Chronische kankerpijn wordt ook aanhoudende pijn genoemd en is altijd aanwezig.Naast aanhoudende pijn kunt u ook last hebben van doorbraakpijn bij kanker. Doorbraakpijn is pijn die vaak plotseling opkomt en snel weer verdwijnt of minder wordt. Het is pijn die boven op pijn komt die u al langer heeft (chronische pijn).
Om te onderzoeken of je al dan niet kanker hebt, gebeurt meestal een biopsie of een punctie.Daarnaast helpen beeldvorming (onderzoeken zoals CT-scan, MRI, echografie ) en laboratoriumonderzoek (zoals bloed- of urineonderzoek) je arts om een diagnose te stellen en om de beste behandeling te kiezen.
Kanker ontstaat vaak zonder dat je het in de gaten hebt. Gelukkig is het in sommige gevallen mogelijk om de ziekte op tijd op te merken. Dat vergroot de kans op een succesvolle behandeling.
Het gebruik van zelftesten op kanker door mensen op eigen initiatief, buiten het bevolkingsonderzoek en zonder tussenkomst van een arts wordt door KWF afgeraden. Kanker is geen ziekte om zelf te onderzoeken zonder tussenkomst van een arts.
Darmkanker begint meestal als een poliep, dat is een bultje in de wand van de dikke darm. De meeste poliepen zijn goedaardig en zullen dat ook altijd blijven. Sommige poliepen kunnen na een tijd uitgroeien tot een kwaadaardige tumor: darmkanker.
Rugpijn is een algemeen symptoom voor vergevorderde alvleesklierkanker.
Een ander woord voor voorstadium is premaligne aandoening. Premaligne betekent: voordat het kwaadaardig wordt. Wijken de cellen veel af van normale cellen, dan is meestal een behandeling nodig om te voorkomen dat de onrustige cellen veranderen in kankercellen. Je arts bespreekt dit met je.
Nachtelijk zweten is een vroeg symptoom van sommige vormen van kanker. De meest voorkomende vorm van kanker met klachten van nachtelijk zweten is lymfoom. Vaak hebben mensen met ongediagnosticeerde kanker ook andere symptomen, zoals onverklaarbaar gewichtsverlies en koorts.
Kanker en de behandeling vragen veel van je lichaam. Ook slecht slapen, weinig bewegen, pijn of een verminderde eetlust kunnen ervoor zorgen dat je moe bent. Na de behandeling duurt het vaak nog een paar maanden voor die vermoeidheid minder wordt. Het kost gewoon tijd en energie om te herstellen.
De alarmsymptomen die zullen worden besproken zijn: orale en mondmotorische afwijkingen, dysfagie, odynofagie (=pijn bij slikken), spugen, recidiverende KNO- en luchtwegproblematiek, afwijkende defecatie zoals diarree, obstipatie, ontkleurde ontlasting, bloedbijmenging en neurologische symptomen zoals hoofdpijn, ...
Een hoofd-halskanker (zoals keelkanker of strottenhoofdkanker) ontstaat doordat cellen in de bovenste lucht- en spijswegen of in de speekselklieren in het bovenste deel van de nek zich ongecontroleerd vermenigvuldigen en een kwaadaardig gezwel vormen. Wat is een hoofd-halskanker?
Jeuk komt voor bij 10% van de patiënten met kanker in de palliatieve fase, met name bij patiënten met hematologische aandoeningen (vooral maligne lymfomen en polycythaemia vera). Jeuk wordt gezien bij 50% van de patiënten met polycythaemia vera en bij 30% van de patiënten met de ziekte van Hodgkin.
Bloed en/of slijm in je ontlasting
Bloed of slijm in je ontlasting kan door darmkanker komen. Het bloed hoeft er niet altijd rood uit te zien, ook donkere (bijna zwarte) ontlasting kan betekenen dat er bloed in je ontlasting zit. Als er bloed bij je ontlasting zit, ga dan naar de huisarts.
“Niet voor niets hanteren artsen de 'regel van 10': werd er bijvoorbeeld darmkanker vastgesteld bij je moeder op haar 52ste, dan is het raadzaam dat jij je laat testen op je 42ste. Al mag dat al vroeger.”
Winderigheid is een symptoom dat kan wijzen op darmkanker: FABEL. Winderigheid wijst niet op darmkanker.
Lichamelijk onderzoek
Zo kan de arts afwijkingen opsporen. Het lichamelijk onderzoek is vooral aan de buitenkant van het lichaam. Soms onderzoekt de arts een bepaald deel van het lichaam meer uitgebreid. Lichamelijk onderzoek is de eerste stap in het onderzoek naar de diagnose kanker.
Slikklachten bij kanker komen vaak voor. Door bestraling of een operatie kunnen de slikspieren aangetast worden. Hierdoor is het doorslikken van eten en drinken moeilijker.