WAT? Leerlingen leren oog krijgen voor de inherente beperkingen van bronnen en hoe die historische beeldvorming beïnvloeden: ze zijn vernietigd, raken zoek of beschadigd, zijn onvolledig en bevatten een perspectief. Bronnen bieden dus altijd maar een partieel beeld.
Bronnen hebben immers altijd bepaalde beperkingen. Die beperkingen zijn afhankelijk van de historische vraag die je stelt en kunnen te maken hebben met de bruikbaarheid, de representativiteit en/of de betrouwbaarheid van de bron. In de loop van het schooljaar zullen we dat regelmatig inoefenen.
Voor het gemak onderscheiden we twee soorten bronnen: primaire bronnen en secondaire bronnen. Beide zijn belangrijk voor je onderzoek.
Dat betekent situeren in de tijd, de ruimte en het maatschappelijk domein.
Bruikbare bronnen, zijn bronnen die informatie geven voor het onderzoek dat de historicus doet. Hetzelfde geldt voor een onderzoek dat je op school doet. Het kan zijn dat je tijdens het zoeken een mooi aantal bronnen hebt gevonden, maar deze gaan over een volledig ander onderwerp.
Een historische bron is elk object dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden en zelf dus ook uit het verleden komt. Deze worden op twee manieren ingedeeld: De verdeling in primaire en secundaire bronnen heeft betrekking op de afstand tot de onderzochte gebeurtenis.
Wat is een bron? Al het werk van andere mensen dat je gebruikt om je scriptie mee te schrijven, valt onder de categorie “bronnen”. Een bron kan bijvoorbeeld een artikel in de krant zijn waaruit je achtergrondinformatie haalt voor in je scriptie.
Betrouwbare bronnen zijn vaak transparant. Een voorbeeld is dat er adres- en contactgegevens op de website staan. Of ze vermelden namen van klanten of samenwerkingsverbanden. Vaak zie je ook dat deze bronnen open staan voor commentaren op de informatie die ze publiceren.
Oude literatuur kan achterhaald zijn, daarom mag je geen bronnen ouder dan vijf jaar gebruiken.
Bron Voorwerpen of getuigenissen uit of over het verleden die een historicus gebruikt om een beeld van het verleden te vormen.
Een bron in de literatuur is een stuk tekst waar andere teksten op gebaseerd zijn. Een bron kan ook een persoon zijn. Hoe betrouwbaarder de bronnen zijn waar een tekst op gebaseerd is, des te betrouwbaarder is de tekst zelf ook. Het meest betrouwbaar zijn (in principe) wetenschappelijke bronnen/ artikelen.
Tip 1 - Check de auteur
Het eerste dat je kunt doen bij het evalueren van een bron is de auteur checken. Vaak kun je op het internet wel een profiel vinden dat jou iets kan vertellen over de auteur. Als dit niet zo is, moet je je afvragen of de bron wel betrouwbaar genoeg is.
Geschreven en ongeschreven bronnen
Allereerst zijn er ongeschreven bronnen. Dit zijn voorwerpen uit het verleden zoals wapens, schilderijen, foto's, beelden enzovoort. Dit type bron maakt dus niet gebruik van tekst en zijn dus overblijfselen uit het verleden die terug zijn de vinden in het heden.
Secundaire analyse betreft het gebruiken van reeds -door anderen- verzamelde kwantitatieve gegevens voor een ander doel dan waarvoor ze oorspronkelijk verzameld zijn.
De term wordt in de wetenschap gebruikt als synoniem van: in tweede orde. minder belangrijk. op de tweede plaats komend (de eerste plaats wordt dan "primair" genoemd).
Je kunt niet-wetenschappelijke bronnen gebruiken als: onderwerp van onderzoek (bijvoorbeeld hoe wordt iets besproken in populaire media) noodoplossing als er nog geen wetenschappelijk onderzoek beschikbaar is. primaire bron (archiefstukken, brieven, interviews, statistiek, nieuwsbericht)
Hoe pak je dit aan? Kijk of de bron overeenkomt met het algehele beeld van een periode / ideologie / ontwikkeling. Zo niet, dan is het een uitzondering, en dus niet-representatief. Je kunt vaak antwoorden met: “het beeld is representatief, want het komt overeen met wat bronnen laten zien / wat er … gebeurde, zoals ….”.
Bij digitale bronnen kun je als bronverantwoording het adres (of url) van de pagina opnemen waar de afbeelding, transcriptie, samenvatting of index wordt getoond. In het geval van WieWasWie bijvoorbeeld de link van de documentdetailpagina, waar de inhoud van de betreffende bron wordt getoond.
Primaire bronnen komen in geschreven en ongeschreven vorm voor. Een voorbeeld van een geschreven primaire bron is een dagboek, maar ook labjournaals en bepaald archiefmateriaal vallen in deze categorie.Een voorbeeld van een ongeschreven primaire bron is bijvoorbeeld een vuistbijl.
Uitgebreid onderzoek bewijst dat Scribbrs Plagiaat Checker één van de meest nauwkeurige plagiaatcontroles op de markt is. De software detecteert alles van exacte woordovereenkomsten tot het verwisselen van synoniemen.
Dat heet citeren en doe je door na het overgenomen stukje tekst de achternaam van de auteur, het publicatiejaar en het paginanummer te vermelden. Let erop dat je leesteken ná het sluiten van de aanhalingstekens komt. “Deze zin heb ik letterlijk overgenomen uit een internetbron” (achternaam, 2021, p. 1).
Doel van de bron
Betrouwbare bronnen hebben meestal educatieve, informatieve of wetenschappelijke doelen, terwijl bronnen met commerciële of politieke motieven mogelijk minder objectief zijn.
Als je de originele bron niet kunt vinden dan moet je verwijzen naar deze bron via de andere bron. Dit noem je een indirecte verwijzing of een secundaire bron. In de verwijzing in de tekst voeg je beide auteurs toe. In de literatuurlijst plaats je alleen de door jou geraadpleegde bron.
Geschreven bron: bronnen waar de klemtoon ligt op geschreven tekst. Ongeschreven bron: bronnen die vooral niet-schriftelijk van aard zijn, zoals objecten, mondelinge getuigenissen, afbeeldingen etc.