We kennen drie soorten licht; direct licht, indirect licht en diffuus licht.
Er zijn natuurlijke lichtbronnen, zoals de zon, vuur, bliksem, glimwormen. en er zijn kunstmatige lichtbronnen, meestal lampen, bijvoorbeeld de booglamp, gloeilamp, de TL-buis, de ledlamp of de plasmaboog.
Met direct licht bedoelen we het licht dat vanuit een lichtbron rechtstreeks op een gebied of object schijnt. Dit licht wordt gecreeërd door een lichtbron met een schijnrichting die een bepaalde focus (stralingshoek) bezit. In de praktijk wordt er een scherp contrast tussen licht en schaduw gecreëerd.
De zon is de belangrijkste lichtbron voor de mensen. De zon is een gewone ster, die dichtbij staat in vergelijking met andere sterren. Een zaklamp is een lichtbron. Als je met een zaklamp in een donkere kamer zit, kan je ze zien.
Natuurlijk licht is 'volledig spectrum' en 'dynamisch'. Volledig spectrum betekent dat het licht alle kleuren van de regenboog bevat, waar dynamisch betekent dat de lichtintensiteit en kleurtemperatuur veranderen met het tijdstip van de dag.
Licht is -heel simpel gezegd- elektromagnetische straling die we kunnen zien. Licht ontstaat als atomen veel energie bevatten. De atomen geven die energie af door licht uit te stralen. Kijk naar de zon, onze grootste lichtbron.
Daglicht zorgt ervoor dat je dagritme in balans blijft en je een 24-uursritme behoudt. Licht beïnvloedt namelijk de aanmaak van het stresshormoon cortisol en het slaaphormoon melatonine. We nemen licht waar met onze ogen. Die verzamelen het en geven het door aan onze hersenen.
Het is niet alleen de vormgeving van een lamp die de sfeer in een ruimte bepaalt, maar juist het soort licht. De meest sfeervolle ruimtes hebben een goede balans tussen de verschillende soorten licht. We kennen drie soorten licht; direct licht, indirect licht en diffuus licht.
Een kleine lichtbron (zoals een halogeenlampje) is het meest geschikt om scherpe schaduwbeelden te maken. Ook zonlicht geeft scherpe schaduwbeelden, omdat zonlicht evenwijdig licht is.
Licht is een vorm van elektromagnetische straling, maar dan wel specifiek de straling die waarneembaar is met het menselijk oog. Hieronder zie je het spectrum van elektromagnetische straling dat we kennen en waar licht in dit spectrum valt. Zoals je ziet is zichtbaar licht maar een heel klein deel van het hele spectrum.
Wat is zacht licht? ✅ Licht dat indirect op een onderwerp valt en zodoende meer verspreid is, noemen we zacht licht. Twee factoren bij zacht licht: Met verzachting – het licht van de lichtbron valt via een diffuus makend object op het onderwerp.
Indirect licht noemen we ook weleens halfschaduw. Binnenshuis betekend indirect zonlicht dat het zonlicht niet rechtstreeks op de bladeren van je plant schijn maar eerst verstoort wordt, weerkaatst of gefilterd. Meestal zijn dit plekken ongeveer 2 tot 3 meter van het raam vandaan of een raam direct op het noorden.
Kort samengevat is indirecte verlichting een type verlichting waarmee je het licht laat weerkaatsen langs de wanden of het plafond, zonder teveel contrast tussen licht en schaduw. Je maakt dus eigenlijk gebruik van de directe omgeving om het licht te weerkaatsen.
LED-lampen zijn energiezuinig: ze zetten maar liefst 50% van de energie om in licht. LED-lampen gaan langer mee: zo'n 50.000 uur! LED-lampen geven direct 100% licht: bij spaar- en halogeenlampen duurt het even voordat hij opgewarmd is en vol licht kan geven.
De drie variabelen die licht beschrijven, zijn de lichtsterkte (ofwel amplitude), de kleur (ofwel frequentie of golflengte) en de polarisatie, ofwel de trillingsrichting, die altijd loodrecht op de voortplantingsrichting staat.
Hoe ziet een lichtstraal eruit? Net als geluid, ziet één lichtstraal eruit als een golfbeweging. Licht beweegt met een snelheid van 300.000 km/s. De snelheid van geluid is 343 m/s.
Lichtbronnen die door mensen gemaakt zijn noemen we kunstmatige lichtbronnen. Bijvoorbeeld een gloeilamp, een kaars en een tl-lamp. In je kamer is het niet altijd fijn om alles direct verlicht te hebben, dat kan dan te fel zijn voor je ogen.
Hou rekening bij de bepaling van het aantal lumen dat hoe minder lumen u voorziet, hoe warmer de sfeer. In het algemeen komt het hierop neer: voorzie 300 à 400 lumen per m2 voor een warme sfeer en reken op 500 à 800 lumen per vierkante meter voor voldoende verlichting.
Overdag bij slecht zicht mag u het dimlicht gebruiken. In het donker is het dimlicht verplicht. De dimlichten hoeven niet aan als de mistlichten branden.
Gebruik dan je dimlicht. Dit zijn de 'standaard' lichten die je inschakelt in de avond. Zo creëer je meer zicht en ben je voor anderen beter zichtbaar. Er is wel een uitzondering: als je de mistlichten aanhebt, hoef je de dimlichten niet in te schakelen.
Dimlicht. Dimlicht is de verlichting die je standaard moet gebruiken wanneer het donker is. Als overdag je zicht belemmerd wordt door weersinvloeden als mist, hagel, regen of sneeuw, dan moet het dimlicht ook overdag aan.
De meest voorkomende lichtkleur is 2700K, welke vergelijkbaar is met normale halogeenverlichting en gloeilampen. Staat er bij een led lamp "warm wit" aangegeven? Dan is dit bijna altijd 2700K.
Licht is eigenlijk zichtbare warmte. Als iets heel warm wordt, gaat het licht geven. Vuur geeft bijvoorbeeld licht. En zo werkt het ook met een kaars; het vlammetje wordt zo snel warm dat het licht gaat geven.