Het kan echt gevaarlijk zijn als je er niet snel bij bent op het moment dat iemand in 'shock' is, dit omdat de vitale organen (hart, longen en hersenen) op een gegeven moment ook niet meer van bloed worden voorzien waardoor het slachtoffer kan komen te overlijden.
Vitale organen zijn de organen in ons lichaam die absoluut nodig zijn om in leven te blijven. Onder deze organen vallen het hart, de hersenen, de nieren, de lever en de longen. Als één van deze organen stopt met functioneren, dan kan je dit niet overleven zonder medische hulp.
Ademhaling, circulatie, pijn, temperatuur en bewustzijn. Elke zorgprofessional moet de vijf vitale functies kunnen meten bij een cliënt.
In de Eerste Hulp wordt meestal gesproken over drie vitale functies, namelijk: het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop (circulatie). Deze samenhang tussen deze functies is essentieel om te kunnen functioneren.
Met het meten van de bloeddruk krijg je, net als bij het opnemen van de temperatuur en het observeren van hartslag en ademhaling, een indruk van de vitale functies van de zorgvrager. Met andere woorden: je verzamelt gegevens gericht op de vitale functies.
Onder vitale functies verstaan we de belangrijkste lichaamsfuncties, functies die nodig zijn om een lichaam in leven te houden. Denk daarbij aan ademhaling, circulatie (hartslag), bewustzijn en lichaamstemperatuur.
Het meten van het bewustzijn is belangrijk voor het stellen van de diagnose, de prognose en voor het volgen van de toestand van de patiënt. De schaal meet drie reacties waaronder het openen van de ogen (E), de motorische reactie (M) en de verbale reactie (V).
De ABCDE-methodiek is een werkwijze waarbij hulp wordt verleend volgens het principe “treat first what kills first”. Met andere woorden: eerst de primaire (levensbedreigende) en vervolgens de secundaire c.q. tertiaire (niet-direct dan wel niet-levensbedreigende) letsels en stoornissen.
Lichaamsfuncties: je gezond voelen, bewegen, fitheid. Mentaal welbevinden: vrolijk zijn, concentreren, omgaan met verandering, jezelf accepteren. Zingeving: zinvol leven, levenslust, blijven leren. Kwaliteit van leven: genieten, lekker in je vel zitten, balans.
De ademhaling kan variëren onder invloed van inspanning, ziekte, pijn of stress. Tel de ademhaling gedurende 30 seconden en vermenigvuldig de uitslag met 2. Tel een abnormale ademhaling gedurende 1 minuut. Houd de polsteller of horloge op ooghoogte.
Een ademfrequentie van 6 tot 8 per minuut is genoeg. Veel mensen ademen echter sneller; 10, 12, 14, 16 tot wel meer dan 20 x per minuut. En dat is zonde. Door rustiger te ademen spaar je energie en is je hoofd minder vol.
Deze controle doe je maximaal 10 seconden lang. Een volwassen persoon ademt ongeveer 12 tot 16 keer per minuut. Bij een normale ademhaling tel je in 10 seconden dus ongeveer 2 of 3 ademhalingen. Kinderen ademen iets sneller.
Wetenschappers van het Maastricht UMC+ en de Universiteit Maastricht hebben ontdekt waarom het brein zo extreem gevoelig is voor zuurstoftekort, in tegenstelling tot andere lichaamsorganen.
Het hart is een holle spier in onze borstkas dat ons bloed doorheen het lichaam pompt. Het vormt samen met de slagaders en de aders onze bloedsomloop. Het hart pompt zuurstofrijk bloed naar de spieren en organen.
Doorgaans meten verpleegkundigen handmatig drie maal per dag 5 vitale functies bij alle opgenomen patiënten. Hiermee wordt vastgesteld dat er een stabiele situatie is bij de patiënt, of gesignaleerd dat er een achteruitgang is opgetreden, waarvoor een behandeling moet worden gestart.
Het ABCD-model. Waarbij 'A gedrag' getypeerd wordt als frustratieagressie gericht op zich zelf, 'B gedrag' als frustratieagressie op de organisatie of het beleid, 'C gedrag' als instrumentele agressie en 'D-gedrag' als (be)dreigend en fysiek: bedreiging op persoon, spullen te gooien of de ander aan te raken.
Exposure / Environment. (Blootstelling / Omgevingsfactoren) Hierin valt het top-teen onderzoek en de handelingen die betrekking hebben op (het voorkomen van) koude- en warmteletsels, alsmede het verzorgen van wonden, kneuzingen, breuken en andere letsels.
Airway: de luchtwegen en de nekwervelkolom. Breathing: de ademhaling en de ventilatie. Circulation: actief bloedverlies en de circulatie. Disability: het bewustzijn en de neurologische functies.
Onze organen zitten vooral in ons hoofd: hersenen, hypothalamus (klein orgaan in je hersenen), neus, oog, oor en tong.
De levercellen slaan ook allerlei stoffen op die je lichaam later nodig kan hebben, zoals glycogeen, vetten, aminozuren en metalen. Het orgaan is belangrijk bij de koolhydraat-, vet- en eiwitstofwisseling. Zonder lever leven is onmogelijk.
Huid. Het zwaarste orgaan is de huid, die bij een volwassene zo'n 3,6 kilo weegt. Hij schermt de inwendige organen af van de buitenwereld en houdt het milieu in het lichaam stabiel. De dunne darm heeft een 15 keer zo groot oppervlak als de huid.
Bij bewusteloosheid zit een slachtoffer onderuitgezakt of ligt hij op de grond. Het slachtoffer reageert niet op aanspreken en op het schudden aan de schouders. Daarbij kunnen de ogen zowel open als gesloten zijn. Iemand die bewusteloos is voelt slap aan.
Gasping is een reflex van het lichaam als reactie op een laag zuurstofgehalte in de hersenen. Gasping kan er op allerlei manieren uit zien. Dat hangt ook een beetje af van hoe lang de circulatiestilstand al duurt. Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging.