Effectief leraargedrag in vijf rollen De vraag is hoe dit nu tot uiting komt in de klas. Als u goed kijkt naar het gedrag van leraren die ruim boven het gemiddelde scoren, dan ziet u dat hun gedrag te herleiden is naar vijf verschillende rollen: de gastheer, de presentator, de didacticus, de pedagoog en de afsluiter.
“Gastheer, presentator, didacticus, pedagoog, afsluiter, coach: rollen van de leraar!” Op het tweede niveau is de leraar vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam en kan zijn kennis en vaardigheden ook inzetten op bijvoorbeeld leerpleinen. Een leraar op het derde niveau wordt gevorderd genoemd.
Geef in elke les een positieve boodschap en oefen met het positief belonen van leerlingen. Oefen met de drieslagregel: je zegt wat je hoort of ziet, daarna wat de regel is en tot slot wat je verwacht van de leerling. Bijvoorbeeld: 'Ik hoor je praten. De regel is dat je stil bent.
GUT-model: binnenste cirkel is thuis voelen, tweede cirkel vormt de uitdaging en de buitenste cirkel staat voor gevaar. Gevaar: grensoverschrijdend gedrag dat de veiligheid van de groep en/of de individuele leerling schaadt. Thuis: regels & intenties waarbij we ons thuis voelen.
Over 'De zes rollen van de leraar'
Martie Slooter maakt in haar nieuwe boek duidelijk dat iedere leraar in het voortgezet onderwijs zes rollen vervult: die van (1) gastheer, (2) presentator, (3) didacticus, (4) pedagoog, (5) afsluiter en (6) coach. Elke rol kun je aanleren en in elke rol kun je je verder ontwikkelen.
Directe instructie (DI) is een model waarbij de leraar start met het geven van klassikale instructie, op een interactieve manier.
Kinderen, jongeren én hun opvoeders begeleiden en coachen. Dat is het werk van een pedagoog. Je zorgt bijvoorbeeld als jeugdzorgmedewerker dat kinderen en jongeren opgroeien in een veilige omgeving.
Kort gezegd is pedagogiek de studie naar de ontwikkeling en opvoeding van het kind. Het probeert systematisch de ontwikkeling van kinderen in kaart te brengen door constant nieuwe kennis te vergaren.
Voor het onderwijs worden drie kernopgaven onderscheiden: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming (Biesta, 2012, 2014).
Kort gezegd zijn het vaardigheden die je nodig hebt om anderen iets te leren. Om kennis over te dragen dus. Voor leraren is het een verplicht onderdeel van hun beroepsopleiding. Toch zijn deze vaardigheden ook in veel andere sectoren gewild.
In alle gevallen ben je in deze functie vooral praktisch bezig; je voert een behandelplan uit dat van te voren is opgesteld. Een pedagoog geeft juist advies aan allerlei ouders die in de knoop zitten met de opvoeding van hun kind. Je stelt dus zelf dit behandelplan op, in tegenstelling tot een pedagogisch medewerker.
Wat is het verschil tussen een pedagoog en een orthopedagoog? Een kort antwoord: een pedagoog houdt zich vooral bezig met de opvoeding van 'gezonde' kinderen en een orthopedagoog komt tot handelen als er al iets mis is met een kind.
Als pedagogisch coach in de kinderopvang ben je verantwoordelijk voor het coachen en begeleiden van pedagogisch medewerkers, in lijn met het pedagogisch beleid. Je helpt hen bij het ontwikkelen van competenties en vaardigheden, waardoor ze kunnen bijdragen aan een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen.
Wisbordjes zijn een eenvoudig en doeltreffend middel om tijdens de instructie in één oogopslag te 'controleren' of de hele klas de instructie begrepen heeft. Daarnaast wordt de betrokkenheid van de leerlingen vergroot, doordat niet één leerling om een antwoord wordt gevraagd, maar de hele klas.
GRRIM: Het Gradual Release of Responsibility Instruction Model (GRRIM) beschrijft het principe waarbij de verantwoordelijkheid voor de instructie geleidelijk aan verschuift van de leerkracht naar de leerling.
Medewerkers openbaar onderwijs niet langer ambtenaar
De rechtspositie van alle ambtenaren veranderde op 1 januari 2020. Toen ging de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in. Daarmee vallen medewerkers in het openbaar onderwijs niet langer onder het ambtenarenrecht.
Directe instructie is een gestructureerde manier van lesgeven, die een grote impact heeft op de leerresultaten. Kenmerkend is de stapsgewijze aanpak, waarbij de leraar sturend is, maar ook de leerlingen activeert. Daarvoor zijn verschillende didactische technieken beschikbaar.