier gebruiken van reken- en wiskundekennis die je eerder hebt aangeleerd.
Dyscalculie is een complexe stoornis omdat bij rekenen meerdere hersengebieden worden gebruikt, waaronder ook het taalcentrum. Bij rekenen moeten kinderen tekst lezen en getallen herkennen, maar ook met symbolen als sterren en cirkels kunnen werken.
Het kind heeft problemen met de plaats van getallen en heeft weinig inzicht in het de getalopbouw. Schattend rekenen is erg lastig. Het kind vindt het moeilijk om getallen die ze hoort of denkt op te schrijven en maakt veel fouten in het correct lezen en schrijven van getallen. Bijvoorbeeld: getallen omkeren.
De oorzaak van dyscalculie is onbekend, maar uit hersenonderzoek blijkt dat bepaalde hersengebieden er iets mee te maken hebben. Wat deze er dan mee te maken hebben is onduidelijk. Dyscalculie komt vaak in families voor, dus waarschijnlijk is ook een erfelijke factor in het spel.
Toch is dyscalculie wel zeker te behandelen: met de juiste aanpak én een intensieve begeleiding kan een kind met dyscalculie vaak een enorme vooruitgang boeken!
Kinderen met dyscalculie hebben moeite met automatiseren en moeten dus 'bewust' leren hoe ze moeten rekenen. Door veel oefenen en door in kleine stapjes aan te leren hoe ze een som moeten aanpakken, kunnen ze voor zichzelf het rekenen wat gemakkelijker maken.
"Bij kinderen met dyscalculie gaat 90 procent naar het vmbo, 10 procent naar de havo en 0 procent naar het vwo.
Dyscalculie in het voortgezet onderwijs
Bij de centrale examens kan een leerling een tijdverlenging krijgen van maximaal 30 minuten. Bij alle centrale examens mogen leerlingen met dyscalculie een rekenmachine gebruiken. Een school mag andere hulpmiddelen zoals een formulekaart of rekentabellen niet toestaan.
Wanneer dyscalculie tijdig vastgesteld wordt, heeft dat een hoop voordelen: De kans op het ontwikkelen van rekenangst zal verminderen. Het kan voor een kind met dyscalculie een enorme opluchting zijn te beseffen dat het niet 'dom' is, en dat hij/zij er niks aan kan doen dat het rekenen moeilijk is.
Dyscalculie wordt ook niet veroorzaakt door te weinig onderwijs. Er zijn aanwijzingen dat dyscalculie erfelijk is en dat de stoornis een neurologische achtergrond heeft. Deskundigen schatten dat 3 á 4% van de kinderen de stoornis in meer of mindere mate heeft. Jongens hebben drie keer zoveel dyscalculie als meisjes.
Er worden drie vormen van dyscalculie onderscheiden: geen cijfers en getallen kunnen lezen of op de juiste manier opschrijven; het op de verkeerde plek plaatsen van cijfers en getallen; de rekenregels niet (meer) beheersen.
Dyscalculie kan je letterlijk vertalen naar 'niet (kunnen) rekenen'. Het is een aangeboren leerstoornis die ervoor zorgt dat je moeite hebt met leren rekenen en vaak weinig inzicht in getallen hebt.
Onderzoek naar dyscalculie
Het is mogelijk om een dyscalculie test te doen. Dit onderzoek bestaat uit een intelligentietest en een rekentoets. De kosten hiervoor zijn rond de 1000 euro en worden niet vergoed vanuit de basisverzekering of de aanvullende verzekering.
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
In de regel wordt een onderzoek naar dyscalculie niet vergoed door uw gemeente, maar in sommige gevallen is het wel mogelijk om een deel van de kosten vergoed te krijgen.
veel moeite met opdrachten waarbij ruimtelijk inzicht een grote rol speelt. het niet kunnen onthouden van rekenregels, symbolen (zoals % en <) en formules en moeite blijven houden met de rekentaalbegrippen. moeite met klokkijken. niet goed schattend kunnen rekenen door moeite met het overzien van hoeveelheden.
Er is geen simpele test of hersenonderzoek waarmee je kan vaststellen of iemand dyscalculie heeft. Als rekenproblemen niet overgaan met extra oefening en een kind met andere vakken wel goed presteert, moet er op taakniveau onderzoek worden gedaan.
Daarom is het noodzakelijk dat een daartoe opgeleide orthopedagoog-generalist of (gz)psycholoog een kind uitgebreid diagnostisch onderzoekt voordat hij de diagnose dyscalculie stelt.
Met de juiste begeleiding kan een leerling met dyscalculie gewoon wiskunde op een havo- of vwo-niveau volgen. Een bemoedigende rol van de wiskundeleraar is daarbij belangrijk. De leraar moet leerlingen helpen waar nodig, bemoedigen en zelfvertrouwen geven.
Dyscalculie komt bij ongeveer 2 à 3 procent van de bevolking voor. In ongeveer 10 procent van die gevallen gaat dyscalculie samen met een andere stoornis; het vaakst met dyslexie of leesproblemen, AD(H)D, DCD (stoornis in de ontwikkeling van de coördinatie van bewegingen) of ASS (Autisme Spectrum Stoornis).
De volgende kenmerken kun je vaak terugvinden bij kinderen en volwassenen met dyscalculie: Problemen met tellen (cijferreeksen) Problemen bij het begrijpen van de basis van de rekenkunde, zoals: breuken, waarde van de getallen, verbanden tussen getallen. Problemen met inzicht: hoofdrekenen en schatten.
Dyslexie en dyscalculie wordt in sommige gevallen pas op latere leeftijd ontdekt. Dit bijvoorbeeld wanneer er meer verwacht wordt vanuit de professionele omgeving of een nieuwe opleiding gestart wordt. Soms ontdekken volwassenen het van zichzelf pas op het moment dat hun eigen kind lees- en/of rekenproblemen heeft.
Dyscalculie stoornis treedt op als gevolg van een aangeboren aandoening, wat betekent dat het een genetische component heeft. Normaal gesproken heeft een van de ouders van het kind ook problemen bij het leren van rekenen.
Online rekenen oefenen
Dit kan ook goed zijn als je kind wel goed is in rekenen, blijven oefenen is altijd belangrijk. Online rekenspelletjes zijn een leuke manier om met rekenen te 'spelen'. Tijdens deze spelletjes komt alles aan bod: sommen maken, breuken, oefenen met procenten, tafels en redactiesommen.