Symptomen van lymfeklierkanker (lymfoom) Patiënten hebben niet altijd symptomen. De meest voorkomend symptomen zijn echter: gezwollen lymfeklieren, gewichtsverlies, eetlustverlies, koorts, nachtelijk zweten en hardnekkige jeuk.
Een deel van de patiënten heeft weinig klachten en presenteert zich met een pijnloze zwelling van een klier in de hals, oksel of liezen. Daarnaast kunnen er ook algemene klachten ontstaan, ook wel symptomen genoemd: koortsaanvallen zonder duidelijke oorzaak.
Het eerste symptoom is vaak een voelbare zwelling in de hals, oksel of lies. Ook lymfeklieren tussen de longen, achter het borstbeen kunnen aangedaan zijn. kunnen patiënten last hebben van: perioden met koorts, afgewisseld door perioden met normale lichaamstemperatuur.
Lymfeklierkanker is kanker van het lymfestelsel. Lymfeklierkanker ontstaat als een cel van de lymfklier (een lymfocyt) kwaadaardig wordt en zich ongeremd gaat vermenigvuldigen. Het begint vaak in een lymfeklier, maar kan overal ontstaan waar zich lymfeweefsel bevindt. Denk aan beenmerg, milt, longen en maag.
Vanuit de lymfe of het bloed kunnen uitzaaiingen ontstaan, zoals in de lever, de longen, de botten of de hersenen. De plaats waar uitgezaaide kankercellen terechtkomen, is niet precies te voorspellen. Wel is bekend naar welke organen of weefsels bepaalde tumoren meestal uitzaaien.
Lymfeklierkanker wordt meestal ontdekt in de lymfeklieren of in het bloed.
Bij mensen met chronische lymfatische leukemie (CLL) is de overleving na vijf jaar 87 procent, hodgkinlymfoom 88 procent en indolent non-hodgkinlymfoom (zoals de ziekte van Waldström) 86 procent.
Het merendeel van de patiënten heeft een goede kans op genezing. De ziekte bevindt zich meestal in de lymfeklieren, maar de milt, het beenmerg en de lever kunnen ook betrokken zijn. Kenmerkend is de aanwezigheid van grote cellen (Reed-Sternbergcellen).
Hodgkin-lymfoom (lymfeklierkanker): onderzoek en diagnose
De arts stelt de diagnose Hodgkin lymfoom door een stukje weefsel (biopt) uit de afwijkende lymfklier te nemen. Dit gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. De patholoog onderzoekt dit stukje weefsel vervolgens op afwijkende cellen.
Lymfeklierkanker is niet besmettelijk en meestal niet erfelijk. Bij 90 tot 95 procent is oorzaak van lymfeklierkanker onbekend.Mogelijke oorzaken zijn pesticiden, bepaalde virussen (zoals HIV) of afstotingstherapie na orgaantransplantatie.
De plek van de lymfeklieren voelt warm aan. De lymfeklieren zijn aan één kant of beide kanten van de nek voelbaar. In de nek kunnen de lymfeklieren snel vergroten, maar nemen ook snel weer af als de ontsteking voorbij is. Opgezette lymfeklieren in de nek komen vooral voor bij kinderen.
De hematoloog doet de volgende onderzoeken om de diagnose hodgkin te kunnen stellen: Bloedonderzoek. Echo om de zwelling te bekijken.
Jeuk ter hoogte van de huid komt vaak voor bij de ziekte van Hodgkin. Deze jeuk kan zelfs zo hevig zijn dat er krabletsels op de huid zijn door het krabben. Hoesten, kortademigheid of last op de borst kunnen vroegtijdige tekens zijn van de ziekte van Hodgkin in de borstholte.
Vergrote, aan elkaar en aan de huid vastzittende lymfeklieren (lymfeklierpakketten) waarbij de huid rood en warm is, zijn verdacht voor ontsteking (mycobacteriën, streptokokken). Verkleefde, zeer vast aanvoelende en met de omgeving vergroeide lymfeklieren zijn verdacht voor een maligniteit.
Kanker ontstaat vaak zonder dat je het in de gaten hebt. Gelukkig is het in sommige gevallen mogelijk om de ziekte op tijd op te merken. Dat vergroot de kans op een succesvolle behandeling. Daarom werkt KWF aan manieren om kanker beter en eerder op te sporen.
Chronische kankerpijn wordt ook aanhoudende pijn genoemd en is altijd aanwezig. Naast aanhoudende pijn kunt u ook last hebben van doorbraakpijn bij kanker. Doorbraakpijn is pijn die vaak plotseling opkomt en snel weer verdwijnt of minder wordt. Het is pijn die boven op pijn komt die u al langer heeft (chronische pijn).
Jeuk komt voor bij 10% van de patiënten met kanker in de palliatieve fase, met name bij patiënten met hematologische aandoeningen (vooral maligne lymfomen en polycythaemia vera). Jeuk wordt gezien bij 50% van de patiënten met polycythaemia vera en bij 30% van de patiënten met de ziekte van Hodgkin.
Het is een belangrijke, nieuwe ontwikkeling, want patiënten met lymfklierkanker zijn vaak nog jong en hebben een goede prognose op genezing en overleving. Ze kunnen na behandeling weer tachtig of negentig jaar worden, net als iedereen.
Het verschil tussen lymfatische leukemieën en lymfomen is de plaats waar de kanker zich ontwikkelt. Bij lymfatische leukemie is dat in het beenmerg, bij een lymfoom is dat in de lymfeklieren.
Erfelijkheid speelt niet of nauwelijks een rol. Wel blijken de volgende groepen mensen een grotere kans te hebben om een Non-Hodgkin lymfoom te krijgen: mensen met aangeboren of verworven immunodeficiënties (aandoening waarbij het afweersysteem tekort schiet) mensen met infecties met bepaalde virussen of bacteriën.
De volgende combinaties van medicijnen worden het meest gegeven: BEACOPP (bleomycine, etoposide, adramycine, cyclofosfamide, vincristine, procarbazine en prednison)ABVD (adriamycine, bleomycine, vinblastine en dacarbazine)
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Met een echo kunnen we de aard en de omvang van de afwijkingen bepalen. Een lymfeklierpunctie is nodig te achterhalen waar de lymfeklierzwelling door komt. Een lymfeklierbiopt is de enige manier om met zekerheid lymfeklierkanker te kunnen vaststellen.
De lymfeklierkankers worden grof in twee groepen verdeeld: het Hodgkin lymfoom (vroeger de ziekte van Hodgkin genoemd) en non-Hodgkin lymfomen (afkorting NHL). In de groep non-Hodgkin lymfomen zitten vele verschillende lymfeklierkankers die ieder een eigen behandeling nodig hebben.