De eerste levensvormen waren waarschijnlijk primitieve prokaryotische eencelligen. Prokaryoten zijn cellen zonder organellen zoals een celkern of interne membranen. Het DNA ligt bij zulke organismen vrij in de cel, in plaats van in de celkern.
Ongeveer anderhalf miljard jaar na het ontstaan van het leven, ontstonden de eerste, eencellige eukaryoten. Dat zijn micro-organismen met allerlei organellen, celstructuren die je kunt vergelijken met onze organen door de belangrijke functie die ze vervullen in de cel.
Het eerste bewijs voor leven op aarde komt van 3,5 miljard jaar oude fossielen van oeroude bacteriën. Wetenschappers denken daarom dat het eerste leven een cel was. Die cel zou bijna 4 miljard jaar geleden voor het eerst in onze oceaan hebben gezwommen.
Het leven op aarde ontstond zo'n vier miljard jaar geleden. De eerste twee miljard jaar bestond dat leven enkel uit kleine, relatief simpele eencellige wezens. De cellen van deze bacterieachtige wezens, die prokaryoten worden genoemd, bevatten relatief weinig DNA en hadden geen celkern waarin dat DNA was opgeslagen.
AMSTERDAM - Er zijn Australische fossielen gevonden van organismen die misschien al rond 600 miljoen jaar geleden aan land gingen. Het zijn geen diertjes, maar korstmossen.
Men denkt dat het heelal ongeveer zestien miljard jaar geleden is ontstaan uit een enorme explosie. Deze explosie noemen we ook wel de Grote Knal, of de Big Bang. Voor de Big Bang zat al het materiaal en alle energie in één klein gebiedje (een punt). Door deze explosie werd al het materiaal de ruimte ingeslingerd.
De oudste, ons bekende mensachtige, de Homo habilis, ontwikkelde zich zo'n 2,5 miljoen geleden en dankt zijn naam ('handige mens') aan de werktuigen die hij gebruikte. Fossielen van deze eerste mens – en zijn (stenen) werktuigen – zijn opgegraven in de beroemde Olduvai Gorge in Oost-Afrika.
De dooier of het eigeel van een ei bestaat uit slechts één enkele cel. Met een doorsnede van drie tot vier centimeter is het, voor zover bekend, de grootste cel ter wereld.
De aarde is zo'n 4,5 miljard jaar geleden ontstaan, tegelijkertijd met de zon en de rest van het zonnestelsel. De oudste fossiele aanwijzingen voor het bestaan van leven zijn 3,5 miljard jaar oud. Pas zo'n 600 miljoen jaar geleden maakt het aardse leven voor het eerst een snelle ontwikkeling door.
De Aarde bestond in het begin grotendeels uit een gesmolten massa die snel afkoelde door het ontbreken van een atmosfeer. De ouderdom van de Aarde is onderzocht met behulp van radiometrische dateringen van de oudste gesteenten en kristallen. De Aarde blijkt na onderzoek 4,57 miljard jaar oud te zijn.
Sommige cellen blijven enkele uren in leven, zoals sommige witte bloedcellen of maar 2 tot 3 dagen, zoals de epitheelcellen van onze maag. Andere cellen blijven ongeveer 4 maanden in leven (zoals rode bloedcellen) of zelfs 8 tot 10 jaar (zoals de cellen van ons skelet).
Van groot naar klein is dat: organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel.
Eencellige eukaryoten (protisten), zoals radiolariën en dinoflagellaten, kunnen ook van nature twee of meer kernen bevatten. Bijzonder aan deze organismen is dat de kernen elk een aparte afkomst hebben: één kern is van de dinoflagellaat en de andere kern van een symbiotische diatomee.
De cel is de bouwsteen van het lichaam: dieren, mensen, planten en schimmels zijn allemaal opgebouwd uit cellen. Een menselijke cel heeft een gemiddelde diameter van 15 micrometer. Dat is net zo dun als de helft van een vel aluminiumfolie.
De versmelting van mens en machine, programmeerbare materie, kunstmatige fotosynthese, de exocortex en de kolonisatie van de ruimte. Het zijn allemaal signalen van verandering waar wij in de toekomst mee te maken zullen krijgen. STT laat zien hoe de wereld er in 2050 uit kan zien.
Verder bewegen om de zon negen planeten. In volgorde van toenemende afstand tot de zon zijn dat Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto. Voor Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus heb je geen kijker nodig om ze aan de hemel te zien.
Volgens de oerknaltheorie zal het heelal uitdijen, maar als er meerdere ruimten zijn die dat ook doen, zullen ze elkaar op den duur kruisen. Dit hangt nauw samen met het idee van een multiversum. Er ontstaan nieuwe centra, waar materie zich opnieuw samenvoegt, en waar zodoende ook nieuwe oerknallen kunnen ontstaan.
Cytoplasma of celvocht
In de cel bevindt zich een vloeistof, cytoplasma genoemd, waarin alle celonderdelen liggen. Het cytoplasma is een waterige oplossing van eiwitten, mineralen en suikers, die het inwendige van de cel beschermt.
Een menselijke cel is ongeveer 10 micrometer groot. Een micrometer is éénduizendste (1/1000e) millimeter. De bijzondere moleculen die hierboven worden genoemd zijn meestal niet groter dan enkele nanometers.
In de biologie is de cel het kleinste onderdeel van een organisme dat alle genetische informatie van dat organisme bevat. Stofwisseling, de verzamelnaam voor alle fysiologische levensprocessen die het organisme doen groeien en in stand houden, vindt binnen iedere individuele cel van een organisme plaats.
3500 v Chr. Uitvinding van het schrift.Ontstaan van de eerste steden.
1000 jaar geleden waren er in de hele wereld 300 miljoen mensen. Pakweg de huidige bevolking van de VS; of de helft van heel Europa. In die 1000 jaar is de bevolking gegroeid naar 7 miljard (7.000 miljoen). Twintig keer zo veel dus.
De wereld van het Perm
De continenten waren samengeklonterd tot het supercontinent Pangea, dat omsloten was door de Panthalassa-oceaan. Grote temperatuurverschillen en het ontbreken van vochtige oceaanlucht leidden tot uitgestrekte continentale woestijngebieden op Pangea.