Het is ook handig als je deze 10 tijdvakken kan plaatsen in de periodes: prehistorie, oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd en moderne tijd.
Het is ook handig als je deze 10 tijdvakken kan plaatsen in de periodes: prehistorie, oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd en moderne tijd. tijdvak 9: eerste helft 20e eeuw; tijdvak 10: tweede helft 20e eeuw.
De afgelopen 11 duizend jaar leefden we in het tijdperk Holoceen, maar wetenschappers zeggen nu bewijs te hebben gevonden dat we inmiddels in een nieuw geologisch tijdperk zitten: het Antropoceen.
De tijdlijn, genaamd Histography , laat het toe om te scrollen doorheen verschillende historische periodes en gebeurtenissen. Op de tijdlijn representeert elk puntje een historische gebeurtenis.
In feite is een periode (synoniem: tijdvak) vergelijkbaar met een stroming en op te vatten als een mentale constructie die de literatuurhistoricus gebruikt om tot een ordening en afbakening te komen op grond van literair-historisch feitenmateriaal.
renaissance/reformatie/ontdekkingsreizen | 1500 tot 1600
de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid; de protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had; het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
Het eerste tijdvak gaat ook wel over de prehistorie. De prehistorie is ook wel de tijd voordat de mens dingen begon op te schrijven. De prehistorie eindigt met de komst van het schrift. Wel grappig om te weten is dat niet overal op de wereld dat op hetzelfde moment is.
De middeleeuwen (letterlijk tussenliggende eeuwen) (ca. 500 tot ca. 1500) vormen, in de historiografische indeling of periodisering van de geschiedenis van Europa, de periode tussen de klassieke oudheid en de vroegmoderne tijd.
Je leert drie 'soorten' geschiedenis kennen, waarbij elk zijn eigen accenten legt en eigen theorieën gebruikt: de cultuurgeschiedenis, de politieke geschiedenis en de economische en sociale geschiedenis.
Met de term vroegmoderne tijd wordt de periode na de Middeleeuwen, tot de Industriële Revolutie aangeduid.
Kenmerkende aspecten:
De renaissance. Het begin van de Europese ontdekkingsreizen overzee. De splitsing van de christelijke kerk. De strijd tegen de Spanjaarden in de Nederlanden met als resultaat de Nederlandse staat.
De moderne tijd – ook wel nieuwste tijd genoemd – is de meest recente grote periode in de westerse geschiedenis. De moderne tijd volgde in Europa op de vroegmoderne tijd. Volgens de traditionele indeling wordt de Europese geschiedenis in drie perioden onderverdeeld: oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd.
Bij tijdrekenen tellen we seconden, uren, dagen, weken, maanden, jaren, decennia, eeuwen en millennia. We gebruiken meestal de christelijke jaartelling. We verdelen de geschiedenis met drie historische indelingen: in vijf perioden, in tien tijdvakken en in vijf soorten samenlevingen.
Geologen als John Phillips en Charles Lyell vestigden een indeling in vier grote eenheden: het oude primair (tegenwoordig paleozoïcum), het jongere secundair (tegenwoordig mesozoïcum), het nog jongere tertiair (tegenwoordig verdeeld in paleogeen en neogeen) en het jongste kwartair.
De prehistorie of oertijd is de benaming voor het vroegste tijdperk in de menselijke geschiedenis. Alles wat er bekend is over de prehistorie, is gebaseerd op archeologische vondsten. Directe geschreven bronnen zijn er niet, omdat het schrift nog niet bestond.
De moderne tijd beslaat drie tijdvakken, namelijk die van tijd van burgers en stoommachines, tijd van de wereldoorlogen en tijd van televisie en computer. Deze periode volgde op de vroegmoderne tijd. In de moderne tijd vindt onder andere de Industriële Revolutie plaats en zijn er twee wereldoorlogen.
- Muisklik: Deze tijd duurde van 1700 tot 1800. Het is de 18e eeuw.
Tijd van regenten en vorsten (1600 tot 1700)
Het tijdvak van regenten en vorsten en in Nederland vooral bekend als de Gouden Eeuw. In dit thema daarom veel aandacht voor de Republiek der Nederlanden.
3500 v Chr. Uitvinding van het schrift.Ontstaan van de eerste steden.