De maximale straf die slaven werd opgelegd was de doodstraf. Dit kon door ophanging zijn, levend verbranding of marteling tot de dood er vrij zeker op volgde. Soms wilde men nog wel eens het hoofd afzetten en het op een spies zetten om andere slaven af te schrikken.
Het leven op de plantages is voor de slaven heel slecht. De meesten moeten zwaar werk doen, wel 60 tot 96 uur per week. En altijd is er de zweep voor wie niet hard genoeg zijn best doet volgens de opzichter. De slaven krijgen maar tweemaal per dag te eten: het is niet veel en bijna altijd hetzelfde.
Wat staat er in het document? Op 1 juli 1863 schaft Nederland de slavernij af in zijn koloniën. Naar schatting 45.000 slaven, waaronder zo'n 34.000 mensen in Suriname, worden op die dag vrij man of vrouw. In 1848 had Nederland al besloten dat de slavernij zou worden afgeschaft.
Naast tal van oude jenever- en bierflessen uit Nederland liggen er ook stempels waarmee de slaven gebrandmerkt werden. En er hangt een zogenoemde kromboei, een keten die nek en enkels via een veel te korte ketting verbond zodat de slaaf gebocheld moest lopen en een kromme rug kreeg.
Slavernij is onvrije arbeid, waarvan het resultaat geheel of gedeeltelijk moet worden afgestaan en waarbij de werker lijfelijk eigendom is van de meester. Verwante, maar minder strikte vormen van slavernij zijn horigheid, lijfeigenschap en schuldslavernij.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
Tussen 1519 en 1867 vonden wereldwijd naar schatting 27.233 slaventransporten plaats. Tijdens deze reizen stierven ongeveer 3.000.000 Afrikanen.
Eén van de gruwelijkste straffen die slaafgemaakten in Suriname en Berbice kregen toebedeeld was de 'Spaanse Bok'. In 1765 beschreef Jan Nepveu deze straf. Bij de 'Spaanse Bok' kon een slaafgemaakte zich onmogelijk bewegen terwijl het lichaam werd gegeseld met een tak van de Tamarinde of Guaveboom.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
In Afrika kochten Nederlandse kooplieden slaven van Afrikaanse stamhoofden. Er werd in die tijd veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Een stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en voerde ze naar de kust. Daar verkocht hij ze als slaven aan een koopman.
Ook Nederlandse kooplieden deden mee aan die handel. Ze haalden die mensen uit Afrika. In de 18e eeuw werd er veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Het stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en verkocht deze als slaven aan een Nederlandse koopman.
Hoe werd iemand slaaf? Mensen werden als slaaf meegenomen als ze bijvoorbeeld hun vrijheid kwijt waren, vanwege een misdaad of schulden. Ook mensen waarvan hun ouders slaaf waren, werden automatisch slaaf. De meeste slaven werden gewoon uit hun dorp gehaald en vanuit Afrika meegenomen naar Amerika, de plantages.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
Soms werden slaven vrijgelaten door trouwe dienst: dit was vaak als ze het heel goed konden vinden met hun eigenaar. Of ze werden volledig vrij als hun eigenaar doodging.
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
De plak, een houten latje waarmee de opvoeder meestal op de uitgestrekte handpalmen of zelfs op de knokkels van het gestrafte kind sloeg. Te vergelijken met het Spaanse rietje, een buigzaam stokje of rietje, en met de liniaal.
Onder de marrons waren mannen ver in de meerderheid. Marrondorpen hadden dus altijd gebrek aan vrouwen. Ook naar voedsel, geweren, kogels, buskruit, kapmessen, zaai- en pootgoed was men altijd op zoek. Zowel voor vrouwen als voor de schaarse producten waren de marrons aangewezen op de plantages.
Nederland was voor even de grootste slavenhandelaar ter wereld - De Correspondent. De Gouden Eeuw staat bekend als dé bloeiperiode uit de geschiedenis. Minder bekend is dat Nederland toen ook een grote ronselaar van werkkrachten voor Braziliaanse plantages was.
Er was veel zwaar werk te doen op de plantages. Afrikaanse mensen werden als slaven over de oceaan naar de koloniën gebracht. Zo begon de handel in slaven. Men zag slaven als normale handelswaar, net als wapens, textiel of specerijen.
Denemarken was in 1803 het eerste Europese land dat de slavernij afschafte, zestig jaar vóór Nederland. In 1807 verbood het Verenigd Koninkrijk – een van de grootmachten op dit gebied - de slavenhandel en in 1833 ook de slavernij. Pas dertig jaar later deed Nederland hetzelfde.
Hebben slaven geld? Slaven mogen volgens de wet geen loon ontvangen of geldzaken doen. Toch zijn slaven in Suriname, maar vooral ook op Curaçao, niet helemaal van financiën verstoken. Ze verdienen zelf geld door producten te verkopen of door voor zichzelf te werken met toestemming van de meester.
De onderzoekers hebben uitgerekend dat de opbrengst van de Nederlandse slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw tussen de 63 en 79 miljoen gulden is geweest. Per jaar was het tussen de 200.000 en 600.000 gulden, met af en toe uitschieters van meer dan een miljoen gulden.
Daklozen, sekswerkers, alleenstaande moeders, grote arme gezinnen, langdurig werklozen. Dit is slechts een greep uit de zeer diverse groep mensen die tussen 1933 en 1945 van de nationaalsocialisten het stempel 'asociaal' kreeg.