De industriële revolutie zorgde voor technologische vooruitgang en economische groei, maar ook voor sociale veranderingen. Op het platteland zorgden nieuwe machines in de landbouw ervoor dat sneller en meer voedsel kon worden geproduceerd. Daardoor waren er minder boeren nodig en verhuisden veel mensen naar de steden.
Door de industriële revolutie veranderde de landbouwstedelijke samenleving in een industriële samenleving. De industrialisatie maakte massaproductie mogelijk van goederen, voedsel, machines, apparaten en vervoersmiddelen. Dit zorgde ervoor dat de winning van grondstoffen en de productie van goederen gigantisch toenam.
De fabrieken waren onveilig en onhygiënisch. Daarnaast was het aanbod van arbeid groter dan de vraag (er waren meer arbeiders dan werk), waardoor de fabrikanten lage lonen konden uitbetalen, de arbeiders lange werkdagen konden laten maken en ze onder slechte omstandigheden konden laten werken.
De sociale kwestie en de statistiek
Dit betrof de sociale problemen die het gevolg waren van bevolkingsgroei en industrialisatie. Het ging onder meer over kinderarbeid, lage lonen, lange werkdagen, slechte woon- en werkomstandigheden en werkloosheid. Kinderarbeid begin 20ste eeuw , kinderen maken bezems.
duidelijke stijging in het aantal besmettingen dan dat er voorheen waren. besmettelijke ziektes. Neem bijvoorbeeld cholera, de pest, dysenterie,malaria, pokken en tuberculose.
Ziekten als pokken, tyfus en tuberculose hadden ernstige gevolgen, en de gevolgen werden steeds ernstiger op de steeds drukkere straten van Groot-Brittannië.
Vooral op het platteland waren ze gezonder en bereikten men een hogere leeftijd. Toch was de levensverwachting niet erg hoog. In de stad werd men gemiddeld 17 jaar maar op het platteland was dat al 38 jaar. Tussen 1750 en 1850 nam de bevolking in Engeland enorm toe.
De fabriek uit, de school in. Kinderen zijn goedkope arbeidskrachten en daarom willen fabriekseigenaren hen graag als personeel. Naarmate het aantal fabrieken toeneemt, groeit ook het verzet tegen kinderarbeid. In 1874 verbiedt het Kinderwetje van Van Houten arbeid van kinderen tot twaalf jaar.
In de negentiende eeuw kwam de industrialisatie op gang.Daardoor veranderde Nederland in snel tempo en niet alleen ten goede. De 'sociale kwestie' werd een belangrijk probleem. Kinderen in een fabriek (Lewis Hine, 1908) Toen Nederland in de negentiende eeuw een industrieland werd, werd ook de fabrieksarbeider geboren.
Gevolgen van ongelijkheid
Meer inkomensongelijkheid hangt samen met minder opwaartse sociale stijging, minder vertrouwen tussen burgers onderling, en minder politiek vertrouwen onder burgers. Vooral het vertrouwen in de rechtsstaat en het parlement neemt af naarmate de inkomensongelijkheid toeneemt.
Fabrieken hadden steeds meer mensen uit de arbeidersklasse nodig om banen te vullen. De werkomstandigheden waren zwaar en gevaarlijk. Fabrieksarbeiders werkten lange uren voor een laag loon in hete, slecht geventileerde en luidruchtige fabrieken. De leefomstandigheden waren slechter, met grote gezinnen die slechts één kamer deelden in overvolle huurkazernes .
Voor de industriële revolutie was er ook zeker sprake van kinderarbeid. Het enige grote verschil is dat toen het grootste gedeelte op het land werkte. Ook toen al maakte men lange dagen en hadden de ouders, maar zeker ook de kinderen het zwaar. De mensen waren arm en weinig kinderen gingen naar school.
Extreme armoede in 19e eeuw
Het probleem was groot in de negentiende eeuw. H.W. Lintsen en CBS-onderzoeker J. P. Smits en anderen hebben eens berekend dat rond 1850 in ons land 650 duizend Nederlanders, 21 procent van de bevolking, in extreme armoede leefden en afhankelijk waren van bedeling.
De Industriële Revolutie bracht snelle verstedelijking of de verhuizing van mensen naar steden. Veranderingen in de landbouw, een stijgende bevolkingsgroei en een steeds grotere vraag naar arbeiders zorgden ervoor dat massa's mensen van boerderijen naar steden migreerden. Bijna van de ene op de andere dag groeiden kleine steden rond kolen- of ijzermijnen uit tot steden.
De Industriële Revolutie had ook invloed op het voedingspatroon van mensen. Er kwamen namelijk fabrieksproducten, zoals margarine, macaroni en gelatine. Ook ontdekte de Franse kok Nicolas Appert de conserveringstechniek, waardoor eten bewaard kan worden.
Veel te weinig om met het hele gezin van te leven. Daarom lieten ze hun vrouw en hun kinderen ook werken, ze moesten wel. De kinderen werkten soms al vanaf hun vijfde of zesde jaar. De hele dag, soms wel 12 uur lang.
De Industriële Revolutie geeft de overgang van handwerk naar machines aan. Vroeger werd alles met de hand gemaakt. Er bestonden bijvoorbeeld geen elektriciteit of machines. In de 18e eeuw begon in Engeland de Industriële Revolutie met de uitvinding van de stoommachine.
Agenda 2021-2024: de 22e eeuw begint nu | Publicatie | College van Rijksadviseurs.
Eind 19e eeuw deden nieuwe communicatietechnologieën hun intrede, zoals de fonograaf, de telefoon en de radio. Ook kwamen er massaal verspreide kranten en tijdschriften op. Er ontstond commercieel entertainment en er ontstonden nieuwe sporten, zoals basketbal, fietsen en voetbal. Ook verschenen er nieuwe ...
Het leven was niet makkelijk voor veel kinderen in de 19e eeuw . Hoewel er welvarende families bestonden, was het gemiddelde gezin afhankelijk van hun kinderen om in hun levensonderhoud te voorzien. Kinderen begonnen al op jonge leeftijd met werken. Hun vaardigheden werden aangescherpt om ze op veel gebieden bruikbaar te maken, van landbouwproductie tot productie en straatverkoop.
Hij wilde een algemeen verbod omdat hij vond dat kinderarbeid een vorm van concurrentievervalsing was richting de lonen van volwassen arbeiders. ' Samuel van Houten werd in 1837 geboren in een zaagmolen aan het Damsterdiep, net buiten de Stad.
Kinderwetje van Van Houten
In 1874 moet de Kinderwet van Samuel van Houten hier verbetering in brengen. De wet, geïnitieerd door het liberale kamerlid Van Houten, verbiedt fabrieksarbeid voor kinderen onder de twaalf. Zij mogen nog wel thuis en op het veld werken. Oudere kinderen zijn daarmee niet aan werken ontsnapt.
Het fabrieksmatig produceren had tot gevolg dat de huisnijverheid geleidelijk aan verdween. Het werk in de fabriek was vaak eentonig en geestdodend en de lonen waren laag. In de fabrieken werden ook vrouwen en kinderen op grote schaal in dienst genomen.
Conclusie: De opkomst van de industriële samenleving in West-Europa bracht significante veranderingen in het gezinsleven met zich mee. Het leidde tot verschuivingen in de gezinsstructuur, genderrollen en leefomstandigheden . De overgang van agrarische, uitgebreide gezinnen naar stedelijke, kerngezinnen werd aangestuurd door economische en sociale transformaties.
In Nederland kwam de industriële revolutie pas laat op gang, ruim honderd jaar na die in Engeland. Die late industrialisatie van Nederland wordt vooral verklaard door: De dominantie van handel in onze nationale economie.De brede toepassing van wind- en watermolens als alternatieve bronnen van gemechaniseerde arbeid.