Een kracht heeft niet alleen een grootte maar ook een richting en een aangrijpingspunt. Een kracht wordt meestal weergegeven als een pijl met een lengte die evenredig is met de grootte van de kracht. Een grootheid die behalve een grootte ook een richting heeft wordt een vectorgrootheid genoemd (vector is pijl).
Deze fundamentele krachten zijn de sterke kernkracht, de elektromagnetische kracht, de zwakke kernkracht en de zwaartekracht.
De snelheid en de richting van de kracht wordt bepaald door de grootte, het aangrijpingspunt en de richting van de kracht. Een kracht heeft een bepaalde grootte en een kracht heeft een bepaalde richting. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat een kracht een vectorgrootheid is.
elektrische kracht;magnetische kracht (aantrekken en afstoten);trekkracht, duwkracht;opwaartse kracht (op een voorwerp dat in een vloeistof is ondergedompeld)
De sterke (kern)kracht, sterke interactie of sterke wisselwerking is de sterkste van de vier fundamentele natuurkrachten uit de natuurkunde en is nog ongeveer 100 keer sterker dan de elektromagnetische kracht. Ze is verantwoordelijk voor de stabiliteit van atoomkernen.
Krachten worden doorgaans aangeduid met het symbool F (vroeger P), en worden uitgerukt in de SI-eenheid newton, met symbool N.
Kracht is een verzamelwoord voor spierkracht, windkracht en waterkracht. Het is de druk waarmee spieren, wind of water tegen iets aan duwen.
Eigenlijk kan een kracht twee dingen doen: Een kracht kan een voorwerp vervormen (denk aan het kneden van klei of een stok buigen) en een kracht kan een voorwerp laten bewegen (denk aan het schoppen tegen een bal of een ballon in de lucht houden door er tegenaan te blazen).
De eenheid van energie is de Joule (J). Uitgedrukt in grondeenheden: J = kg·m2·s-2.
Kracht is een vectoriële grootheid
Bij een kracht hoort dus zowel een grootte (hoe hard je trekt of duwt) als een richting en zin (waarheen je trekt of duwt).
Een kracht wordt aangegeven met het symbool: F De eenheid van kracht is Newton, symbool: N Voor alle krachten geldt dat je de grootte van die kracht kunt berekenen uit de massa en de versnelling die een voorwerp (of massa) ondergaat, in formule: F = m • a (dit is de tweede wet van Newton) F = kracht m = massa a = ...
De grootte van een krachtvector zegt hoeveel kracht er wordt uitgeoefend, dus hoeveel newton. De grootte van een kracht is altijd positief.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: kracht (zn) : druk, dynamiek, energie, flinkheid, force, fors, fut, geweld, gewicht, hardheid, hevigheid, intensiteit, jeu, lichaamskracht, macht, onstuimigheid, pit, sterkte, vaart, vermogen, vuur, waarde, werkvermogen.
'Energie is de kracht waarmee je jezelf en anderen in beweging zet om gewenste prestaties te realiseren', is de definitie wij gebruiken.
De newton (symbool N) is de SI-eenheid van kracht. De eenheid newton is gedefinieerd als de kracht die een massa van 1 kilogram een versnelling van 1 m/s² geeft: De newton is genoemd naar Isaac Newton. Het is een afgeleide eenheid, die zelf uit te drukken is in de basiseenheden.
De kracht waarmee de vloer terug duwt noemen we de normaalkracht. De normaalkracht staat altijd loodrecht op de oppervlakte waar je op staat, zelfs als je op een helling staat. Hier komt ook de naam normaalkracht vandaan: normaal is namelijk een ander woord voor loodrecht.
De Gladiool staat symbool voor kracht, overwinning en trots.
Het paard heeft als krachtdier de betekenis van vriendschap, familie, kracht en avontuur.
De geschiedenis van het klavertje vier gaat ver terug, tot in de Middeleeuwen. De vier blaadjes van het plantje staan symbool voor de perfecte eenheid. Ze staan voor voorspoed, vertrouwen, liefde en natuurlijk, voor Geluk.
Zwaartekracht op aarde
Hoe verder van de aardas af, hoe groter deze middelpuntvliedende kracht. Op de evenaar is deze kracht het grootst, aan de polen is ze nul.
Uit jouw rijtje is bijvoorbeeld de zwaartekracht Fz een actieve kracht: die werkt eigenlijk altijd als een voorwerp in de buurt van een ander voorwerp is. Om daar iets van te merken moet één van de voorwerpen dan wel (heel) groot zijn zoals de aarde of de maan bijvoorbeeld.
Wanneer een kracht inwerkt op een voorwerp, kan de kracht een verandering van de snelheid en/of een vervorming van dat voorwerp tot gevolg hebben. Verandering van snelheid noemen we het dynamisch effect van krachten. Vervorming noemen we het statisch effect van krachten.