Vitamine D wordt al jaren als een veilig voedingssupplement gebruikt en bij normaal gebruik zijn er geen bijwerkingen te verwachten.
Het wordt door de huid aangemaakt onder invloed van zonlicht, maar ook voeding is een bron van vitamine D, zoals vette vis en halvarine. Wanneer mensen lange tijd heel veel vitamine D innemen, kan dit schadelijk zijn voor de gezondheid.Er kunnen dan nierstenen ontstaan en kalkafzetting rondom organen en weefsels.
Het is ook mogelijk dat je van nature een overgevoeligheid voor vitamine D hebt.Dan gaat het om een genafwijking, hypercalciëmie of nierverkalking genaamd. Dat is echter een heel zeldzame aandoening. Raadpleeg bij twijfel steeds je arts of apotheker.
De vitamines D en E zijn in vet oplosbaar. Dat betekent dat jouw lichaam ze beter opneemt in combinatie met een beetje vet. Daarom kun je deze supplementen het beste tijdens (of net na) je maaltijd innemen. Want in jouw ontbijt, lunch of avondeten zit vaak (een beetje) vet.
Vermoeidheid en lusteloosheid: Een tekort aan vitamine D kan ook leiden tot vermoeidheid en een algemeen gevoel van lusteloosheid. Last van chronisch vermoeidheid zelfs na een goede nachtrust.
Vitamine A is een antagonist, oftewel een tegenwerker, van vitamine D. Een hoge dosis vitamine A kan de vitamine K-opname tegengaan. Vitamine B2 is nodig bij de omzetting van de actieve vorm van vitamine B6. Bij een lage inname van B2 en B6, helpt extra vitamine B2 om het B6-gehalte te verhogen.
Wanneer mensen lange tijd heel veel vitamine D innemen, kan dit schadelijk zijn voor de gezondheid. Er kunnen dan nierstenen ontstaan en kalkafzetting rondom organen en weefsels.
Een dagelijkse inname tussen de 10 tot 20 microgram (µg) vitamine D3 per dag is in de meeste gevallen 'voldoende'. In de Nederlandse wet is vastgelegd dat een voedingssupplement maximaal 25 microgram mag bevatten. Voor een passend advies is het aan te raden contact op te nemen met je huisarts of diëtist.
Wanneer te veel vitamine D wordt ingenomen (vooral bij langdurig gebruik) kan hypercalciëmie ontstaan. Door deze verhoogde calciumconcentratie in het bloed, kunnen vervolgens in eerste instantie milde klachten, zoals vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, diarree of obstipatie ontstaan.
Gevolgen teveel vitamine D
Dit merkt u vooral aan maagdarmklachten, zoals diarree, misselijkheid, hoofdpijn en duizeligheid.
Een vitamine D3 teveel wordt ook wel hyperavitaminose D genoemd en zorgt voor een extra opname van calcium in de darm.Dit zorgt voor een te hoge calciumspiegel in het bloed en kan leiden tot nierstenen, beschadiging van de nieren en van het hart.
In combinatie met een gebrek aan kalk en zonlicht leidt een gebrek aan vitamine D tot rachitis, ook wel Engelse ziekte genoemd. Om het probleem van onder andere kromgegroeide benen door rachitis te voorkomen, wordt in veel landen vitamine D toegevoegd aan voedingssupplementen.
Volwassenen kunnen bij een tekort aan vitamine D onder andere last krijgen van spierzwakte, spierpijn, botpijn en botbreuken door verzwakte botten. Het lichaam maakt zelf vitamine D aan in de huid, onder invloed van UV-licht. Een gebrek aan vitamine D zal niet zo snel ontstaan, behalve bij: Kinderen tot 4 jaar.
Bij chronische overdosering van vitamine A, dat net zoals vitamine D een vetoplosbare vitamine is, bestaat een risico op stapeling, waardoor onder andere hoofdpijn, vermoeidheid, visusstoornissen, buikpijn, droge huid en haaruitval kunnen ontstaan.
Vitamine- en mineralengebrek
Volwassenen kunnen bij een tekort aan vitamine D onder andere last krijgen van spierzwakte, spierpijn, botpijn en botbreuken door verzwakte botten. Het lichaam maakt zelf vitamine D aan in de huid, onder invloed van UV-licht.
Fruit bevat helemaal geen vitamine D. Ook noten en zaden bevatten geen vitamine D. En zelfs groenten bevatten geen vitamine D. Het enige plantaardige voedingsproducten of 'groenten' dat vitamine D bevatten, zijn paddenstoelen die aan zonlicht (of UV) worden blootgesteld.
Vitamine D is eigenlijk de overkoepelende term voor alle vitamine D varianten. In onze eigen huid maken we vitamine D3 aan, wanneer we in aanraking komen met de zon. Dit geldt voor zowel de huid van mensen, maar ook voor de huid van dieren. Vitamine D3 wordt daarom ook als de dierlijke variant van vitamine D gezien.
Vitamine D kun je kopen bij de drogist. Vrouwen en mannen van 70 jaar en ouder hebben 20 mcg extra vitamine D per dag nodig. Vrouwen zouden vanaf hun 50e jaar ook al extra vitamine D moeten innemen, 10 mcg per dag.
Hoeveel vitamine D heb je nodig? Voor iedereen geldt een aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 10 microgram vitamine D. Alleen mensen van boven de 70 moeten 20 microgram per dag binnen krijgen. Veel mensen krijgen via de zon en voeding voldoende vitamine D binnen om aan 10 microgram per dag te komen.
Advies: meer vitamine D voor ouderen
Of het nu winter, herfst, lente of zomer is. Mannen en vrouwen van 70 jaar en ouder raadt de Gezondheidsraad aan het hele jaar door dagelijks 20 microgram (800 IE) vitamine D in te nemen.
Vijftigplussers die een verhoogd risico lopen op vroegtijdige osteoporose of botontkalking. Mensen die bepaalde geneesmiddelen innemen (zoals bijvoorbeeld protonpomp inhibitoren, diuretica of laxeermiddelen) die de opname van magnesium verstoren.
Vitamine D, aan de andere kant, helpt het lichaam bij de opname van calcium uit de voeding. Door magnesium en vitamine D samen in te nemen, kunt u ervoor zorgen dat uw lichaam voldoende van beide voedingsstoffen binnenkrijgt om een optimale gezondheid van uw botten te ondersteunen.
Kan je vitamine C en D samen innemen? Kun je vitamine C en D combineren? Gelukkig zijn de meeste vitamine C en D supplementen prima met elkaar te combineren. Wel dien je rekening te houden met de voorgeschreven hoeveelheid zoals op een potje vitamine C of vitamine D vermeldt staat.
Een tekort is gerelateerd aan het optreden van hartfalen. Voor goede botkwaliteit en spierfunctie is een minimale serumconcentratie 25-hydroxyvitamine D van 50 nmol/l nodig, maar voor preventiedoeleinden wordt een waarde van 75-80 nmol/l aanbevolen. Rachitis en osteomalacie ontstaan bij waarden < 25 nmol/l.