De zes M's staan voor mensen, machines, materiaal, methode, milieu en management. Deze categorisering leidt tot de bepaling van de meest geschikte maatregel om dat risico te elimineren.
De oorspronkelijke 4 M's zijn mens, machine, materiaal en methode. Later toegevoegde M's zijn bijvoorbeeld metingen, milieu, management etc. Het model maakt het mogelijk om zelfs zaken zonder M toe te voegen.
De 6M methode staat voor het zoeken naar (grond)oorzaken op basis van de relevante categorieën, de 6M methode wordt in een schema onderverdeel in categorieën zoals in de Ishikawa of ook wel Fishbone (visgraat) schema genoemd omdat je deze kan uittekenen als de graat van een haring.
Ishikawa-diagrammen brengen grote problemen in processen in kaart. Het diagram presenteert potentiële oorzaken op een gestructureerde manier, helpt het team nadenken over oorzaken die niet voor de hand liggen en biedt de mogelijkheid om de status aan te geven van een maatregel en het effect op een probleem.
In 3 stappen maak je eenvoudig een Ishikawa diagram: Je plakt de probleemstelling op de kop van de vis; Bepaal een aantal hoofdcategorieën van mogelijke oorzaken; Bepaal de positie van kleinere oorzaken onder de hoofdcategorieën door telkens “waarom” te vragen of “wordt veroorzaakt door” te beantwoorden.
Het visgraatmodel illustreert een eenvoudige benadering om oorzaken systematisch te identificeren. Het diagram is een hulpmiddel om op een gestructureerde manier te brainstormen met een groep mensen. Zo worden alle mogelijke oorzaken die de leden van de groep te binnen schieten op papier gezet en later gegroepeerd.
Met het visgraatmodel kun je een probleem of incident ontrafelen. Het visgraatdiagram (ook Ishikawa-diagram genoemd) kun je gebruiken voor je probleemanalyse. Het diagram is vooral handig wanneer je moeite hebt om de probleemstelling en doelstelling goed te definiëren.
Lean Six Sigma is een wereldwijd bewezen methodiek voor het duurzaam en aantoonbaar verbeteren van processen en organisaties. Het biedt een aanpak waarmee organisaties op een gestructureerde wijze (Define, Measure, Analyse, Improve en Control of DMAIC) concrete resultaten kunnen boeken met continu verbeteren.
Oorzaak-en-gevolg-diagrammen volgens Schouten & Nelissen. Een oorzaak-en-gevolgdiagram, ofwel visgraatdiagram, is een methode om op een geordende visuele wijze een zo groot mogelijk aantal oorzaken van een probleem te zoeken en te inventariseren.
Het visgraatdiagram, ontwikkeld door Kaoru Ishikawa, zorgt voor een visuele rangschikking van de mogelijke oorzaken van een probleem. Ishikawa zag dat mensen vaak radeloos werden van de vele factoren die het succes van een proces bepalen.
De visgraat analyse wordt vaak ingezet als middel om tijdens een brainstormsessie tot de oorzaak van het probleem te komen. Door inzet van de visgraat analyse kijk je vanuit een breed perspectief naar het probleem.
Een oorzaak-gevolg-diagram is een schema dat aangeeft welke oorzaken hebben geleid tot een bepaald gevolg. Een oorzaak verwijst naar een aanleiding waar je als mens geen invloed op hebt. Een reden is een aanleiding waar je wel iets over te zeggen hebt.
Oorzaak- en gevolgdiagrammen documenteren alle factoren die bijdragen aan of van invloed zijn op een bepaalde situatie: alle oorzaken, dat wil zeggen, die tot een bepaald effect leiden. Ze worden ook wel Ishikawa- of visgraatdiagrammen genoemd.
Een probleemanalyse bestaat uit het signaleren van een probleem, het opsporen van de oorzaken, het scheiden van de hoofd- en bijzaken en verbanden leggen tussen de verschillende problemen. Een probleemanalyse kijkt dus echt naar het probleem zelf en (nog) niet naar de oplossing ervan.
Het wordt veelvuldig gebruikt voor de identificatie van: (mogelijke) oorzaken; (mogelijke) oplossingen; (mogelijke) oorzaken van mislukte oplossingen.
Het idee achter de techniek is eenvoudig; als je 5x achter elkaar een 'waarom'-vraag stelt zal de oorzaak van je probleem duidelijk worden. Met de techniek kun je laag-voor-laag de symptomen 'afpellen' die je het zicht op het echte probleem ontnemen. Vervolgens kun je de ware bron van je probleem elimineren.
Op grond van de vorm kan men negen diagrammen onderscheiden: In alfabetische volgorde zijn dat: Beelddiagram. Een beelddiagram is een vorm van een staafdiagram waarin de lengte van de staven door figuurtjes wordt aangegeven.
Een cirkeldiagram heeft de vorm van een cirkel. De cirkel is verdeeld in verschillende stukken. Deze stukken hebben allemaal een andere betekenis. Doordat de informatie zo overzichtelijk in het diagram staat, kun je snel zien wat de verdeling is.
Neem de IS/IS NOT analyse. Daarbij gebruik je contrast, oftewel gevallen waarin het probleem niet op treedt, om de bronoorzaak van een probleem op te sporen. 'Kijk je op je televisie naar NPO1 en verdwijnt je beeld, dan zap je naar een andere zender om te kijken of daar hetzelfde probleem is.
Een directe oorzaak wordt ook wel een aanleiding genoemd en is een gebeurtenis die meteen tot een historische gebeurtenis leidt. Dus een hongersnood of het neerslaan van een vreedzaam protest kan in bovenstaand voorbeeld aanleiding zijn tot het uitbreken van een revolutie.