Wat wordt verstaan onder woonruimte? De wet verstaat onder woonruimte een gebouwde onroerende zaak die als zelfstandige of onzelfstandige woning is verhuurd. Ook een woonwagen of woonwagenstandplaats valt onder het begrip woonruimte, evenals de voorzieningen die deel uitmaken van het gehuurde.
De woonoppervlakte is gelijk aan de som van de netto-vloeroppervlakten van de vertrekken van een woning. Tot de vertrekken behoren huiskamers, eetkamers, slaapkamers, werk-, eet- en woonkeukens en voorts andere binnenruimten, geschikt voor bewoningsdoeleinden, indien ze ten minste 4 m2 groot zijn.
Ruimtes zoals de woonkamer, keuken, het toilet, badkamer en slaapkamers, maar ook de gang, bijkeuken, vaste kast en meterkast maken allemaal deel uit van de totale woonoppervlakte van een woning.
Een zolder telt alleen mee als woonoppervlak als hij beschikt over een vaste trap en voldoende daglichttoetreding. Anders is het overige inpandige ruimte. Een keuken, vaste kast, meterkast, gang, trapkast, badkamer en toilet binnen de woning worden tot de gebruiksoppervlakte wonen gerekend.
Wanneer je de woonoppervlakte meet, doe je dat binnenmaats (van binnenmuur tot binnenmuur). Daarnaast heb je nog ruimten met een andere funktie: de aangebouwde stenen berging of berging achter in de tuin. Of een kelder, vliering; die vallen onder de overige inpandige ruimte.
Ruimtes waarbij het hoogste punt lager is dan twee meter, met een oppervlakte kleiner dan 4m² en bergruimtes tellen niet mee als woonruimte. Ook je garage en zolder zonder vaste trap zijn dus geen bewoonbare onderdelen.
gang, keuken, vaste kast, trapkast, meterkast en badkamer worden gerekend tot de gebruiksoppervlakte wonen. Tot gebruiksoppervlakte wonen worden ook gerekend, mits die ruimte zich binnen de woning bevindt én verwarmd/geïsoleerd is: bijkeuken, pantry, wasmachineruimte, cv-ruimte of overige ruimte binnen de woning.
Eenvoudig gezegd wordt de bewoonbare oppervlakte daarin bepaald door de vloeroppervlak van loten en afgedekte gebouwen te nemen na aftrek van de oppervlakten ingenomen door muren, wanden, trappen en trappenhuizen, kabelgoten, deuropeningen en ramen. Niet bewoonbare delen zoals kelders, garages, schuren, zolders, etc.
De gebruiksoppervlakte is het aantal vierkante meters in uw woning die gebruikt kunnen worden om te wonen. Hierbij moet de stahoogte minimaal 1,5 meter zijn.
Lengte x breedte
Vermenigvuldig de lengte met de breedte van een ruimte. Meet hierbij van binnenmuur tot binnenmuur. Tel de vierkante meters van alle ruimtes bij elkaar op en je hebt de totale oppervlakte van een woning berekend.
Een serre wordt meestal gezien als een volwaardige woonruimte. Als mensen het woonoppervlak van de woning willen vergroten, is een serre een optie. Er kan gekozen worden uit verschillende vormen. Er bestaan ronde serres, maar ook rechthoekige.
Verschil tussen woonoppervlakte en gebruiksoppervlakte
Het grootste verschil is dat bij het woonoppervlakte enkel binnenruimten geschikt voor bewoningsdoeleinden meegerekend worden. Bij gebruiksoppervlakte wonen wordt ook gebouwinstallaties, trappen, gangen, sanitaire ruimten, bergruimten en binnenwanden meegerekend.
De woonoppervlakte is het aantal vierkante meters van het eigendom dat effectief bewoonbaar is. Alle ruimtes binnen de woning worden meegerekend, maar de tuin, oprit en andere buitenruimtes tellen niet mee in de woonoppervlakte.
De Gebruiksoppervlakte is de oppervlakte in uw woning (het aantal vierkante meters) dat gebruikt kan worden om te wonen. Hierbij moet de stahoogte minimaal 1,5 meter zijn. Aangebouwde delen die dicht zijn (zoals een garage, berging, erker, aanbouw of dakkapel) horen ook bij de Gebruiksoppervlakte.
Als uitgangspunt geldt dat de bewoonbare oppervlakte wordt berekend door de oppervlakte van alle woonvertrekken samen te tellen, gemeten vanaf en tot de binnenkanten van de opgaande muren (dus de binnenmuren zelf niet meerekenen).
Een perceeloppervlakte is de grond waar je huis op is gebouwd. Ook als je een stuk grond hebt gekocht behoort dit tot het perceel. Deze vierkante meter worden vaak genoteerd door het Kadaster. Jouw perceeloppervlakte vind je gemakkelijk op de kadastrale kaart.
Heeft grond waarop geen gebouw staat of waarop nog gebouwd wordt ook een WOZ-waarde? Ja. Ook grond waarop nog gebouwd kan worden, zoals braakliggende grond of een bouwterrein heeft een WOZ-waarde.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen inpandige en uitpandige opslagvoorzieningen. Inpandige opslagvoorzieningen zijn voorzieningen welke in een ander bouwwerk zijn gelegen. Uitpandige opslagvoorzieningen zijn voorzieningen welke niet in een ander bouwwerk zijn gelegen.
Met de BAG Viewer kunt u online via een kaart of luchtfoto actuele gegevens van woningen en andere gebouwen bekijken. Denk aan gegevens als bouwjaar, gebruiksdoel en oppervlakte. De BAG Viewer is gratis en u mag de gegevens zoveel gebruiken als u wilt.
Bewoonbare kelder: kelder waarvan het vloerniveau maximum 1,50 meter onder het maaiveld ligt met een minimum plafondhoogte van 2,20 meter. Niet-bewoonbare kelder: kelder die niet voldoet aan de definitie van bewoonbare kelder.
De gemiddelde vloeroppervlakte van woningen, zonder ander gebruiksdoel als winkel of kantoor, bedraagt 120 vierkante meter. Eengezinswoningen zijn gemiddeld 1,6 keer zo groot als appartementen.
Het gaat vooral om percelen ingenomen door woningen en wegen, inclusief aangrenzende ruimtes gebruikt voor het uitoefenen van menselijke activiteiten. De bebouwde oppervlakte neemt jaarlijks toe. In 2000 was 24,4% van de totale oppervlakte bebouwd, in 2020 lag dat aandeel ruim 4 procentpunten hoger.
Je zolder heeft een vaste trap en minimaal 0,5m2 raamoppervlak (daglicht). Ok prima.
Wat is het verschil tussen gebruiksoppervlaktes een verblijfsgebied en een verblijfsruimte? Een verblijfsruimte (volgens bouwbesluit) is een ruimte bedoeld voor het verblijven van mensen en ligt altijd in een verblijfsgebied. Waarbij een verblijfsgebied kan bestaand uit één of meer verblijfsruimtes.
Wat is een verblijfsgebied (VG)?
Een verblijfsgebied is een gedeelte van een gebruiksfunctie bestaande uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toiletruimte, een badruimte, een technische ruimte of een verkeersruimte.